Antwoorden op kamervragen islamitisch bankieren

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk) 21 juni 2007

Ons kenmerk: FM 2007-01577

Geachte voorzitter,

In antwoord op de vragen van de leden Wilders en Van Dijck (beiden PVV) over Islamitisch bankieren, die mij zijn toegezonden per brief op 25 juni 2007 onder nummer 2060719000, deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.

Hoogachtend,

De minister van Financiën

Wouter Bos

2060719000

Vragen van de leden Wilders en Van Dijck (beiden PVV) aan de minister van Financiën over het bericht dat Islamitisch bankieren sterk in opkomst is. (Ingezonden 22 juni 2007)

1

Kent u het bericht ‘Islamitisch bankieren sterk in opkomst’? 1)

Ja.

2

Deelt u de mening dat de groei in Nederland van het op de principes van de sharia gebaseerde Islamitisch bankieren, onwenselijk en ongepast is? Zo neen, waarom niet?

Ik deel deze mening niet. Het ministerie van Financiën onderzoekt momenteel hoe de markt voor Islamitisch bankieren in Nederland verder tot ontwikkeling kan worden gebracht. In de eerste plaats omdat het Islamitisch bankieren voldoet aan een vraag van de in Nederland woonachtige moslims. In de tweede plaats omdat wij hier een kans zien voor de Nederlandse financiële sector. Dubai en Londen ontwikkelen zich momenteel tot internationale centra voor Islamitisch bankieren. Nederland is geschikt om hier ook een rol in te vervullen. Wij hebben een goed ontwikkelde en innovatieve financiële sector, goede regelgeving en solide toezichthouders. Een derde reden is dat het verbieden van islamitisch bankieren vanuit het oogpunt van terrorismebestrijding een averechts effect zal hebben. Ontkenning van een kennelijke behoefte kan ertoe leiden dat geldstromen via alternatieve kanalen buiten het zicht van de overheid gaan lopen.

3

Maakt u zich ten aanzien van Islamitische banken net als de vragenstellers zorgen over ondermeer:

  • de transparantie van de zogeheten ‘sharia-raden’, de raden van geleerden die toetsen of financiële producten voldoen aan de sharia;
  • het met westerse banken vergeleken hogere kredietrisico, gezien de hogere kans op wanbetaling;
  • het gevaar van ondoorzichtige transacties;
  • de kans op financiering van moslimterrorisme via de door Islamitische banken verplicht af te dragen aalmoezen, de ‘zakat’? 2)

Islamitische banken die in Nederland hun diensten willen aanbieden – of Westerse banken die diensten willen aanbieden die voldoen aan de sharia principes – moeten zich altijd houden aan de wetten en regels zoals die voor alle financiële dienstverleners gelden. Dat wil zeggen, hetzelfde prudentiele toezicht (om financiële stabiliteit te waarborgen), hetzelfde gedragstoezicht (om klanten te beschermen) en hetzelfde integriteitstoezicht (om het witwassen te bestrijden en financiering van terrorisme te voorkomen). Dit betekent dat elke financiële instelling moet voldoen aan dezelfde minimumeisen ten aanzien van de integriteit van de bestuurders, kredietwaardigheid en transparantie.

Ten aanzien van voorkoming van de financiering van terrorisme, heeft de Financial Action Task Force (FATF) 9 speciale aanbevelingen opgesteld die in nationale wetten en regels zijn omgezet. Dit betekent dat financiële instellingen melding moeten maken van transacties die mogelijk verband houden met financiering van terrorisme. Ze mogen ook geen genoegen nemen met gelden van onbekende oorsprong. De instellingen zelf zullen hun reputatierisico niet graag op het spel zetten door in verband te worden gebracht met financiering van terroristische activiteiten.

4

Bent u bereid Islamitisch bankieren te verbieden? Zo neen, waarom niet?

Nee, zie het antwoord op vraag 2 en 3.

1) http://w ww.telegraaf.nl/binnenland/66009491/_Islamitisch_bankieren_sterk_in_opkomst_.html?p=2,1

2) De Nederlandsche Bank, kwartaalbericht juni 2007