Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over patiëntenstops in de thuiszorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-2863330

8 juli 2008

Antwoorden van staatssecretaris Bussemakerop kamervragen van het Kamerlid Leijten over patiëntenstops in de thuiszorg. (270824700)

Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichten dat er weer patiëntenstops zijn in de thuiszorg? 1) 2)

Antwoord 1
Het betreft hier patiëntenstops bij individuele zorgaanbieders. Van belang is dat men in overleg treedt met het zorgkantoor zodat de zorgverlening aan de cliënten met een AWBZ-indicatie niet in het gedrang komt.

Vraag 2
Wat vindt u van het handelen van Zorgkantoor Arnhem dat nog niet bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft aangeklopt, terwijl er te weinig budget is?

Antwoord 2
Het zorgkantoor Arnhem is gehouden eerst zelf naar oplossingen te zoeken voordat men een beroep doet op de knelpuntenprocedure van de NZa. Ik heb dan ook waardering voor de opstelling van zorgkantoor Arnhem.

Vraag 3
Wat is uw reactie op het bericht dat het Slingeland Ziekenhuis geen patiënten dreigt op te nemen, omdat gevreesd wordt dat de patiënten te lang in het ziekenhuis blijven liggen omdat er geen thuiszorg voorhanden is?

Antwoord 3
Ik acht de opstelling van het Slingeland Ziekenhuis voorbarig. Ook voor cliënten die zijn aangewezen op thuiszorg na een ziekenhuisopname zal de zorg worden geleverd binnen de geldende voorwaarden. Bovendien heeft het zorgkantoor aangegeven dat de nodige zorg bij andere aanbieders zal worden gecontracteerd.

Vraag 4
Erkent u dat wanneer instellingen financiële problemen hebben, zoals blijkt uit het onderzoek van PricewaterhouseCoopers, zij moeilijk zorg uit hun eigen budget kunnen bekostigen?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?

Antwoord 4
Thuiszorginstellingen zijn verplicht om zorg te leveren zoals vastgelegd in het contract met de zorgkantoren met het bijbehorend budget. Financiële problemen ontheffen de zorgaanbieders niet van deze plicht.

Ik heb kennis genomen van het in opdracht van Actiz uitgevoerde onderzoek. Naar aanleiding van het verzoek van Actiz zal ik in overleg treden over de achtergrond van de cijfers. Daarbij vind ik het van belang dat niet alleen de cijfers centraal staan maar wil ik van Actiz ook vernemen hoe de sector omgaat met de veranderingen in de thuiszorgmarkt. Daarbij speelt een rol hoe de sector is georganiseerd en hoe de kostenstructuur is opgebouwd inclusief de salarissen van medewerkers, management en de overhead. Met name de topsalarissen van het management baren mij daarbij zorgen mede gezien de recente casus van Amsterdam Thuiszorg en Stichting Zorgbalans uit Haarlem. Ik wil graag expliciet van Actiz vernemen hoe men aankijkt tegen deze topsalarissen en vertrekpremies, mede gezien het recente standpunt van het kabinet over de topsalarissen in de semi-publieke sector (Tweede Kamer 28479 nr. 36).

Vraag 5
Erkent u dat zolang er een systeem met regiobudgetten in de AWBZ bestaat er altijd gesteggel zal zijn over patiëntenstops en te krappe budgetten? Erkent u dat de regiobudgetten in strijd zijn met het recht op zorg, zoals vastgelegd in de AWBZ? Bent u bereid dit systeem aan te passen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?

Antwoord 5
In het huidige systeem met regionale contracteerruimten is het uitgangspunt dat doelmatig met de gelden wordt omgegaan en de zorg wordt geleverd binnen het beschikbare budget. Er zullen altijd zorgaanbieders zijn die toch meer zorg willen leveren en verzoeken om hun budget naar boven bij te stellen. Dit betreft echter de individuele budgetten.
Voor zover het regionale budgetten betreft zijn deze in principe voldoende om aan de zorgvraag te kunnen voldoen. Een dergelijk systeem is niet in strijd met het recht op zorg zoals vastgelegd in de AWBZ.
Daarbij dient bedacht te worden dat indien zich echte knelpunten zouden voordoen, door niet voorziene ontwikkelingen in de zorgvraag, de mogelijkheid open staat om gebruik te maken van de knelpuntenprocedure. Indien de NZa van oordeel is dat de huidige middelen onvoldoende zijn kan zij adviseren extra midden ter beschikking te stellen. In het verleden heb ik het advies van de NZa in dergelijke gevallen gevolgd en kan dan alsnog worden voorzien in een adequate zorgverlening aan cliënten met een AWBZ-indicatie.
Ik zie geen aanleiding om deze systematiek aan te passen. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief over de toekomstvisie AWBZ “Zeker van zorg, nu en straks” (13 juni 2008) wil ik op termijn komen tot meer cliëntvolgende bekostiging.

Vraag 6
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor zorg te dragen dat ieder de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft? Bent u bereid hierin de regie te nemen?

Antwoord 6
Op 8 juli heb ik uw Kamer een brief gezonden over de zorgverlening in het kader van de AWBZ. In deze brief heb ik aangeven dat mijn uitgangspunt is dat ieder de zorg krijgt die hij nodig heeft binnen de geldende voorwaarden. In de genoemde brief ga ik ook nader in op het rapport van de NZa over dit vraagstuk en de recente ontwikkelingen bij de thuiszorg.
Mijn lijn is dat primair zorgkantoren en zorgaanbieders verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de AWBZ, maar dat ik mijn verantwoordelijkheid neem indien de randvoorwaarden waarbinnen zij deze uitvoering moeten vormgegeven onvoldoende zijn ingevuld of de zorgverlening aan cliënten met een AWBZ-indicatie in het gedrang komt.

Vraag 7
Bent u bereid deze vragen vóór dinsdag 8 juli, 12 uur, te beantwoorden?

Antwoord 7
Gezien de zeer korte termijn, kan ik niet volledig voldoen aan uw verzoek. De antwoorden heb ik u op 8 juli toegezonden.

1) NOS Journaal, 5 juli 2008
2) De Gelderlander, 5 juli 2008

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Leijten (SP), ingezonden 3 juli 2008, (vraagnummer 2070824470), ingezonden 30 juni, (vraagnummer 2070824100) en ingezonden 30 juni 2008, (vraagnummer 2070824110)