Brief aan de Tweede Kamer over Burgernet
Ter uitvoering van het Regeerakkoord en het Beleidsprogramma 2007-2011 is met betrekking tot Burgernet aangekondigd dat na positieve evaluatie van pilots in vijf politieregio’s zal worden besloten over landelijke uitrol van Burgernet. In de brief van 10 maart 2008 kenmerk 2008-0000100483 over het Actieplan overlast en verloedering van mijn ambtgenoten van Justitie, voor Wonen, Wijken en Integratie en voor Jeugd en Gezin en mij is het tijdschema vermeld. Ik informeer u hierbij over aanpassing van het tijdschema.
Voor burgernet wordt een nieuw systeem ontwikkeld. De kosten worden gedragen door mijn ambtgenoot van Justitie en mij. De korpschef van het regionale politiekorps Utrecht is de formele opdrachtgever richting de leverancier en de pilotregio’s zijn bij de ontwikkeling betrokken. Ontwikkeling van een nieuw systeem is nodig, omdat het huidige systeem dat voor de eerdere pilot in Nieuwegein is ontwikkeld niet geschikt is voor plaatsing in de meldkamers van de pilotkorpsen. In verband met vertraging van de oplevering van het nieuwe systeem is onlangs besloten de start van de pilots op te schuiven. De pilots kunnen pas plaatsvinden als het systeem voldoende beproefd is en voldoet aan de gestelde eisen. Burgernet valt of staat immers met een goed werkend systeem. Op dit moment voldoet het systeem nog niet aan de gestelde kwaliteits- en stabiliteitseisen.Dit betekent dat de start van de pilots niet voor, maar na de zomer zal plaatsvinden. De betrokken partijen en organisaties zijn hierover inmiddels geïnformeerd.
Met de leverancier van het burgernetsysteem en de vijf pilotregio’s wordt een nieuwe planning opgesteld. Hierbij zullen ook de consequenties voor het tijdpad voor de evaluatie, de besluitvorming over en de fasering van de landelijke uitrol worden betrokken. Ik kan u hierover nog geen informatie geven. Uitgangspunt voor mij is een goed werkend systeem en een pilot van zes maanden.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst