Kamervragen over de rekenmethodiek van de Ombudsman Financiële Dienstverlening
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's Gravenhage
Uw brief (Kenmerk): 2070816340
Ons kenmerk: FM 2008-00835 U
Geachte voorzitter,
In de bijlage treft u mijn antwoorden aan op de vragen van Kamerlid Vos over de rekenmethodiek van de Ombudsman Financiële Dienstverlening die aan mij zijn toegezonden bij brief van 2 april 2008 onder nummer 2070816340.
Hoogachtend,
de Minister van Financiën,
Wouter Bos
2070816340
Vragen van het lid Vos (PvdA) aan de minister van Financien over de rekenmethodiek van de Ombudsman Financiële Dienstverlening. (Ingezonden 1 april 2008)
1
Kent u het artikel “Wabeke-norm ten onrechte gebaseerd op het bruto fondsrendement”? 1)
2
Wat is uw mening over de stelling van de heer Van Santen dat de aanbeveling van de heer Wabeke voor de compensatie, die is gebaseerd op het bruto fondsrendement, ook had kunnen worden gebaseerd op de inhoudingen op de premie?
3
Kunt u met twee rekenvoorbeelden de verschillen in compensatie aangeven, door in het ene rekenvoorbeeld uit te gaan van compensatie indien er niet meer mag worden gerekend dan 3,5% van de premie en in het andere voorbeeld een compensatie die uitgaat van een maximum van 3,5% van het fondsrendement? Bijvoorbeeld bij een 30 jarige polis, met een premie van 2000 € per jaar, 6334 € kosten over de hele looptijd en een fondsrendement van 6%?
4
Wat zijn de gemiddelde kosten die worden berekend voor beleggingsrekeningen?
5
Hoeveel winst maken verzekeringsmaatschappijen op beleggingsverzekeringsproducten?
- Weekblad voor de Financiële Dienstverleners, 19 maart 2008
Antwoorden
1
Ja
2
Deze problematiek is civielrechtelijk en speelt tussen polishouders en verzekeringsmaatschappijen. Ik ben daarin geen partij, maar ik probeer wel bij te dragen aan een effectieve en evenwichtige afwikkeling. Daarom heb ik de Ombudsman verzocht zijn oordeel uit te spreken inzake de problematiek van beleggingsverzekeringen. Hij heeft 4 maart j.l. een aanbeveling gepubliceerd. Daarin maximeert hij kosten als percentage van het brutofondsrendement. Hieraan ligt ten grondslag dat beleggingsverzekeringen bedoeld zijn voor vermogensopbouw en dat daarom het uiteindelijk opgebouwde vermogen relevant is voor de consument in zijn keuze voor een bepaald product. Ik treed overigens niet in de inhoudelijke beoordeling van de aanbeveling.
3
Gezien mijn rol in deze problematiek ben ik ook niet de aangewezen persoon om de gevraagde rekenvoorbeelden te geven. Het Verbond van Verzekeraars heeft zich echter bereid verklaard deze rekenvoorbeelden aan u te verstrekken.
4
De kosten voor het aanhouden van beleggingsrekeningen vallen uit een in de beheerskosten en de transactiekosten van een beleggingsfonds. Er zijn op dit moment geen openbare gegevens over hoeveel de gemiddelde kosten voor beleggingsrekeningen bedragen. Wel biedt de Consumentengeldgids regelmatig overzichten van kosten van beleggingsfondsen. Overigens is dit slechts één van de kostencomponenten van een beleggingspolis.
5
Hoeveel winst verzekeringsmaatschappijen maken op beleggingsverzekeringsproducten is op basis van publieke informatie niet te bepalen. Dit verschilt hoogstwaarschijnlijk per aanbieder en per periode.