Antwoorden op kamervragen over het politieke klimaat op Aruba en de Nederlandse Antillen
Antwoorden op kamervragen van het lid Brinkman (PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de minister van Justitie over het politieke klimaat op Aruba en de Nederlandse Antillen. (Ingezonden 26 juni 2008)
1. Vraag
Kent u het bericht ‘Procureur Jörg: “Naargeestig politiek klimaat op Aruba”’? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Wanneer was u op de hoogte van de ernstige aantijgingen van voorbeelden van corruptie, zoals belangenverstrengeling, vriendjespolitiek en nepotisme, waarover de PG van Aruba spreekt en wat hebt u vervolgens hiermee gedaan?
2. Antwoord
De afgelopen tijd zijn door het Arubaanse Openbaar Ministerie diverse gevallen van corruptie voor de rechter gebracht. In een aantal gevallen heeft dat geleid tot een veroordeling. In gesprekken met, onder andere, de minister-president van Aruba heb ik mijn zorg geuit en gesproken over verbeteringen in het systeem, die corruptie kunnen voorkomen.
3. Vraag
Hoeveel geld is er gemoeid met deze vorm van corruptie in de afgelopen vijf jaar op Aruba?
3. Antwoord
De aanpak van corruptie is een landsaangelegenheid. Het is mij niet bekend hoeveel geld er gemoeid is met corruptie.
4. Vraag
Hoeveel aanbestedingen zijn niet altijd transparant gedaan, hoeveel geld was met deze projecten gemoeid en is hiernaar een strafrechtelijk onderzoek ingesteld? Wat is de reden geweest dat dit niet is gebeurd?
4. Antwoord
Wanneer een aanbesteding niet conform de regelgeving van het land uitgevoerd is, kan een benadeelde partij zich tot de rechter wenden. In sommige gevallen is er ook een rol voor het strafrecht weggelegd. Aangezien deze zaken een autonome Arubaanse aangelegenheid zijn, heb ik geen inzicht in het verloop van Arubaanse aanbestedingszaken.
5. Vraag
Bent u van mening dat het onacceptabel is dat er een achterstand van meer dan 300 wetten bestaat? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
5. Antwoord
Het is mij bekend dat er een wetgevingsachterstand is. Ook dit is een aangelegenheid van het land Aruba. Nederland levert technische bijstand om Aruba bij het wetgevingsproces te ondersteunen en deze achterstand zo spoedig mogelijk weg te werken.
6. Vraag
Bent u van mening dat iedereen die, via vriendjespolitiek of nepotisme aan een baan is gekomen, op staande voet ontslagen zou moeten worden en, indien dit in de toekomst nogmaals plaats vindt, vervolgd moet worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit initiëren?
6. Antwoord
Bij indienstneming van personeel staat de geschiktheid voor de functie voorop. Objectiviteit en transparantie in het proces zijn belangrijk. Ik ga ervan uit dat Aruba het belang van deze criteria onderschrijft. Het personeelsbeleid is echter een autonome Arubaanse aangelegenheid. Ik heb dan ook geen inzicht in de personele wisselingen in het Arubaanse overheidsapparaat.
7. Vraag
Hoe komt tot uiting dat het OM op Aruba “op verzet stuit als het meer doet dan het bestrijden van straatcriminaliteit”? Kunt u tevens aangeven op welke wijze het OM dit verzet heeft getracht te breken en of hierbij strafbare feiten door derden zijn gepleegd?
7. Antwoord
Het Openbaar Ministerie moet zijn werk onafhankelijk, binnen de reguliere gezagsverhoudingen, kunnen uitvoeren. Het Openbaar Ministerie is echter een Arubaanse aangelegenheid en ik ben dan ook niet in de positie om te beoordelen welke stappen het Openbaar Ministerie in welke situatie heeft ondernomen of had moeten ondernemen.
8. Vraag
Kent u, mogelijk via het OM, ook beschuldigingen van hetzelfde type of combinatie van type als betreffende Aruba, die het land Nederlandse Antillen betreffen? Zo ja, kunt u dan bovenstaande vragen, met uitzondering van vraag 5, ook beantwoorden voor het land Nederlandse Antillen?
8. Antwoord
Zie, mutatis mutandum, het antwoord op bedoelde vragen. Graag verwijs ik tevens naar mijn brief van 20 maart 2008 met kenmerk 31200 IV nr. 34.
9. Vraag
Deelt u de mening, dat indien dezelfde aantijgingen ook voor de Nederlandse Antillen gelden, de schuldsaneringsvoorstellen niet mogen doorgaan?
9. Antwoord
Antwoord Zoals ik u in mijn brief van 20 maart 2008 (kenmerk 31200IV, nr. 34) heb gemeld, laten de Nederlandse Antillen zien hun verantwoordelijkheid voor de aanpak van corruptie serieus te nemen. Ik spreek hierover met de Antilliaanse regering en corruptiebestrijding is een belangrijk onderwerp in het staatkundig proces. De instelling van financieel toezicht is één van de maatregelen die fraude en verduistering van overheidsmiddelen moet tegengaan. Voor Nederland is de instelling van het financieel toezicht een harde eis voor de start van de schuldsanering.