Antwoord op vragen Eerste Kamer over Irak
De minister-president schrijft de Eerste Kamer dat met de beantwoording van de 200 vragen over de besluitvorming met betrekking tot de in 2003 verleende politieke steun voor de inval in Irak nog meerdere maanden gemoeid zal zijn.
Onder verwijzing naar de brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van uw Kamer d.d. 7 mei 2008 kan ik u het volgende berichten. In genoemde brief worden ruim 200 vragen gesteld betreffende de besluitvorming van het Nederlandse kabinet met betrekking tot de in 2003 verleende politieke steun voor de inval in Irak. Tevens werd in voornoemde brief gevraagd om voor 1 juli 2008 een indicatie te ontvangen van de datum waarop de antwoorden tegemoet zouden kunnen worden gezien.
Vanzelfsprekend doet de regering haar uiterste best de vragen op een zo kort mogelijke termijn te beantwoorden, waarbij tegelijkertijd de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht zal worden genomen.
Met de beantwoording van de vragen zoals in genoemde brief zijn gesteld zal dan ook meerdere maanden gemoeid zijn, waarbij voor de regering als uiterste datum het begin van het Kerstreces geldt.
De minister-president,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende