Financiering spoortunnel Delft is rond
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat, het ministerie van VROM, de provincie Zuid-Holland, het Stadsgewest Haaglanden, de stadsregio Rotterdam en de gemeente Delft zijn overeengekomen om samen een extra bijdrage te leveren aan de bouw van de spoortunnel in Delft.
De unieke samenwerking van rijk, provincie, regio en gemeente maakt het mogelijk om de spoortunnel te gaan bouwen: in ruwbouw voor vier sporen, met twee sporen direct operationeel. Met het besluit is de spoortunnel in Delft voorbereid op toekomstige uitbreiding naar vier sporen. Bijkomend voordeel is dat het casco van de tunnel nu in één keer kan worden gebouwd, wat de bouwhinder voor de stad beperkt.
Vanmiddag (woensdag 9 juli) hebben de betrokken partijen de afspraken beklonken. Dit gebeurde nadat minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat en minister Cramer van VROM hiervoor een overeenkomst hadden getekend met burgemeester Verkerk en wethouder Koning van de gemeente Delft. Bekijk hier de videofilm.
“We maken de stad niet alleen leefbaar, maar we maken het openbaar vervoer ook klaar voor de toekomst”, aldus minister Eurlings. Minister Cramer zei het ‘een grote verbetering’ te vinden als het spoor onder de grond is. “De Spoorzone kan een enorme uitstraling hebben voor de hele stad.”
Minister Eurlings heeft vanmiddag ook de noodzakelijke beschikking getekend, zodat ProRail de bouw van de spoortunnel kan gunnen. Naar verwachting kan de gunning aan een bouwcombinatie in de loop van deze maand nog plaatsvinden.
Noodzaak
De spoortunnel vervangt het bestaande tweesporige treinviaduct door Delft. Vervanging is een noodzaak: het treinverkeer op dit drukste traject in de Randstad levert nu grote geluidsoverlast op voor omwonenden. Bovendien is het viaduct niet berekend op een uitbreiding van de capaciteit. De spoortunnel verbetert de leefbaarheid en maakt een herontwikkeling mogelijk van de Spoorzone tot een aantrekkelijk woongebied met meer ruimte voor groen en water. De spoortunnel geeft bovendien ruimte voor een uitbreiding naar vier sporen, om de bereikbaarheid van de Randstad te verbeteren.
Aanvullende bijdragen
De afspraken die nu zijn gemaakt houden in dat de provincie Zuid-Holland, het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam samen euro 21 miljoen vrijmaken voor het project. De bijdrage van de provincie vereist overigens nog goedkeuring van Provinciale Staten. De gemeente Delft levert een extra bijdrage van euro 5 miljoen. De ministeries van VenW en VROM dragen samen nog eens euro 7 miljoen bij.
De extra bijdragen komen bovenop de bijdragen die het rijk, de provincie Zuid-Holland, het Stadsgewest Haaglanden en de gemeente Delft in 2005 hebben toegezegd. Die afspraken waren nog gericht op de bouw van een 4-sporige tunnel, waarvan om te beginnen een buis voor twee sporen zou worden uitgegraven en ingericht. In 2007 heeft de minister van VenW al aanvullende bijdragen toegezegd, met name voor het ontgraven van de tweede tunnelbuis, die ruimte biedt voor een eventuele toekomstige verdubbeling van het aantal sporen in Delft. Met de afspraken die nu zijn gemaakt is het project financieel sluitend.
Risicoverdeling
Ook over de risicoverdeling zijn nieuwe afspraken gemaakt. In de overeenkomst van 2005 lag het grootste deel van het risico voor de bouw van de spoortunnel nog bij de gemeente Delft. In de aanvullende afspraken is het risico dat de gemeente loopt bij de realisatie van de tunnel nog maximaal euro 5 miljoen. Het ministerie van VenW draagt nu het projectrisico van euro 45 miljoen.
Integrale herontwikkeling
De bouw van de spoortunnel is onderdeel van het project Spoorzone Delft: de integrale herontwikkeling van een gebied van circa 40 hectare, tussen de binnenstad en de woonwijken ten westen en zuiden daarvan. Het project bestaat verder uit een station met een stadskantoor, bijna 1500 woningen, enkele kantoren, de aanleg van een stadspark, waterpartijen, fietsvoorzieningen, parkeerfaciliteiten en wegen.
De voorlopige planning is nu dat de bouw van de spoortunnel begint in 2009. In 2013 kunnen de eerste twee sporen van de tunnel in gebruik zijn, waarna het viaduct kan worden afgebroken. De laatste fase van de stedelijke ontwikkeling is afgerond in 2020.