Ondertekening Nationaal Bestuursakkoord Water
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Graag heet ik u allen welkom op deze schitterende locatie aan de Haagse Vijverberg. Normaal gesproken komt het LBOW niet in dit soort statige panden bij elkaar. Maar vandaag hebben we iets bijzonders te vieren: de ondertekening van het geactualiseerde Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).
Als ik hier in deze zaal om me heen kijk, word ik herinnerd aan het feit dat de Nederlandse verhouding met het water – een haat-liefdeverhouding, volgens mij – al eeuwenlang een dominante rol in onze vaderlandse geschiedenis speelt.
Die lijn kunnen we naar de toekomst doortrekken. Want ook in de komende decennia zal onze verhouding met het water veel inspanningen en creativiteit vergen. Financiële inspanningen, maar ook technische en bestuurlijke.
Het geactualiseerde NBW gaat vooral over het bestuurlijke aspect. Een update van het akkoord, dat oorspronkelijk uit 2003 dateert, was nodig. Al was het maar om de samenwerking tussen de vier overheidslagen te bestendigen. Ik noem ook twee inhoudelijke ontwikkelingen.
Ten eerste hebben we natuurlijk de veelbesproken klimaatverandering. De aarde warmt op. Dat betekent enerzijds heviger regenbuien, een hogere afvoer via onze rivieren en een stijging van de zeespiegel. Anderzijds zal er sprake zijn van langere droogteperioden. We zullen, kortom, het water minder makkelijk dan voorheen naar onze hand kunnen zetten.
Voor waterbeheer zal steeds meer ruimte nodig zijn. Daarom moet de watersector de samenwerking zoeken met de mensen van de ruimtelijke ordening. Zo wordt water feitelijk de dominante factor in de ruimtelijke inrichting van ons land.
Dat brengt me op het tweede punt. In de komende decennia zullen grote ruimtelijke investeringen worden gedaan. Het gaat vooral om woningbouw en infrastructuur. We hebben het over langjarige investeringen, die toegesneden moeten worden op het veranderende klimaat en de effecten die dat heeft op het water. Dat vergt vooruitkijken en anticiperen.
Dat is een taak van ons allemaal. Ik ben dan ook erg blij dat het rijk, de provincies, de waterschappen en de Vereniging Nederlandse Gemeenten vandaag het geactualiseerde NBW ondertekenen. Het akkoord zal ons helpen er voor te zorgen dat ons Nederlandse watersysteem op orde komt en ook op langere termijn op orde blijft. Samenwerking tussen de verschillende overheden is daarbij cruciaal, net als onderling vertrouwen en elkaar weten te vinden. Nu al ervaar ik de samenwerking in de waterwereld als heel sterk, en ook besef ik de grote waarde ervan.
In het nieuwe akkoord is meer aandacht voor de invulling en uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. We hebben afgesproken hoe we zullen omgaan met de klimaatscenario’s van het KNMI. Het akkoord doet ook recht aan de verschuiving van planvorming naar uitvoering.
Daarnaast hebben we afspraken gemaakt over de financiering. Vooral de Kaderrichtlijn Water vraagt grote financiële offers van alle partijen. Mede daarom moeten we de maatregelen voortvloeiend uit de Kaderrichtilijn combineren met andere maatregelen. Het mes snijdt dan aan twee kanten: de totale kosten kunnen omlaag en de ruimtelijke kwaliteit van het betreffende gebied gaat omhoog.
Maar, zoals gezegd: daar zijn forse bedragen mee gemoeid, bedragen die we samen zullen moeten opbrengen. Van de kant van het kabinet komt bijna 200 miljoen euro: 115 miljoen voor de synergiemaatregelen en 75 miljoen voor innovatieve oplossingen om de kosten voor de Kaderrichtlijn Water te verlagen.
Dat is, dunkt me, een flinke impuls voor duurzaam, veilig en klimaatbestendig waterbeheer. Van u, de decentrale overheden, verwacht ik een vergelijkbare inspanning.
Tot slot nog een paar woorden over “hoe nu verder”. Alle partijen gaan nu aan de slag met de uitvoering van de afspraken uit het geactualiseerde Bestuursakkoord. De wil daartoe werd vorige week nog door de waterwereld uitgesproken tijdens de Waterpraktijkdag in Den Bosch. Bovendien zal mijn Waterplan een verdere impuls aan de uitvoering geven.
De voortgang zullen we regelmatig in dit forum bespreken. En in 2010 gaan we evalueren en kijken of verdere actualisatie nodig is.
Ik zei al dat het “eerste” NBW dateert uit 2003. Uit een evaluatie twee jaar geleden bleek dat het NBW een stevige bijdrage levert aan de onderlinge samenwerking in de waterwereld. Laten we dus doorgaan op de ingeslagen weg. Want alleen samen zal het ons lukken om ons water tot in de verre toekomst duurzaam en klimaatbestendig te beheren.
Dank u wel.