Toespraak van staatssecretaris A. Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de opening van de bijeenkomst Kinderen doen mee! op 30 juni 2008 in Utrecht
Dames en heren, beste collega's, beste wethouders.
Heel hartelijk welkom in stadion de Galgewaard op deze feestelijke dag waar we straks met heel veel wethouders het convenant Kinderen doen mee! gaan ondertekenen. Ik heb de afgelopen dagen al wat armspieroefeningen gedaan om een lamme hand te voorkomen als ik zometeen tientallen keren mijn handtekening moet zetten! Maar dat heb ik er voor over. Want die handtekeningen zijn mij een lief ding waard. Bestemd om kinderen uit arme gezinnen deel te laten nemen aan sport, cultuur of andere buitenschoolse activiteiten. Zo’n honderd convenanten zijn het er tot nog toe. En het worden er nog meer. Bedoeld voor honderdduizenden jongens en meisjes. Voor hen zetten we handtekeningen. Met al die kinderen gaan we leuke dingen doen! Daar doen we het voor! Ik zag vorige week een film op tv waarin een alleenstaande moeder met haar 9-jarige zoontje figureerden. De jongen zat op voetbal en verheugde zich op het jaarlijkse voetbalkamp. Maar toen de bus vertrok mocht hij uiteindelijk niet mee. De (gescheiden) vader was zijn belofte om het benodigde geld over te maken niet nagekomen, de moeder had het geld niet en de clubleiding was onverbiddelijk…..
Fictie? Het is maar een film? Zoiets gebeurt toch niet? Ik zou er niet zo zeker van zijn. Ìk vind dat het niet mág. Dat het niet kàn. Maar het gebeurt. In Nederland groeien zo rond de 400.000 kinderen op in arme gezinnen. Op zich komen ze niks tekort: Ze hebben te eten, een dak boven het hoofd en gaan naar school. Maar dat is het dan vaak. Lid van een voetbalclub zit er niet in. En een muziekinstrument? Weet je wat dat kost? Net zoals een computer met internetverbinding duur is en ook een abonnement voor het zwembad al gauw in de papieren loopt. Daarom hebben we met z'n allen afgesproken dat in deze kabinetsperiode het aantal kinderen dat om redenen van armoede niet meedoet, met zeker de helft omlaag moet. Om dat ambitieuze aantal te bereiken maken we afspraken waar we elkaar aan mogen houden. Afspraken zoals neergelegd in het convenant die wat mij betreft, en hopelijk ook voor u, bindend zijn!
Ik wil, zoals dat heet, de reproductie van armoede tegengaan.Want het overdragen van armoede is niet eerlijk. Ik wil dat er een eind komt aan het automatisme dat kinderen uit arme gezinnen minder kansen hebben dan andere kinderen. Want ieder kind is gelijk. Daar ligt mijn prioriteit. Ik illustreer het altijd met het voorbeeld van een Turkse man: Half vijftig, halfgeletterd en werkloos. Daar moeten we als overheid heel veel in investeren, maar het rendement zal niet verschrikkelijk hoog zijn, hoewel alle kleine beetjes helpen. Ik constateer dat met pijn in het hart, want ik wil mensen niet afschrijven. Maar wat ik nìet accepteer is dat zijn kind, dat misschien zeer getalenteerd is, niet verder komt louter en alleen omdat zijn vader geen geld heeft. Dus investeer in het kind. Dat geld verdient zich dubbel en dwars terug en legitimeert dus ook de keuze die we maken. En dan is investeren in een computer en internetverbinding voor die jongen uitermate nuttig, net als sport en meedoen aan cultuur.
Ik heb de afgelopen jaren geleerd dat armoedebeleid niet alleen het verstevigen van de materiele positie van mensen inhoudt. Dat armoedebeleid eerder gezien moet worden als het investeren in mensen. Ik zeg altijd maar zo: Een tas boodschappen is beperkt houdbaar. Hoe belangrijk het ook is, het brengt mensen niet echt in de positie dat ze krachtiger worden om hun eigen toekomst aan te kunnen. Investeren in mensen om hen in staat te stellen de toekomst in eigen hand te nemen is de keuze die dit kabinet maakt. Waarmee geenszins gezegd is dat wij onze handen aftrekken van mensen die wel aangewezen zijn op die tas boodschappen. De regelingen die we hebben op dit punt blijven ook bestaan. Met de gemeenten ben ik overeengekomen armoede en schulden terug te dringen. In totaal trekken we daar deze kabinetsperiode zo'n 300 miljoen euro extra voor uit, naast het geld waarover gemeenten via het gemeentefonds al konden beschikken. Zo krijgen gemeenten meer vrijheid om gezinnen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen een extraatje te geven.
De Kinderen doen mee!-convenanten maken deel van dat pakket van 300 miljoen. Er is dus veel geld beschikbaar. Met dat geld kunnen kinderen uit arme gezinnen meedoen aan sport, cultuur, muziekles of ze krijgen een computer. Daar zorgen de gemeenten voor samen met de sportclubs en andere organisaties. Het is belangrijk dat we het niet alleen bij het uitspreken van ambities laten. Ik heb extra geld beschikbaar gesteld, een handreiking armoedebeleid laten maken en een wetsvoorstel ingediend om u te helpen. U kunt huishoudens met jongeren nu in natura bijzondere bijstand verstrekken voor deelname aan sportactiviteiten, de muziekschool of een PC. Dat betekent een hoop minder rompslomp.
Ook regelt het wetsvoorstel dat u voortaan zelf (in een verordening) de criteria voor de langdurigheidstoeslag mag vaststellen. Daarmee kunt u beter sturen en de langdurigheidstoeslag inzetten als onderdeel van uw re-integratiebeleid. Goed nieuws is dat u met deze wijze van verstrekking van bijzondere bijstand al vooruit mag lopen op de aanvaarding van het wetsvoorstel. U kunt dus nu al aan de slag. Ik heb er alle vertrouwen in dat het geld op de juiste plek terechtkomt. Maar daarmee bent u niet van mij af. Ik wil in gesprek blijven. Wil weten hoe het gaat, wat eventuele knelpunten zijn en mogelijke oplossingen. En hoe ik helpen kan. Het Sociaal Cultureel Planbureau volgt de ontwikkelingen zodat we tussentijds kunnen vaststellen of we op de goede weg zijn. Er is veel geld beschikbaar, maar het is niet vrijblijvend, maar dat is het nooit waar het om kinderen gaat.
De bijeenkomst vandaag is ook bedoeld om u te informeren en inspireren over manieren waarop kinderen kunnen worden betrokken bij kunst en sport. Maar ook voor het leggen van verbindingen tussen de verschillende beleidsterreinen. Verbinden is noodzakelijk: Daarom adviseer ik u: zoek die samenwerking op. Met uw collega-wethouders van jeugdbeleid, sport, onderwijs en cultuur. Dat heb ik ook gedaan en daarom zijn mijn collega's Rouvoet en Dijksma hier ook bij vandaag. Want het gaat om een brede aanpak. In uw colleges met uw collega-wethouders, maar ook met organisaties op het gebied van cultuur, kunst en sport in uw gemeente. Zoek naar een mix van maatregelen. De introductie van de kindpas is een goed voorbeeld. Daarmee kunnen ouders de helft korting krijgen op het lidmaatschap van de sportclub of het zwemabonnement, de muziekles en andere cursussen. Zoek ook samenwerking met scholen. De school is de uitgelezen plek om ouders te bereiken. En vergeet de consultatiebureaus niet. Daar komt 95% van de ouders die je wilt bereiken. Ik geef toe, het is taaie materie. Maar je tackelt het door op meerdere terreinen tegelijk actief te zijn. Wees daar creatief in. Huur voor mijn part een kraam op de markt en ga daar permanent staan als gemeente. Koop zendtijd op de lokale radio en maak een programma waarbij mensen kunnen bellen over het onderwerp. Ik heb zoiets als radiomaker zelf ooit gedaan, en met veel succes. Kijk hoe andere gemeenten het doen. Vind niet opnieuw het wiel uit. Neem drempels en belemmeringen weg. Ontwikkel een passend aanbod van voorzieningen en ga na waar behoefte aan is. Zorg ervoor dat het geld ook echt bij de kinderen terecht komt. Want investeren in kinderen loont. Elke euro die je investeert verdient zich dubbel en dwars terug. En wellicht nog wel meer.Samenwerken, daar gaat dus om. Maak gebruik van de kennis die er in de wijken is en bij sportverenigingen. Alles is mogelijk en nogmaals: wees creatief. Leef u uit! Maar ook: Laat mij weten hoe ik u kan ondersteunen.
Dames en heren, kinderen hebben recht op gelijke kansen om hun talenten te ontplooien, ongeacht het inkomen van hun ouders. Dat geldt voor alle kinderen, want het mag nooit meer zo zijn dat de buurt waar je woont of het gezin waar je opgroeit bepaalt hoe jouw verdere leven er uit ziet. Alle kinderen moeten zich kunnen ontplooien. Ook als hun ouders een dunne portemonnee hebben. Mijn kinderen bespelen een instrument; zij hebben gelukkig een kans gekregen die ik in mijn jeugd niet heb gehad. Op die kans hebben alle kinderen recht. Voor hen doen we het. Voor een betere toekomst van al onze kinderen.
Dankuwel en veel succes!