Commissie Mans bepleit regionale omgevingsdiensten
De handhaving van regels op het gebied van milieu, ruimte en bouwen schiet tekort. Handhavers worden ingehaald door nieuwe ontwikkelingen zoals complexere technologie en globalisering, de inrichting van handhavingsorganisaties is niet toegesneden op de taak die zij moeten vervullen.
Dat concludeert de commissie Herziening Handhavingsstelsel VROM-regelgeving in haar rapport 'De tijd is rijp'. Het rapport werd door voorzitter Jan Mans aangeboden aan de ministers Cramer (Ruimte en Milieu) en Hirsch Ballin (Justitie). De Commissie Mans adviseert de ministers om wettelijk te regelen dat er 25 regionale omgevingsdiensten worden ingericht om de handhaving beter te kunnen uitvoeren.
Burgers en bedrijven
Nu zijn meer dan 500 instanties betrokken bij de handhaving van regels voor de omgeving. Die instanties (gemeenten, waterschappen, provincies, milieudiensten, politie, Openbaar Ministerie, VROM-Inspectie) slagen er vaak niet in effectief en efficiënt naleving van regels af te dwingen op een manier die burgers en bedrijven zo weinig mogelijk belast, constateert de Commissie. Het lukt onvoldoende om een aangepaste reactie te geven op verschillende soorten van overtredingen van omgevingsregels.
Handhaving van de regels bij complexe bedrijfsprocessen met (middel-)hoge risicos en bij mobiele bronnen (transport) en ketens (zoals bij vervuilde bodem en asbest) schiet tekort. De aanpak van calculerende en ronduit criminele organisaties is niet of nauwelijks van de grond gekomen. Landelijke strategieën en plannen worden lokaal niet opgepakt, van de beoogde samenhang tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke aanpak komt weinig terecht. En strafrechtelijke aanpak van (zware) milieucriminaliteit komt onvoldoende van de grond door gebrekkige analyse en uitwisseling van informatie. Gemeenten zijn over de hele linie zeer terughoudend om méér te doen dan waarschuwen. De schaal van veel gemeenten is te klein voor het niveau waarop handhaving moet plaatsvinden. Bedrijven hebben last van gebrek aan deskundigheid van inspecteurs.
Onrechtvaardige verschillen
Fragmentatie van de handhavingsorganisaties samen met vrijblijvendheid in de samenwerking tussen die organisaties zijn het centrale probleem, aldus Mans. Dit leidt tot grote en onrechtvaardige verschillen in de aanpak van de handhaving en in de behandeling van burgers en bedrijven. Ook is de aanpak van mobiele en ketenactiviteiten vrijwel onmogelijk.
Daarom pleit de Commissie Mans voor regionale omgevingsdiensten waar alle gemeenten en provincies en liefst ook de waterschappen verplicht aan deel moeten nemen. De regionale diensten volgen de indeling van de politieregios, houden toezicht op de naleving van een groot deel van de omgevingsregels en bereiden sanctiebesluiten voor. Gemeenten en provincies houden hun bevoegdheden en blijven formeel verantwoordelijk voor de sancties.
Bepaalde taken zoals toezicht op de horeca, woningtoezicht, leefbaarheidszaken en evenementen kunnen wel lokaal worden afgehandeld, meent de commissie. Daarnaast zijn er landelijke handhavingsorganisaties voor de opsporing en vervolging van zware milieudelicten en voor taken die specifieke expertise vragen of maar heel weinig voorkomen zoals het toezicht op BRZO-bedrijven en op internationale afvaltransporten. Veel meer zaken zouden via het bestuursrecht moeten worden afgedaan, het strafrecht moet zoveel mogelijk worden gereserveerd voor (middel-)zware criminaliteit. Het kabinet zal zijn reactie op het rapport uiterlijk in november aan de Tweede Kamer sturen.
De commissie Herziening Handhavingsstelsel VROM-regelgeving bestaat uit drs. J.H.H. Mans (voorzitter), oud-burgemeester van Enschede, H.A. Jansen, Commissaris van politie b.d., prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, Hoogleraar bestuursrecht, i.h.b. handhavingsrecht, UvT, prof. dr. J. de Ridder, Hoogleraar Bestuurskunde aan de RUG.
Download
- De tijd is rijp (pdf, 351 KB)