Elektronisch kinddossiers in 2009 ingevoerd in de jeugdgezondheidszorg
Eind 2009 moeten alle instellingen in de jeugdgezondheidszorg werken met digitale dossiers voor de kinderen. In de toekomst moet het elektronisch kinddossier kunnen aansluiten bij het elektronisch patiëntendossier in de zorg.
Dit staat in een brief van Minister Rouvoet aan de Tweede Kamer over de voortgang van het elektronisch kinddossier in de jeugdgezondheidszorg (ekd jgz).
Allereerst moeten de huidige papieren dossiers gedigitaliseerd worden. Instellingen schaffen hiervoor zelf een softwarepakket aan en zorgen er zelf voor dat hun medewerkers daarmee kunnen werken. De gemeenten zijn bestuurlijk verantwoordelijk en treden op als financier. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat met subsidie van Jeugd en Gezin gemeenten en jgz-instellingen begeleiden bij de invoering.
2009 invoeringsjaar
Begin 2009 moeten alle jgz-instellingen bezig zijn met het invoeren van de digitale dossiers. In aansluiting hierop geldt 2009 als een invoeringsjaar. Eind 2009 moet het mogelijk zijn dat alle instellingen met digitale dossiers werken. Elk kind krijgt dan vanaf het eerstvolgende contactmoment met de jgz een digitaal dossier.
Landelijk op elkaar aansluiten
Informatie uit de dossiers moet landelijk elektronisch kunnen worden overgedragen, als de kinderen in zorg komen bij een andere jgz-instelling. Dit moet snel, beveiligd en betrouwbaar gebeuren. Rouvoet: ‘Omdat ik het belangrijk vind hiervoor een toekomstbestendige oplossing te kiezen heeft het mijn voorkeur om te kiezen voor aansluiting bij het Landelijk SchakelPunt (LSP) van de AORTA-zorginfrastructuur. Daarmee worden dan tegelijkertijd een aantal stappen gezet die noodzakelijk zijn om te zijner tijd aan te kunnen sluiten bij het Elektronisch Patiënten Dossier in de zorg. Deze ontwikkeling wordt zowel door mij als door de minister VWS als wenselijk gezien.’