Antwoorden op kamervragen over vertrek van Kist als bestuurder van de AFM
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Uw brief (Kenmerk)2060722730
Ons kenmerk:FM 2007-01970 U
Geachte voorzitter,
In antwoord op de vragen van het lid Irrgang (SP) over het vertrek van de heer A.W. Kist als bestuurder van de AFM die mij zijn toegezonden per brief van 8 augustus 2007 onder het nummer 2060722730 deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
Wouter Bos
2060722730
Vragen van het lid Irrgang (SP) aan de minister van Financiën over het vertrek van de heer A.W. Kist als bestuurder van de AFM (Ingezonden 8 augustus 2007).
1
Wat is uw reactie op het vertrek van de heer A.W. Kist als bestuurder van de AFM?
Ik respecteer het besluit van mr. A.W. Kist om zijn bestuursfunctie bij AFM wegens een compliance-aangelegenheid neer te leggen.
2
Op welke termijn is naar verwachting een opvolger beschikbaar?
Ik zal de benoeming van een opvolger zo spoedig mogelijk bezien. Bij de benoeming van een opvolger is de procedure dat de Raad van Toezicht van de AFM eerst de kans krijgt daarvoor een voordracht te doen.
3
Gaat u bij deze benoeming wel onverkort de MP norm handhaven? Zo neen, hoe verhoudt dat zich met de motie Irrgang? 2) Zo ja, betekent dit dat u het beloningsbeleid zult afkeuren indien hij of zij meer gaat verdienen dan de minister-president?
Ik heb de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd de Kamer na de zomer inzicht te geven in de wijze waarop het kabinet uitwerking wil geven aan de afspraken uit het coalitieakkoord op dit punt. In het debat met uw Kamer van 13 juni jongstleden en in mijn commentaar op de motie-Irrgang heb ik reeds aangegeven dat mijn interpretatie van de normstelling in het coalitieakkoord er vooralsnog – in de geest van de adviezen van de commissie-Dijkstal en van debatten die hierover in de Kamer zijn gevoerd – een is van ‘comply or explain’. In hetzelfde debat en in mijn brief van 8 juni heb ik voorts uiteen gezet welke afspraken ik met de Raad van Toezicht inzake het beloningsbeleid voor het AFM-bestuur heb gemaakt. Op basis van dat beleid zal worden geworven.