Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over late zwangerschappen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2849293

30 juni 2008

Hierbij zend ik u, mede namens de minister voor Jeugd en Gezin, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over late zwangerschappen (2070819460).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over late zwangerschappen.
(2070819460)


Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de Tv-uitzending van Zembla over late moederschap?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw mening over de uitspraken van een aantal deskundigen over het feit dat veel vrouwen hun zwangerschap uitstellen, met alle medische gevolgen voor henzelf en hun kind?

Antwoord 2

Het feit dat een zwangerschap op latere leeftijd meer medische risico’s met zich meebrengt, is juist. Belangrijk is dat vrouwen op de hoogte zijn van deze toegenomen risico’s en de afgenomen zwangerschapskans op latere leeftijd (zie ook mijn antwoord op vraag 7). Deze informatie is voor vrouwen via verschillende kanalen vanuit de reguliere gezondheidszorg beschikbaar. Het is de eigen verantwoordelijkheid van vrouwen om te beslissen of en wanneer zij zwanger willen worden.

Vraag 3

Deelt u de mening van de gynaecologen in het genoemde programma, dat late zwangerschap ertoe leidt dat veel IVF-behandelingen moeten worden verricht, en dat de kans op meerlingen en aangeboren afwijkingen groot is? Zo ja, wat is volgens u nodig om de gezondheidsrisico’s die verbonden zijn aan late zwangerschap te verminderen?

Antwoord 3

De essentie van het afgegeven signaal is dat laat moederschap een belangrijke risicofactor van een ongunstige zwangerschapsuitkomst blijkt te zijn. Zie ook mijn antwoord op vraag 6.

Vraag 4

Is het waar dat 45% van de vrouwen die hun eerste kind krijgen 30 jaar of ouder is en bijna 13% van hen zelfs 35 jaar of ouder is?

Vraag 5

Is het waar dat Nederland internationaal gezien in de top van de landen zit waar het gewoon is geworden het eerste kind relatief laat te krijgen?

Antwoord 4 en 5

Het is correct dat Nederland in vergelijking met andere landen met een vergelijkbaar welvaartsniveau een middenpositie inneemt voor wat betreft de leeftijd waarop vrouwen een eerste kind krijgen.

Vraag 6

Is het waar dat veel vrouwen niet op de hoogte zijn van de afnemende kansen op zwangerschap naarmate de leeftijd vordert? Zo ja, op welke wijze kunnen vrouwen worden voorgelicht over de gevolgen van late zwangerschap? Deelt u de mening dat mannen eveneens actief moeten worden betrokken bij voorlichting over late zwangerschap/ouderschap?

Antwoord 6

De beslissing om zwanger te worden is een individuele beslissing die sterk samenhangt met de persoonlijke omstandigheden, sociaalmaatschappelijke overwegingen en daarnaast met inschattingen van medische aard. Veel vrouwen zijn op de hoogte van de sterk afnemende zwangerschapskans bij het ouder worden. Niet bekend is in welke mate zij anticiperen op de toepassing van medische technologiën zoals IVF en in hoeverre zij de succeskans en psychische en lichamelijke belasting daarvan juist weten in te schatten.

Vraag 7

Kent u het advies dat door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg “Uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk probleem?” 2) dat in 2007 aan het kabinet is uitgebracht? Zo ja, wat is het standpunt van het kabinet op dit rapport? Bent u bereid op korte termijn dat standpunt aan de Kamer toe te zenden?

Antwoord 7

De Minister voor Jeugd en Gezin zal in het najaar een Gezinsnota uitbrengen, waarbij ingegaan wordt op het RVZ-advies en de voorlichting aan potentiële ouders over de risico’s van verlaat zwangerschap.

1) Tv-programma Zembla, 27 april 2008

2) Advies Raad voor de Volksgezondheid en Zorg “uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk” Den Haag, 2007