Brief aan Tweede Kamer over zesde voortgangsrapportage e-overheid
Dit kabinet wil de dienstverlening van de overheid aan burgers en bedrijven merkbaar verbeteren en de administratieve lasten merkbaar verminderen. Burgers en bedrijven worden niet meer van het kastje naar de muur gestuurd, maar worden snel en adequaat geholpen. Een belangrijk middel om dit te bereiken is door gebruik te maken van ICT: de elektronische overheid. De afgelopen jaren zijn er veel bouwstenen van de elektronische infrastructuur tot ontwikkeling gekomen, dit begint nu zijn vruchten af te werpen.
Bijgaand treft u de zesde voortgangsrapportage e-overheid aan, waarin een beschrijving wordt gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten sinds de vijfde voortgangsrapportage. Hoogtepunten zijn hierbij het succesvol invoeren van het burgerservicenummer, het groeiende gebruik van DigiD en het steeds bredere gebruik van ondersteuning via de i-teams. Het burgerservicenummer is ingevoerd op 26 november 2007. De DigiD voor burgers heeft momenteel 6,8 miljoen gebruikers, tevens is 71 pocent van de gemeente inmiddels aangesloten op DigiD voor burgers. De ondersteuning van andere overheden via de i-teams verloopt goed, inmiddels krijgt 85 pocent van de gemeenten ondersteuning of heeft deze gehad.
In het algemeen is het beeld dat de bouw van de infrastructuur van de e-overheid op schema ligt, behoudens de projecten Antwoord ©, eNik en de basisregistratie Lonen, Arbeids- en Uitkeringsverhoudingen, waarover u al eerder bericht heeft ontvangen. Ook met de aansluiting van overheden op de e-overheid wordt gestaag voortgang gemaakt.
Onlangs zond ik u mijn visie op Betere Dienstverlening Overheid en het bijbehorende actieprogramma Dienstverlening en e-overheid, tevens het kabinetsstandpunt op het advies van de commissie Postma/Wallage. Ik ben voornemens hierover op korte termijn met de andere overheden een akkoord te sluiten. Een volgende voortgangsrapportage zal anders van karakter zijn: deze zal gericht worden op de stand van ze uitvoering van dit akkoord én op de uitvoering van de eerder aan u toegezonden startbrief Betere dienstverlening aan burgers met minder administratieve lasten.
Bij deze voortgangsrapportage zend ik u het rapport van de Auditdienst die de kwaliteit van de informatie in de voortgangsrapportage heeft getoetst. Daaruit blijkt dat de opbouw van de rapportage consistent is en dat alle feitelijke informatie juist is. De Auditdienst doet een aantal aanbevelingen die ik overneem. De evaluatie heeft plaatsgehad en de werkwijze wordt bijgesteld, ook wat betreft de onderbouwing van de feitelijke informatie. Bovendien zal in de volgende rapportage een planning van het project Digitale Uitwisseling van Ruimtelijke Processen worden meegenomen.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten