Privatisering Schiphol
Tweede Kamer der Staten-Generaal |
Datum |
Uw brief (Kenmerk) |
Ons kenmerk |
||
18 oktober 2007 |
Fin 2007-00652 |
|||
Onderwerp |
||||
Besluitvorming privatisering Schiphol |
Geachte voorzitter,
In het coalitieakkoord is afgesproken de aandelen die de overheid heeft in NV Luchthaven Schiphol (“NVLS”) niet naar de beurs te brengen. Wel is in het coalitieakkoord afgesproken te bezien of op een andere manier middelen vrijgemaakt kunnen worden uit het overheidsaandeel zonder afstand te doen van de zeggenschap van de overheidsaandeelhouders in de onderneming. Mede vanwege die afspraak heb ik de afgelopen maanden overleg gevoerd met de mede-aandeelhouders en de directie van de onderneming. Daarbij heb ik gekeken naar de mogelijke varianten van vervreemding waaronder onderhandse plaatsing en verkoop van delen van de onderneming. Na uitgebreid overleg met alle betrokkenen heb ik samen met de minister van Verkeer en Waterstaat besloten niet over te gaan tot een vervreemding.
Gelet op de positie van Schiphol als mainport en de publieke belangen die daarmee samenhangen zoals het milieu, is het van groot belang dat alle betrokken partijen vertrouwen hebben in de optimale borging van deze publieke belangen na verkoop, ongeacht de variant van vervreemding.
Ik heb geconstateerd dat er bij de mede-aandeelhouders onvoldoende vertrouwen in een optimale borging en onvoldoende draagvlak bestaat voor vervreemding. Een majeure beslissing tot een minderheidsprivatisering van NVLS kan in mijn optiek niet worden genomen zonder brede steun van de aandeelhouders. Daarnaast is het naar mijn oordeel onvoldoende duidelijk dat een onderhandse plaatsing voldoende voordelen oplevert ten opzichte van de huidige situatie. Ik denk hierbij aan aspecten als doelmatigheid en borging van publieke belangen.
Voor een uitkering van een superdividend bestaat wel voldoende draagvlak onder de aandeelhouders. Op deze wijze kan tegemoet worden gekomen aan de afspraak in het coalitieakkoord om middelen vrij te maken uit het overheidsaandeel. Over de hoogte van een dergelijke uitkering zal ik op korte termijn verder in overleg treden met de onderneming, waarbij voorop staat dat NVLS een solide kapitaalstructuur behoudt.
Om bovenstaande redenen ben ik van mening dat met het besluit om niet over te gaan tot een minderheidsprivatisering recht wordt gedaan aan het coalitieakkoord, rekening houdend met de belangen van alle aandeelhouders.
Met dit besluit komt bovendien een einde aan een langdurige onzekere periode voor NVLS waarin de toekomstige eigendomsstructuur van NVLS niet helder was.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos