Pps voortgangsrapportage 2007/2008
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Uw brief (Kenmerk): 27 maart 2008
Ons kenmerk: Fin 2008-00163
Geachte voorzitter,
Mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, en de ministers van Verkeer en Waterstaat, Defensie, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken wil ik uw Kamer informeren over de voortgang in het beleid en in de uitvoering van diverse vormen van publiek-private samenwerking.
Achterliggend aan deze brief treft u de pps voortgangsrapportage 2007/2008. Deze sluit aan op de aan uw Kamer eerder verzonden voortgangsrapportages uit 2006, 2004 en 2002.
Publiek-private samenwerking is een begrip waaraan door verschillende partijen op verschillende wijze invulling gegeven wordt. Deze voortgangsrapportage gaat vooral over pps bij de uitvoering in de vorm van DBFM(O) – voor de realisatie van vastgoed en infrastructuur de meest geï ntegreerde contractvorm, zodat samenwerkingsvoordelen maximaal benut worden. De rapportage laat pps bij gebiedsontwikkeling buiten beschouwing. De ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zullen u daarover separaat informeren.
Onderdelen van de achterliggende pps voortgangsrapportage gaan ook over de toepassing van publiek-private samenwerking bij infrastructuur in Nederland. Deze rapportage kent evenwel geen overlap met de adviesvraag gedaan door de minister van Verkeer en Waterstaat in het najaar van 2007 aan de commissie Ruding om te adviseren over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder private financiering van infrastructuur mogelijk is. Het advies van de commissie Ruding zal uiteraard betrokken worden bij de toekomstige vormgeving van het pps-beleid op het gebied van infrastructuur.
Achterliggende pps voortgangsrapportage geeft een overzicht van de stand van zaken en behaalde resultaten met publiek-private samenwerking in Nederland, de geleerde lessen uit binnen- en buitenlandse ervaringen en benoemt de uitdagingen om de projectenstroom te vergroten en transactietijden en -kosten te verlagen door in te zetten op standaardisering, kennismanagement en -behoud, op een structurele(re) inbedding in de besluitvorming van overheidsorganisaties en in publieke sectoren, en op een verbreding naar nieuwe sectoren.
De rapportage geeft zo weer welke de beleidsambities zijn van de regering op het gebied van publiek-private samenwerking bij de Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat, Defensie en in de sectoren onderwijs en zorg.
Hoogachtend,
De Minister van Financiën,
Wouter Bos