Energierapport 2008: energievoorziening moet schoner, slimmer en gevarieerder
Dit is een gezamenlijk persbericht van de ministeries van Economische Zaken, Buitenlandse Zaken en VROM.
Er is een fundamentele verandering van onze energievoorziening nodig om het hoofd te bieden aan de stijgende energievraag en de stijgende CO2-uitstoot die op hun beurt leiden tot stijgende energieprijzen. De energievoorziening moet schoner, slimmer en gevarieerder.
De transitie biedt grote kansen voor Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven. Het kabinet investeert in de jaren 2008 tot en met 2011 bijna 7,5 miljard euro in de energievoorziening, intensiveert het internationale energiebeleid en past de wet- en regelgeving aan om de werking van de energiemarkten en het investeringsklimaat te verbeteren. Samen met marktpartijen gaat het kabinet Nederland als gasrotonde uitbouwen, de Noordzee ontwikkelen als duurzame energiebron en zorgen voor een slimme en flexibele energie-infrastructuur. Dat is de kern van het Energierapport 2008 dat minister Van der Hoeven van Economische Zaken, minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en minister Cramer van Ruimte en Milieu aan de Tweede Kamer hebben aangeboden.
De transitie naar een duurzame energiehuishouding moet in samenwerking tussen bedrijven, burgers, kennisinstellingen, belangenorganisaties en overheden worden gerealiseerd. Het kabinet zorgt daarbij voor een set toekomstvaste randvoorwaarden en regisseert en stimuleert om het evenwicht tussen de publieke belangen betrouwbaar, schoon en betaalbaar te bewaren. Er moeten keuzes worden gemaakt voor de lange termijn, zonder de effecten op de korte termijn uit het oog te verliezen. Een te sterke focus op een schone energievoorziening kan de betrouwbaarheid in gevaar brengen. Marktpartijen investeren in energie en zorgen uiteindelijk voor de energiemix waar de afnemer om vraagt. Het kabinet sluit op voorhand geen enkele energieoptie uit. Energiebesparing en duurzame energie worden door het kabinet krachtig gestimuleerd, omdat ze zowel bijdragen aan een schone als aan een betrouwbare energievoorziening. De FES-wet (FES staat voor Fonds Economische Structuurversterking) zal zodanig worden aangepast dat investeringen in verduurzaming van de energiehuishouding uit de gasbaten mogelijk worden.
Het kabinet werkt met marktpartijen aan de uitbouw van Nederland als gasrotonde. Er wordt een aantal maatregelen genomen om de werking van de Nederlandse gasmarkt te verbeteren en samen met buurlanden wordt gewerkt aan het wegnemen van belemmeringen in grensoverschrijdende gashandel. Nog dit jaar wordt een overlegplatform opgericht om voorstellen voor verdere uitbouw van de gasrotonde te ontwikkelen. Via relevante ambassades worden buitenlandse investeerders voorzien van informatie over investeringsmogelijkheden in de Nederlandse gasrotonde. Samen met betrokken partijen bezint het kabinet zich op de toekomst van het gasgebouw; het publiek/private samenwerkingsverband waarin de Staat samen met Shell en ExxonMobil werkt aan de winning en afzet van het gas uit het Groningenveld.
In het internationale energiebeleid staat versterking van de economische relaties tussen energieproducerende en energieconsumerende landen centraal. Het kabinet kiest voor een én-én benadering: in EU-verband pleit het kabinet voor een stevig en eenduidig intern en extern energiebeleid. Tegelijkertijd gaat het kabinet strategische allianties aan met landen die gelijksoortige energiebelangen hebben en investeert de komende jaren in het bijzonder in de relatie met de energieproducerende landen Rusland, Kazachstan, Algerije en Saoedi-Arabië. Nederland zet in EU- en IEA-verband actief in op de ontwikkeling van een gezamenlijk gascrisisbeleid, waarbij de nadruk ligt op het ontwikkelen van vraagbeperkende maatregelen.
Er wordt gewerkt aan een Ruimtelijk Perspectief Noordzee om helderheid te bieden over de ontwikkelruimte voor de verschillende gebruiksfuncties van de Noordzee, inclusief energiefuncties zoals windenergie, winning van gas en olie en opslag van gas en CO2. Een forse uitbreiding van wind op zee (naar 6000 Megawatt in 2020) en stimulering van winning van olie en gas uit kleine velden zijn de eerste stappen naar het gebruik van de Noordzee als duurzame energiebron. Maar er zijn ook andere mogelijkheden, zoals getijde- en golfslagenergie, osmose-energie (uit potentiaalverschil tussen zout en zoet water) en algenkweek voor biobrandstoffen. Het kabinet gaat samen met marktpartijen en kennisinstellingen de verschillende mogelijkheden verkennen en uitwerken en zorgt voor een duidelijk toekomstperspectief. Daarbij wordt ook de mogelijkheid van een multifunctioneel energie¬eiland, inclusief grootschalige elektriciteitsopslag, op de Noordzee betrokken.
Om de energie van de bron naar de klant te krijgen is een goede energie-infrastructuur essentieel. De onafhankelijke netwerkbedrijven blijven in publieke handen en gaan een belangrijke rol spelen bij het mogelijk maken van de energietransitie. Het reguleringskader voor de netten wordt op een aantal punten aangepast om ervoor te zorgen dat de toename van duurzame energiebronnen en elektriciteitsproductie bij afnemers zonder vertraging of hoge kosten kan worden ingepast. Het kabinet werkt aan stimuleringsmaatregelen voor netwerkinnovatie en richt in 2008 een taskforce slimme netwerken op die als opdracht krijgt een actieprogramma te maken voor de ontwikkeling van slimme netten in Nederland. Die zijn nodig om elektriciteit effectiever, rendabeler, veiliger en duurzamer te distribueren.
Om geen enkele energie-optie uit te sluiten stimuleert het kabinet de ontwikkeling van CO2-afvang en -opslag krachtig. Aardgas blijft ook de komende decennia een belangrijke rol spelen in de elektriciteitsopwekking. Voor potentiële investeerders in kolencentrales is Nederland een aantrekkelijk land vanwege de kustlocaties. Kernenergie is momenteel goed voor 4 procent van de elektriciteitsproductie in Nederland. Als gevolg van het klimaatprobleem en het schaarsteprobleem wordt wereldwijd steeds meer geïnvesteerd in de bouw van nieuwe kerncentrales. Mede tegen deze achtergrond heeft het kabinet aangegeven dat het denken over kernenergie in de toekomstige brandstofmix niet stil mag staan, ook al is besloten dat in deze kabinetsperiode geen nieuwe kerncentrale wordt gebouwd. In het energierapport schetst het kabinet een aantal mogelijke toekomstscenario's en neemt het kabinet een reeks no-regretmaatregelen om toekomstige besluitvorming niet te bemoeilijken. De komende periode worden de scenario's verder uitgewerkt, zodat een volgend kabinet een verantwoord besluit kan nemen over de toekomstige inzet van kernenergie in Nederland.