Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Spekman en Tang over de terugbetaling van onterecht ontvangen huur- en zorgtoeslag door vluchtelingen die onder de generaal-pardonregeling vallen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Z-K-U-2849295

17 juli 2008

Hierbij zend ik u, mede namens de Ministers van Justitie, voor Wonen, Wijken en Integratie en de Staatssecretaris van Financiën, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Spekman en Tang (PvdA) over de terugbetaling van onterecht ontvangen huur- en zorgtoeslag door vluchtelingen die onder de generaal-pardonregeling vallen (2070819440).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

1. Bent u op de hoogte van het gegeven dat een aantal gezinnen in Pijnacker-Nootdorp, voor wie in afwachting van de toepassing van de pardonregeling door de gemeente woonruimte werd geregeld, en die met hulp van Vluchtelingenwerk Delft zorg- en huurtoeslag aanvroegen en toegewezen kregen door de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze gezinnen aan alle voorwaarden voor het generaal pardon voldeden, deze zorg- en huurtoeslag over de periode dat ze nog geen officiële verblijfstatus hadden, moeten terugbetalen aan de Belastingdienst/Toeslagen, omdat volgens de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen mensen pas recht op toeslagen kunnen hebben als ze een geldige verblijfstatus hebben?

Ik ben bekend met dit bericht. Overigens is de situatie anders dan in de vraagstelling is weergegeven: de Belastingdienst/Toeslagen velt geen oordeel over de vraag of vreemdelingen aan de voorwaarden voldoen als neergelegd in de ‘Regeling ter afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet’ (hierna: de Regeling) en kent geen toeslagen toe op die basis. De IND is de verantwoordelijke instantie voor de toetsing of vreemdelingen voldoen aan de voorwaarden van de Regeling. De IND heeft als enige instantie het volledige zicht op de vreemdelingrechtelijke situatie van betrokkenen. Dit geldt tevens als vreemdelingen door middel van een burgemeestersverklaring worden aangedragen bij de IND.De Belastingdienst/Toeslagen daarentegen verstrekt op basis van de aanvraag slechts een voorschot aan de aanvrager. De systematiek voorziet erin dat in eerste instantie de aanvrager zelf moet bepalen of die voldoet aan de gestelde voorwaarden. Via de website waar de aanvraag voor een toeslag kan worden ingevuld, wordt informatie verstrekt over wanneer er recht op een toeslag bestaat. Via toezichtacties toetst de Belastingdienst/Toeslagen of het voorschot terecht wordt verstrekt en of dit het juiste bedrag is. Om de verstrekking van voorschotten niet te vertragen vindt een dergelijke toetsing niet vooraf plaats.Zo spoedig als mogelijk controleert de Belastingdienst/Toeslagen of er recht bestond op de toeslag en wordtde definitieve toeslag vastgesteld op basis van de systematiek van deAlgemene wet inkomensafhankelijke regelingen(hierna: Awir). Een controle op de aanwezigheid van een verblijfsdocument dat recht op toeslagen geeft, maakt deel uit van het toezicht.

2. Bent u op de hoogte van het gegeven dat deze gezinnen een minimuminkomen hebben en dat het terugbetalen grote financiële problemen tot gevolg heeft?

Nee, ik ben niet op de hoogte van de financiële positie van deze gezinnen.
Om te voorkomen dat grote financiële problemen ontstaan biedt de Belastingdienst/Toeslagen voor gezinnen die in betalingsproblemen komen de standaard betalingsregeling aan. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid van een betalingsregeling op maat. Deze regeling, opgenomen in de Uitvoeringsregeling Awir en de Leidraad Invordering 1990 komt op het volgende neer. Als belanghebbende schriftelijk aangeeft niet in staat te zijn de terugvorderingsschuld toeslagen te betalen overeenkomstig de standaard betalingsregeling, kan de Belastingdienst/Toeslagen hem een betalingsregeling op maat toestaan op basis van zijn betalingscapaciteit. Ik ga er vanuit dat er zich in dit specifieke geval dan ook geen grote financiële problemen voordoen of voor gaan doen.

3. Deelt u de mening dat niet van deze gezinnen verwacht kon worden dat zij op de hoogte waren van de omstandigheid dat ze geen recht op huur- en zorgtoeslag hadden?

Ik deel deze mening niet. Van deze gezinnen kon verwacht worden dat zij ervan op de hoogte waren geen recht op huur- en zorgtoeslag te hebben. De vreemdelingen in kwestie voldeden ten tijde van de aanvraag niet aan de weergegeven voorwaarden. De gezinnen waren nog niet in het bezit van een verblijfsvergunning gesteld. Vreemdelingen zonder verblijfsvergunning mogen geen zorgverzekering afsluiten op basis van de Zorgverzekeringswet. Van de betrokken maatschappelijke organisaties die de gezinnen bijstaan, mag verwacht worden dat zij de beschikbare informatie kunnen interpreteren en dat zij hadden moeten weten dat vreemdelingen pas recht hebben op toeslagen als ze in het bezit zijn van een verblijfsstatus, die voorwaardelijk is voor het recht op toeslagen. Dat de aanvrager niet bekend was met de regelgeving blijft echter voor risico van de aanvrager.

4. Deelt u de mening dat de financiële gevolgen van het onterecht ontvangen van de huur- en zorgtoeslag in deze situatie niet op de ontvangers afgewenteld zou moeten worden, temeer daar zij aan alle voorwaarden voor het generaal pardon voldeden?

Nee. Vreemdelingen, de gemeenten waar zij wonen en/of maatschappelijke organisaties die hen bijstaan, kunnen niet al op voorhand met zekerheid vaststellen dat er aan de voorwaarden voor de Regeling is voldaan. Zie verder de beantwoording van de vragen 1 en 2.

5. Bent u bereid een oplossing te zoeken waarbij deze gezinnen ontzien worden?

Ik ben van mening dat dit niet nodig is. De bij de beantwoording van vraag 2 genoemde betalingsregelingen biedt de gezinnen voldoende mogelijkheden om aan hun betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.

6. Bent u bereid de terugvordering van de onterecht ontvangen zorg- en huurtoeslag zo snel mogelijk stop te zetten?

Nee. Zie antwoord op vraag 5.