Antwoorden op kamervragen over teakfondsen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

17 oktober 2007

2070800450

FM 2007-02378 U

Onderwerp

Vragen van het lid Blanksma-van de Heuvel over teakfondsen

Geachte voorzitter,

In antwoord op de vragen van het lid Blanksma-van de Heuvel (CDA) over teakfondsen, die mij zijn toegezonden per brief van 25 september 2007 onder nummer 2070800450, deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Wouter Bos

2070800450

Vragen van het lid Blanksma- van de Heuvel (CDA) aan de minister van Financi ën over teakfondsen. (Ingezonden 24 september 2007)

1. Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de chaos bij teakfondsen?

Ja, ik heb de berichtgeving hierover in Het Financieel Dagblad gelezen. Ik wijs erop dat de AFM de stand van zaken met betrekking tot de vergunningaanvragen heeft weergegeven in een persbericht van 11 september 2007. Het gaat hierbij om aanvragen uit januari 2006 van aanbieders van beleggingen in onder meer hardhout (teakfondsen), vruchten en wijnen.

2. Kunt u aangeven hoeveel beleggers hebben belegd in fondsen die geen vergunning hebben gekregen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)?

Op dit moment zijn de vergunningaanvragen van negen aanbieders van beleggingsobjecten afgewezen, hebben 21 aanbieders hun vergunningaanvraag ingetrokken. (Zie ook persbericht AFM en artikel in Het Financieel Dagblad van 11 september 2007.) De AFM schat op basis daarvan nu dat circa tweeduizend beleggers hebben belegd in aanbieders die geen vergunning hebben gekregen. Er zijn nog elf vergunningaanvragen waarop de AFM voor het einde van dit jaar dient te beslissen.

3. Deelt u de mening dat juist op de afwikkeling van afgewezen fondsen goed toezicht noodzakelijk is? Kunt u aangeven welke rol de AFM precies speelt bij de fondsen die geen vergunning hebben gekregen?

Ik deel deze mening. Ik wijs in dit verband op de Wijziging Tijdelijke regeling invoering Wft van 9 mei 2007 (gepubliceerd in de Staatscourant van 21 mei 2007, nr. 95 pag. 6). Indien een vergunningaanvraag door de AFM is afgewezen mag de betreffende aanbieder zijn bedrijf afwikkelen. De AFM kan voorschriften geven terzake van de afwikkeling met het oog op het adequaat functioneren van de financiële markten. Het deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de Wft is op deze afwikkelaars van overeenkomstige toepassing.

4. Welke maatregelen kunt u nemen om te voorkomen dat beleggers de dupe worden van het gebrekkige toezicht op de afwikkeling van afgewezen fondsen?

Zoals aangegeven bij vraag drie biedt de wet de mogelijkheid om toezicht te houden op de afwikkeling van afgewezen fondsen. De AFM zal, met in achtneming van de hiervoor geschetste wettelijke uitgangspunten, dit toezicht uitoefenen. Voorzover nodig zal de AFM daarbij het haar ter beschikking staande toezichtinstrumentarium inzetten (aanwijzing, last onder dwangsom, boete, aanstellen curator). Overigens kan het toezicht door de AFM nooit voorkomen dat beleggers in geval van een risicovol beleggingsobject (een deel van) hun inleg verliezen.

5. Hoe kunt u garanderen dat de belegger in teakhout in de toekomst altijd op de hoogte is van de risico’s die er kleven aan belegging in teakhout?

De aanbieder is in beginsel verplicht om een beleggingsobjectprospectus en een financiële bijsluiter op te stellen en beschikbaar te hebben. In deze documenten worden de risico’s die samenhangen met het beleggingsobject weergegeven en is tevens een risico-indicator opgenomen. De AFM ziet erop toe dat deze documenten conform de wettelijke eisen worden opgesteld. Er zijn echter geen garanties te geven dat de belegger daardoor altijd op de hoogte is. Het is primair de eigen verantwoordelijkheid van de belegger om kennis te nemen van de informatie op dit punt.