Onderzoek naar een reizigerstrein die in de Schipholtunnel voorbij een gedoofd sein rijdt, dat rood behoort te tonen
Een storing in de seinbeveiliging van de Schipholtunnel was de reden dat een trein op maandag 26 november 2007 ongemerkt een rood sein kon passeren. Dat stelt de Inspectie Verkeer en Waterstaat in deze onderzoeksrapportage naar het incident.
Door een defect in de stroomtoevoer functioneerden meerdere seinen in de tunnel niet. Bij binnenkomst op het station realiseerde de machinist van de trein zich dat het voor hem bestemde spoor nog bezet was. Hij kon de trein door de lage snelheid ruim op tijd tot stilstand brengen.
Tijdens het onderzoek bleek ook dat gedoofde seinen in de tunnel moeilijk zijn waar te nemen. Bovendien was de machinist niet goed op de hoogte van de positie van de seinen omdat het spoorbeveiligingssysteem in de tunnel, waaronder de positie van de seinen, in het weekeinde voorafgaand aan het incident was aangepast. Verder heeft spoorwegbeheerder ProRail te weinig tijd heeft gelaten tussen de bekendmaking van de nieuwe beveiligingsinstallatie en het uitvoeren van de werkzaamheden. De NS werd een dag van tevoren geïnformeerd. Doorgaans staat hier vier weken voor. Daarnaast had NS Reizigers er niet voor had mogen kiezen om een machinist in te zetten terwijl de interne informatievoorziening omtrent de wijzigingen nog niet adequaat was afgehandeld.