Effectiever en sneller omgaan met beroep tegen aanleg van infrastructuur
Als de Raad van State in een beroepsprocedure tot het oordeel komt dat een besluit over infrastructuur gebreken vertoont kan hij een tussenuitspraak doen. Met deze tussenuitspraak stelt de rechter de overheid in de gelegenheid de geconstateerde gebreken weg te nemen, het besluit beter te motiveren of aan te passen voordat de rechter tot zijn einduitspraak komt. Daarmee kan eerder worden begonnen met de aanleg of verbreding van een weg zonder dat de rechten van belanghebbenden worden aangetast.
De ministerraad heeft vandaag op voorstel van minister Eurlings (V&W) en minister Cramer (VROM) ingestemd om een wetsvoorstel over deze zogenaamde bestuurlijke lus toe te zenden aan de Tweede Kamer. In het voorstel van het kabinet wordt de bestuurlijke lus een instrument bij beroepsprocedures op grond van de Tracéwet, Spoedwet wegverbreding en de Wet ruimtelijke ordening.
Besluiten over infrastructuur worden op dit moment verschillende alternatieven gedetailleerd onderbouwd met modelberekeningen. Hierdoor wordt besluitvorming over infrastructuur zeer complex en kwetsbaar. Wanneer de rechter in een beroepsprocedure een gebrek constateert, leidt dat tot (gedeeltelijke) vernietiging van het besluit. Er zal dan een nieuw besluit moeten worden genomen, waar wederom beroep tegen open staat. Toch heeft een nieuw besluit vaak dezelfde uitkomst. De vernietiging van een besluit zelfs bij kleine onvolkomenheden heeft dan grote gevolgen voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden. Met dit voorstel wil het kabinet voorkomen dat het besluit op grond van beperkte onvolkomenheden wordt vernietigd, terwijl het goed mogelijk is om de geconstateerde gebreken binnen de lopende beroepsprocedure worden hersteld. Bij infrastructurele projecten kan zo vertraging worden voorkomen.
Het wettelijk mogelijk maken van deze zogenaamde bestuurlijke lus is ook aanbevolen door de Commissie versnelling besluitvorming infrastructurele projecten (Commissie Elverding). Het kabinet heeft op 23 mei besloten de aanbevelingen van deze commissie over te nemen. De Commissie Elverding heeft verder voorgesteld om de onderzoekslast te verminderen en bij de onderbouwing van een besluit op een meer eenvoudige manier, met vuistregels en bandbreedtes te werken. Deze en andere aanbevelingen maken besluiten minder kwetsbaar in beroepsprocedures zonder af te doen aan de rechten van belanghebbenden. Dit wordt versterkt door het huidige kabinetsvoorstel om als de rechter dan toch een onvolkomenheid vaststelt in het besluit, dit middels een tussenuitspraak hersteld kan worden.
Het kabinet is van mening dat de bestuurlijke lus niet in alle gevallen zal leiden tot versnelling. Maar voor die gevallen waarin dat wel kan, wil het kabinet alle instrumenten voor handen hebben om besluitvorming te versnellen. De rechter is overigens niet verplicht om een tussenuitspraak te doen. Een voorwaarde is dat de toepassing van de bestuurlijke lus naar de mening van de rechter op korte termijn moet kunnen leiden tot herstel van het geconstateerde gebrek. Het kabinet komt na de zomer met een uitgewerkt actieplan waarin de aanbevelingen van de Commissie Elverding verder zijn uitgewerkt.