Antwoorden op kamervragen over aanbevelingen Holland Financial Centre

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Uw brief (Kenmerk) 2060721030

Ons kenmerk: FM 2007-1832 U

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen die mij werden toegezonden bij brief van 17 juli 2007, onder nummer 2060721030.

1

Wat vindt u van de tien aanbevelingen voor aanpassingen in de wetgeving die het Holland Financial Centre op de eerste dag van haar bestaan heeft gedaan?

De aanbevelingen van het Holland Financial Centre zijn afkomstig uit een langere lijst van zogenoemde ‘quick wins’. Dit is een term voor een lijst met ideeën, suggesties en bevindingen die zijn verzameld door marktpartijen, adviseurs en andere deskundigen. Het doel van het verzamelen van deze suggesties was om gezamenlijk te bekijken waar Nederland (ook) in een vergelijking met het buitenland achterblijft of kan verbeteren.

Uit deze lijst is door dezelfde partijen een prioritering aangebracht. De lijst is door Holland Financial Centre bij haar lancering aan mij overhandigd. Ik zal de in de lijst opgenomen suggesties bestuderen, wegen en besluiten al dan niet op een of meerdere punten actie te ondernemen. Ik zal u uiteraard op de hoogte brengen van de uitkomst van dit proces.

2

Vindt u de aanbevelingen waarin wordt gepleit voor verruiming van belastingaftrek voor bedrijven, het afschaffen van btw op management fee en het verlagen van eisen voor vergunningen net als het Holland

Financial Centre niet of nauwelijks controversieel?

Holland Financial Centre heeft de punten waar naar haar mening de meeste voortgang mee valt te boeken in een top tien samengevat. Of Holland Financial Centre daarbij een (politieke) weging heeft willen geven over de mate waarin de punten controversieel zijn, blijkt niet uit het rapport.

Zoals gezegd zullen de aanbevelingen goed worden bestudeerd. Aan de hand van onder meer de uitkomsten daarvan zal worden besloten wel of geen actie te ondernemen.

3

Kunt u zich herinneren dat u tijdens het algemeen overleg op 5 juli jl. hierover hebt gezegd «Op het moment dat het een lobby wordt, ben ik er uit» ?

Ja.

4

Is hier naar uw oordeel al sprake van politieke lobby? Zo ja, welke consequenties wilt u daaraan verbinden? Zo neen, wanneer is er naar uw oordeel dan wel sprake van politieke lobby?

Van belang is of een open en constructieve dialoog kan bestaan tussen overheid, de financiële sector en andere betrokkenen. In die dialoog kan en moet ook de ruimte bestaan om ideeën, knelpunten en mogelijke oplossingen te wisselen. Bepalend is de vraag of alle betrokkenen zich nog herkennen in de gezamenlijkheid van de na te streven doeleinden. Zodra een of enkele partijen hun eigen belang of een deelbelang te sterk voorop stellen, kan de gezamenlijkheid in de nagestreefde doelen verdwijnen. Een dergelijke eenzijdigheid kan uiteindelijk niet of minder productief blijken.

Het kabinet en de bij het HFC betrokken ministers moeten zonder enige gebondenheid aan HFC hun verantwoordelijkheid als minister kunnen blijven invullen. Gesteld dat HFC inderdaad eenzijdig en vasthoudend een deelbelang naar voren zou brengen, dan schiet het haar (eigen) doel voorbij. Dat zou ook een moment zijn waarop de betrokkenheid van de overheid ter discussie kan komen te staan. Op dit moment is dat mijns inziens niet het geval.

5

Bent u reeds bekend met de overige veertig aanbevelingen?

Ja. Deze aanbevelingen zullen ook worden bekeken en gewogen. Dit proces moet nog plaats vinden. Tijdens de beoordeling van de aanbevelingen zullen waar relevant ook andere belangen worden meegewogen dan alleen het verbeteren van het vestigingsklimaat, zoals bijvoorbeeld de bescherming van de consument, mogelijke Europese aspecten en de budgettaire effecten. Ik zal u op de hoogte houden van de ontwikkelingen.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos