Extra geld voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties
Er komt extra geld voor de opvang van slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Het gaat om een bedrag van 18 miljoen euro in 2008, oplopend tot 32 miljoen in 2012. Dat geld gaat onder meer naar 100 extra opvangplaatsen voor slachtoffers van dergelijk geweld. Dat maakte staatssecretaris Bussemaker bekend tijdens de bijeenkomst ‘Beschermd en Weerbaar’. Hieronder staat de volledige tekst van haar toespraak.
Dames en heren,
De voorbeelden die we net hoorden zijn de reden waarom we hier vandaag samen zijn. We zijn hier bij elkaar omdat de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties ons allemaal zeer ter harte gaat. We staan met elkaar voor een maatschappelijke opgave om voor de slachtoffers van dit geweld voldoende, snelle en passende hulp en opvang te regelen. Zodat zij weer een leven zonder geweld kunnen leiden. Ik ben dan ook verheugd dat u samen met mij deze opgave aan wilt gaan.
De psychische en fysieke gevolgen voor slachtoffers zijn groot. Maar ook voor de directe omgeving. Vooral de kinderen kunnen grote schade oplopen. Kortom, geweld in afhankelijkheidsrelaties is in onze samenleving in álle omstandigheden onacceptabel.
De huidige opvang en hulpverlening is nog onvoldoende in staat om de problemen aan te kunnen pakken. Daarom ga ik extra investeren. Dit heb ik in mijn brief ‘Beschermd en Weerbaar’ van eind vorig jaar uiteengezet.
Ik noem nog even de drie ambities die ik in die brief uiteen heb gezet en die ik in 2012 gerealiseerd wil hebben.
Ten eerste moet er onmiddellijke en veilige opvang voor slachtoffers zijn. In het bijzonder voor hen die het meeste gevaar lopen. Dit kan letterlijk van levensbelang zijn.
Ten tweede wil ik realiseren dat slachtoffers, daders én kinderen - ongeacht de geweldsvorm - vroegtijdig, snel en goed worden geholpen om weer een leven zonder geweld te kunnen leiden.
En ten derde wil ik bereiken dat alle betrokken professionals risico’s op geweld in afhankelijkheidsrelaties, vroegtijdig kunnen signaleren en weten hoe ze dit kunnen voorkomen.
Uiteindelijk gaat het er om mensen weer perspectief te geven. Om weerbaar en met zelfrespect de regie over hun eigen leven te voeren, zonder geweld.
Om al deze ambities te realiseren stel ik extra geld ter beschikking: bijna euro18 miljoen in 2008, oplopend tot ruim euro32 miljoen vanaf 2012, bovenop het huidige VWS-budget.
Dit geld is onder meer bedoeld voor de uitbreiding van de capaciteit voor de opvang met structureel 100 plaatsen per jaar.
Ten tweede gaat er geld naar sterke, toegankelijke en laagdrempelige Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld, de ASHG’s, die meldingen adequaat en snel afhandelen. Bij een crisis van dreigend huiselijk geweld is er dan voldoende hulp beschikbaar om deze crisis te stoppen en de hulpverlening op gang te brengen. Daardoor is er een samenhangend aanbod voor slachtoffers, daders én eventuele kinderen.
Ten derde is het extra geld bedoeld voor de verbetering van de kwaliteit van de opvang en het verhogen van de deskundigheid van professionals.
Ten vierde gaat het naar een krachtige bestrijding van vrouwelijk genitale verminking en eergerelateerd geweld. Tenslotte stel ik ook geld beschikbaar voor de uitbreiding van de opvangcapaciteit voor tienermoeders.
Van die eerder genoemde 100 extra plaatsen voor opvang van slachtoffers van huiselijk geweld zijn er 40 bedoeld voor opvangplaatsen voor mannelijke slachtoffers in de vier grote steden van ons land. Concrete aantallen van bedreigde mannen zijn overigens niet beschikbaar, maar de praktijk leert dat de behoefte aan opvang groter is dan het aanbod. VWS stelt in totaal euro 8 ton beschikbaar voor deze mannenopvang, waarvan elke G4-gemeente euro2 ton ontvangt voor 2008 en 2009. De gemeenten dragen hetzelfde bedrag bij.
Het overgrote deel van het extra geld dat ik beschikbaar stel gaat naar de specifieke uitkering vrouwenopvang van de 35 centrumgemeenten. Vandaag ontvangen deze gemeenten een informatiebrief wat dit concreet per gemeente betekent.
Maar u begrijpt dat we dit probleem alleen samen kunnen oplossen. En gelukkig ís er al veel in gang gezet de afgelopen jaren, vanuit gemeenten en instellingen.
We beseffen steeds meer dat we elkaar nodig hebben, omdat het bij geweld in afhankelijkheidsrelaties gaat om complexe problematiek.
Gemeenten hebben een cruciale rol om op lokaal en regionaal niveau de regie te voeren over veiligheid, hulp en opvang, partijen bij elkaar te brengen, samenwerking te bevorderen en lokaal de problemen op te lossen. Vrouwenopvang, Advies- en Steunpunten huiselijk geweld, maatschappelijk werk, GGD’en en anderen zetten zich in voor een goed en effectief aanbod voor slachtoffers, plegers en eventuele kinderen.
Omdat we dus allemaal een rol spelen in deze problematiek, heb ik u gevraagd samen met mij de actieverklaring ‘Beschermd en Weerbaar’ te ondertekenen. En ik ben blij dat u met volle overtuiging op deze uitnodiging bent ingegaan.
Vandaag maken we met elkaar afspraken wie er welke extra inspanning gaat leveren. We, dat zijn VWS, de VNG samen met de centrumgemeenten vrouwenopvang, de Federatie Opvang, MOgroep en GGD Nederland.
Ik zelf zal naast het al genoemde extra geld uiteraard de kennisinfrastructuur beschikbaar stellen. Movisie levert daaraan een bijdrage als kennis- en adviescentrum voor maatschappelijke ontwikkeling. Zij hebben veel expertise en goede voorbeelden over onder andere de aanpak van huiselijk geweld. Verder zorg ik voor de samenwerking en afstemming met mijn collega’s van Justitie en Jeugd en Gezin.
De 35 centrumgemeenten vrouwenopvang versterken hun regierol in de aanpak, samen met de omliggende gemeenten. Zij zorgen voor goede en sterke ASHG’s als laagdrempelige voorzieningen én voor goedlopende hulpverlening in hun gemeenten dan wel regio. En tenslotte zorgen zij voor een goede door- en uitstroom en nazorg vanuit de opvang.
De drie brancheorganisaties Federatie Opvang, MOgroep en GGD Nederland gaan zich inzetten voor de kwaliteit van de ASHG’s en de kwaliteit van opvang en hulpverlening aan de betrokkenen. Het feit dat zij vandaag hun eigen intentieverklaring openbaar maken, waarin zij hun samenwerking en inzet voor de ASHG’s beklinken, is een belangrijke stap voorwaarts.In de komende periode gaan we al deze afspraken gezamenlijk uitwerken in een actieprogramma. Bijvoorbeeld hoe we de ASHG’s gaan versterken door middel van het opstellen en invoeren van basisfuncties. De evaluatie van TNO naar de stimuleringsregeling ASHG’s biedt daarvoor belangrijke bouwstenen. Maar het gaat ook om acties voor de hulp en opvang van tienermoeders. Jaarlijks zullen we bij elkaar komen om de voortgang te bespreken. Eind volgend jaar ga ik de balans opmaken om te kijken of we onze afspraken moeten bijstellen.
Met één onderdeel uit dit actieprogramma gaan we vandaag meteen aan de slag. Ik teken met de zorgwethouders van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht een convenant om de eerder genoemde 40 opvangplaatsen voor ernstig bedreigde mannen te realiseren. Dat is hard nodig. Voor deze groep is er geen goed aanbod.
Slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties verdienen het dat we een stap voorwaarts zetten, liefst een flink aantal stappen zetten. En ook dat we dat samen doen: rijk, gemeenten en de sector. De actieverklaring én het convenant zijn het beginpunt voor onze verdere samenwerking voor de komende jaren. Zodat, ik zei het al aan het begin, de slachtoffers weer een leven zonder geweld kunnen leiden.