Toespraak bij het seminar 'De ambities van de duurzame zuivelketen'
Toespraak door de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij het seminar 'De ambities van de duurzame zuivelketen' op 10 juli 2008 in Den Haag.
Het is goed om te zien dat er veel toekomstgerichte ondernemers zijn die naar voren kijken hoe ze van een probleem een succesformule kunnen maken. Zoals één van deze boeren in het filmpje zei, een win-win-win-situatie: Met mest alternatieve energie maken en daarmee weg te blijven van de discussie over biobrandstoffen en voedsel. Ten tweede benut men niet alleen het witte goud, maar ook het bruin/zwarte goud. En je hoeft de mest niet af te voeren, dat scheelt ook geld.
Dames en heren,
Het is aan koplopers en aan boeren af te lezen. Het is ook aan de samenleving, en eigenlijk aan alles te merken. Er ontwikkelt zich een nieuw waardenpatroon. Het heet: duurzaamheid.
Duurzaamheid betekent dat we onze planeet goed willen beheren. Zodanig dat onze kleinkinderen er gezond en veilig op kunnen leven. Duurzaamheid is geen noodzaak, maar een realiteit, die zich met sprongen en sprongetjes ontwikkelt. Sommigen vinden het met de snelheid van de processie van Echternach gaan. Maar ik noem het 'groene revolutie', omdat het ingrijpt op een heel systeem. Alle bedrijven, alle sectoren krijgen ermee te maken. En het geeft dynamiek, maatschappelijk en economisch.
We hebben ook een dynamisch half jaar achter de rug. Ik kijk graag nog eens met u terug. U heeft mij om een internationale beschouwing gevraagd. Maar ik wil niet voorbij gaan aan de daadkracht die u in eigen land laat zien. Ik neem dit in mijn terugblik mee. Nationaal betekent in deze sector vaak internationaal.
Eind januari heb ik uiteengezet hoe ik de toekomst van de veehouderij zie. In vijftien jaar tijd moet de veehouderij een grote sprong hebben gemaakt richting verduurzaming. U produceert dan met respect voor mens, dier en milieu. Voer-mestkringlopen zijn dan gesloten of bijna gesloten. Het welzijn van het vee staat prominent op de agenda.
Voordat ik daarmee kwam, heb ik goed naar uw sterke punten gekeken. Waar zit uw kracht. En ik heb geluisterd. Mijn conclusie is dat uw sector de groene revolutie aankan: de veehouderij staat open in de wereld, u neemt er in de keten een stevige positie in. De infrastructuur is er, de kennis is er, de vernieuwingskracht is er om zuivel echt houdbaar en toekomstgericht te maken. Met een goede bedrijfsvoering en nieuwe technologieën kunt u een nagenoeg gesloten productiecyclus realiseren. Daar komt bij dat de houding van consumenten in Nederland en Europa, en in de VS, mee-verandert: tegenwoordig willen mensen graag weten waar en hoe hun eten is geproduceerd.
Ik ben dan ook trots op de ambitieuze afspraken die wij hebben kunnen maken in het convenant 'Schoon en Zuinig'. U zegt toe om tot 2020 jaarlijks twee procent energie te besparen. Op weg naar 2020 gaat u de uitstoot van broeikasgas met 30 procent verminderen. U gaat mest scheiden om kunstmest te kunnen vervangen. U gaat, via co-vergisting van de mest, heel veel duurzame energie leveren. Het staat allemaal in het convenant dat LTO en de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie met het Rijk afsloten. En dat is, ik zei het al, onderdeel van het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig. U ondertekende dat op de kop af een maand geleden. U was de tweede sector in het land. Daarmee heeft u ambitie getoond en wil u die waarmaken. Daar ben ik trots op.
Op Europees niveau maak ik minstens zoveel afspraken. De voorstellen van de Europese Commissie voor een 'gezondheidscheck', de tussentijdse evaluatie van het Europees landbouwbeleid, zijn erop geënt. U weet dat Brussel in 2015 geen melkquota meer kent. De vraag die ik op dit moment met 26 collega-ministers aan de orde stel: hoe bouwen we verantwoord af? En in welke fasen?
Inmiddels heeft Commissaris Fischer Boel een aantal voorstellen gedaan, die mogelijkheden geven om in te spelen op de groeiende vraag op de wereldmarkt. Al ben ik op het punt van de melkquota teleurgesteld. Vijfmaal één procent uitbreiding per jaar landt daamee niet zacht. Dat is een landing met je neus in het zand. Ik heb mij al eerder hard gemaakt voor tijdelijke quotumuitbreiding. Op mijn initiatief is in april de quotumregeling met 2,5 procent verruimd. Ik ga nu steun verwerven bij de andere lidstaten. Jaarlijks moeten de quota met twee of drie procent omhoog. Het kan ook: de impactanalyse van de Commissie rechtvaardigt de grotere quotumverruiming, zeker voor Nederland. Het zal me niet gebeuren dat we melk moeten importeren uit Amerika, Nieuw Zeeland of Canada. De productie-uitbreiding moet overigens wel plaatsvinden binnen de geldende milieu-randvoorwaarden. Niet alleen op sectorniveau, maar ook op het niveau van het individuele bedrijf.
Wat ik wèl sympathiek vind, is inkomenssteun voor boeren in zogenaamde 'waardevolle' gebieden. De Commissie stelt voor om dat -in jargon- via de nationale inkomenssteunenveloppe te doen. Ik denk dat we hier geschikte gebieden hebben. In het najaar kom ik met een 'houtskoolschets'. Daar staat in hoe maatschappelijk gewaardeerde activiteiten beloond kunnen worden.
Enige tijd geleden sprak ik met ministers van Landbouw van de hele wereld over oplossingen voor de voedselschaarste en de daarmee samenhangende thematiek. In FAO-verband in Rome. Aan de opkomst en de inhoud was te zien dat iedereen ervan overtuigd is dat regeringen ermee bezig zijn. Het werd tijd ook. Landbouw is lange tijd structureel verwaarloosd. Regeringen moeten gericht investeren in de landbouw. Het biedt oplossingen biedt voor voedsel én energie. Ook op mondiaal niveau kun je dus spreken van een groene revolutie.
Niet alleen regeringen hebben een rol. Het gaat om daadkracht. Want die doet daar absoluut niet voor onder. Alle thema's waar regeringsleiders mee bezig zijn - mondiaal en Europees- zie ik hier terug. Regionaal, lokaal en praktisch. Ik herken ze in proefprojecten, in bijzondere initiatieven, in de nieuwe ideeën. Er zijn vast al veel voorbeelden genoemd. Ik noem er een viertal.
- Het samenwerkingsproject Koe in de Wei boekt succes. De groei van het aantal stalkoeien is het afgelopen jaar tot stilstand gekomen.
- De meerjarenafspraak energie voor de zuivelsector werkt: tussen 1998-2007 heeft u met elkaar 9,8 % energie bespaard, waarvan in het laatste jaar 2,7%. Dat smaakt naar meer.
- Interessant vind ik ook de studie "Naar een energieneutrale zuivelketen", ontwikkeld door Innovatienetwerk en Courage. Het idee is dat een collectief van veehouders gas produceert, dat aan het aardgasnet wordt geleverd.
- Ik heb begrepen dat NZO en LTO dit idee in hun duurzaamheidsinitiatief hebben opgenomen. Opnieuw een voorbeeld waarbij u de handen ineen slaat. Samenwerking zoeken met andere partijen, zoals gasleveranciers, dat is vernieuwend denken.
Ik plaats hier graag nog een opmerking bij. U heeft met mestvergisting een belangrijke troef in handen om broeikasgassen te verminderen. Maar voor toepassing op grote schaal moet er nog veel gebeuren. Dat moeten we ons heel goed realiseren. Ik wil de knelpunten, en in het bijzonder de knelpunten rond digestaat, oplossen binnen de afspraken uit het Convenant Schoon en Zuinig. Daar moet ik ook voor naar Brussel. U begrijpt, het is dus niet morgen geregeld. We zijn op weg. Het gaat gebeuren, stap voor stap.
Dames en heren,
Ik gaf het in het begin van mijn verhaal al aan: we bevinden ons in alle opzichten op een punt tussen een neergaande en een opkomende golf in. Neergaand zijn economische verhoudingen waarin bedrijfseconomische belangen, concurrentievoordeel en specialistische kennis voorop staan. Opkomend zijn nieuwe waarden, die naast de oude waarden staan. Daarin draait het om wat ons bindt en om flexibiliteit.
Flexibiliteit-tijd. Dat is op dit moment de tijd die de groene revolutie aanwijst. Verschillende sprekers voor mij hebben er al op gewezen:
- In 2015 fluctueren de voedselprijzen meer dan voorheen. We krijgen voedselflatie.
- Opkomende economieën in Azië in hebben nieuwe voedselbehoeften. Meer voedselflatie.
- Natuur en klimaat laten zich nauwelijks nog voorspellen. Bioflatie.
- We moeten omzien naar alternatieve brandstoffen; olie- en gasvoorraden raken immers uitgeput.
Ik besef dat het veel ondernemerschap vergt om zoveel flexibiliteit op te brengen. Meesurfen op de opkomende golf is -om met Rinus Michels te spreken- 'totaalvoetbal', er is tactiek voor nodig. U moet complexe vragen te lijf, waar geen eenduidig antwoord op bestaat: waar zit samenhang tussen mijn know how, de veehouderij als geheel en de ontwikkelingen in de omgeving? Wat kan ik nu in mijn bedrijf doen om de uitstoot van methaan, lachgas, CO2 te verminderen?
Toch heeft een zo'n flexibele benadering direct impact. Nationaal en internationaal, horizontaal en verticaal. In de politiek, bij het publiek, de maatschappij en binnen ieder bedrijf. En bij grote spelers.
Grote spelers zitten namelijk ook in het spel. 'Groot worden', dat is het recht van iedere ondernemer. Marktmacht creëren is tenslotte een beproefde strategie om speler op een globaliserende markt te worden. Maar bij rechten horen plichten, wettelijke en morele. En daar begint het interessant te worden. Als het op plichten aankomt, is het de kunst om ook die als kans te nemen.
Een voorbeeld uit de industrie. De voorgenomen fusie tussen Friesland Foods/Campina. Dan kan het gebeuren dat innovatieve ondernemers zich op de sector richten. Op u dus.
Het kan gebeuren dat er nieuwe bedrijven omheen groeien. Een beetje zoals de internet-hype uit de jaren negentig, maar dan duurzamer. Maar het gebeurt razendsnel en massaal als in de directiekamers van Meppel en Zaltbommel (en straks Amersfoort) in verduurzaaming gedacht wordt. Als respect en verantwoordelijkheid voor mensen en voor de aarde uitgangspunten zijn en blijven.
U beslist in mijn visie altijd zelf welke mix van activiteiten het voor uw bedrijf wordt. Maar u hoeft het wiel niet zelf uit te vinden. Ik ga u daarbij helpen. Goede afspraken maken tenslotte goede vrienden. Het is mijn missie om het u makkelijker te maken.
Door over de hele linie verbindingen te zoeken en aan te leggen; Met steun voor projecten; Door onderzoek mogelijk te maken, te initiëren en te faciliteren; Door kennis en praktijk bij elkaar te brengen, de universiteit op het boerenerf, de professor tussen de boeren; Door de consument te betrekken; deze moet in alle vrijheid tot bewuste keuzes kunnen komen; En via opdrachten om regels eenvoudig te houden. Zo ontving ik vorige week van de heer Trojan de aanbevelingen van de Taskforce Ammoniak. Ik heb toen gezegd dat ik ze ga gebruiken richting Kabinet en Kamer. Ik heb ook aangekondigd dat ik samen met de provincies en gemeenten een handreiking voor bevoegde gezagen schrijf. Zij kunnen 'm gebruiken bij het verlenen van vergunningen totdat er beheerplannen zijn voor Natura 2000 gebieden.
Dames en heren,
In de aankondiging stond mijn bijdrage omschreven als 'houdbare zuivel' en dat heeft natuurlijk alles te maken met de duurzaamheidsprong en de groene revolutie. Ik ben ervan overtuigd dat u de sprong ook werkelijk gaat maken. Er zijn verbindingen met andere sectoren, er is een infrastructuur, er is technologische kennis. U heeft bovendien alle reden om trots te zijn op de vernieuwende initiatieven en op de ambitieuze afspraken die er liggen. Ik heb ook aangegeven dat er internationaal nog meer kansen komen en hoe ik u daarin steun. En u heeft laten zien hoe spannend en verrijkend dat kan zijn...
'Leven van het land, geven om natuur', dat is ons motto én ook het motto van u en 16 miljoen Nederlanders én ook vele mensen in het buitenland. Zeer waarschijnlijk is het ook onze gezamenlijke toekomst. Mits we hem verzekeren met innovatie en duurzaamheid. En opdat die toekomst aanbreekt, spreek ik drie wensen uit.
- Eerste: laat u leiden door vitaliteit.
- Tweede: blijf 'out of the box' denken.
- Derde: zet uw antwoord te kijk. In de etalage. Deel uw oplossing met anderen.
Ik zal met hart en ziel door te blijven werken aan optimale kansen voor houdbare zuivel. En ook bij u, ik zie toekomst in én ambitie in deze zaal zitten. Ik ben er zeker van dat wij samen de 'wensen' van nu gaan omzettin in werkelijkheid. Ik wens u veel innovatieve kracht en inzet.
Dank u wel.