Oprichtingscongres Aannemersfederatie Nederland

Toespraak minister Van der Hoeven Oprichtingscongres Aannemersfederatie Nederland, Nieuwegein 18 juni 2008

Dames en heren,

Ik ben vereerd dat ik vandaag dit feestelijke oprichtingscongres mag openen, het allereerste congres van de Aannemersfederatie Nederland. Een koepel die veertien branches verenigt. Bij elkaar vertegenwoordigen die ruim 1.700 bedrijven. Die bedrijven hebben een totale omzet van 3,6 miljard euro en bieden werk aan 40.000 mensen. Respectabele cijfers.
Ik wil u, mijnheer de voorzitter, van harte feliciteren, en via u alle leden!

De oprichting van uw federatie is een belangrijke stap op de weg naar de vernieuwing van de bouwsector.
Ik zal u uitleggen waarom.

Zojuist heb ik in het overleg met uw bestuur de beleidsagenda van de AFN gekregen. Een aansprekend stuk vol actuele thema's en verfrissende ideeën. Ik begreep dat u er een aantal zult bespreken op dit congres.

In de beleidsagenda las ik dat de AFN het als een belangrijke taak ziet om de belangen van haar leden te behartigen. In mijn ogen is die taak tweeledig. Ten eerste moeten de wensen van de leden worden vertaald in een gezamenlijk standpunt. In de tweede plaats moeten de leden geïnformeerd worden over belangrijke ontwikkelingen in de sector. Daar ligt voor de AFN een belangrijke taak, in het licht van het vernieuwingsproces in de bouw.

Zoals u weet hebben de ministers van VROM, VenW en EZ in 2004 de Regieraad Bouw I ingesteld. Die heeft de fundamenten voor de vernieuwing neergelegd. Sinds 1 januari 2007 is de Regieraad Bouw II aan de slag om daarop voort te bouwen, samen met de partners in de bouwsector.

Ik het vind het heel belangrijk dat het gedachtegoed en de activiteiten van de Regieraad Bouw in de hele sector doordringen. Niet alleen bij de grote bouwbedrijven maar juist ook bij u, MKB-ers. Uiteindelijk moet de vernieuwing ook bij u plaatsvinden. Ik ga er vanuit dat de AFN u zal informeren over datgene wat de Regieraad doet in het kader van de vernieuwing. En ik neem ook aan dat de federatie uw ervaringen op het gebied van vernieuwing verzamelt en deelt met de Regieraad.

De Regieraad heeft samen met Bouwend Nederland het initiatief genomen tot het oprichten van regionale Regieraden. Met de inzet van deze regionale Regieraden kan de vernieuwingsboodschap nog beter worden verspreid. Ik zou het dan ook van harte toejuichen als er vanuit uw gelederen een nog grotere deelname aan de activiteiten van de regionale Regieraden begroet kan worden.

Een van de voorlopers van de AFN, de CONGA, heeft een vernieuwingsakkoord met Regieraad gesloten. Ik zou het een goede zaak vinden als ook de AFN een dergelijk akkoord zou sluiten. Op die manier kunnen we het vernieuwingsproces in de sector echt vaart geven!

Dames en heren,
Door de bundeling van veertien brancheorganisaties in de AFN wordt het polderlandschap gelukkig weer een stukje overzichtelijker. Daarbij ga ik er wel vanuit dat er géén nieuwe overlegvormen ontstaan. Want die zijn er in de bouw al genoeg. En eerlijk gezegd ben ik daar ook niet zo bang voor. Want in uw beleidsagenda las ik dat de AFN met Bouwend Nederland wil gaan werken aan een samenwerkingsstructuur op het gebied van innovatie. Ik hoop dat de samenwerking niet beperkt blijft tot dat onderwerp, hoe belangrijk dat ook is. Het vernieuwingsproces in de bouw is erbij gebaat dat ook op koepelniveau de belangrijke spelers uit de bouwkolom samen optrekken.

Dames en heren,
Ik wil nog even met u stilstaan bij een ander onderwerp, dat óók hoort bij de vernieuwing van de bouw. En ik weet dat er ook in uw kringen een warme belangstelling voor bestaat: de nieuwe aanbestedingswet.

Bij de voorbereiding daarvan heb ik steeds intensief contact gezocht met alle betrokken partijen, zowel uit het bedrijfsleven als de overheid. Juist om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de soms tegengestelde wensen. Ik heb steeds gezocht naar een balans tussen de belangen van de opdrachtnemers - het bedrijfsleven - en die van de opdrachtgevers, de overheden dus.

Wat is het voordeel van de nieuwe regels?
Om te beginnen gaan we een aantal problemen in de uitvoeringspraktijk te lijf. De nieuwe wet zorgt dat de regelgeving minder rompslomp veroorzaakt, voor ondernemers én overheden. Bovendien wordt de toegang van het MKB tot de markt verbeterd. Verder wordt de toetsing van de integriteit beter geregeld en worden de regels duidelijker, om rechtsonzekerheid bij overheden te voorkomen.
Een ander voordeel van de nieuwe regels is dat ze zodanig zijn opgeschreven dat je ze ook begrijpt als je geen jurist bent.

Wat schiet ú als MKB nu op met de nieuwe wet?

  • Eén: er komen normen voor de eisen aan omzet en ervaring die aanbestedende diensten mogen stellen. Bijvoorbeeld maximaal drie referenties, die bovendien niet meer dan 60% van de waarde hoeven te hebben van de opdracht waar het om gaat. Zo valt het MKB niet onnodig buiten de boot en kan een ondernemer bovendien steeds grotere opdrachten aanvaarden - en dus blijven groeien.
  • Twee: procedures worden minder belastend voor bedrijven, zodat het minder tijd en geld kost om mee te dingen. Bijvoorbeeld door een standaard eigen verklaring, waarin de ondernemer verklaart dat hij beschikt over de benodigde papieren. Aanbestedende diensten kunnen zelf in beschikbare digitale registers checken of die verklaring klopt.
  • Derde voordeel: het wordt verboden om zwaardere eisen te stellen aan combinaties van bedrijven, zodat MKB-bedrijven makkelijker samen kunnen inschrijven.
  • Ten vierde wil ik het onnodig clusteren van opdrachten tegengaan, zodat kleinere bedrijven makkelijker in de race kunnen blijven voor opdrachten.

Als alles volgens plan gaat, zullen de nieuwe regels medio 2009 in werking treden. U helpt me daar een handje bij, door op 26 juni aanstaande een bijeenkomst te organiseren met leden van de Tweede Kamer om hen te overtuigen van de noodzaak van nieuwe regels. Ik waardeer die steun!

Dames en heren,

Ik wil het u graag makkelijker maken. Met de nieuwe aanbestedingswet maar ook bijvoorbeeld met het advies van de commissie Dekker in de hand, over regeldruk in de bouwsector. De commissie Dekker doet een aantal aanbevelingen die ook voor u van belang zijn.

Bijvoorbeeld de aanbeveling om de gemeentelijke toets van technische voorschriften af te schaffen. Of het advies om bestemmingsplannen simpeler te maken en meteen ook de beroepsprocedures te verkorten.

Of de aanbeveling om te experimenteren met gebiedsconcessies: de overheid stelt randvoorwaarden, en daarbinnen krijgen private partijen de vrije hand voor de ontwikkeling van een gebied. Rond de zomer komt het kabinet met een reactie op het rapport van de commissie Dekker.

Dames en heren,
In uw beleidsagenda is terecht aandacht voor arbeidsmarkt, onderwijs en scholing. Want ook u heeft grote moeite om goede vakmensen te vinden. Uw ideeën om de problemen te verminderen vind ik verfrissend. Meer deeltijd en meer vrouwen in de bouw - dat spreekt mij aan. En als ik zo om me heen kijk, valt er nog een wereld te winnen!

Wat ik ook een goed idee vind, is wat u samen met Bouwend Nederland, Aedes, Uneto-VNI, Fosag en Vebidak wilt gaan doen in achterstandswijken: renovatie en vernieuwing koppelen aan scholing. Daarmee slaat u twee vliegen in één klap. U betrekt jongeren bij de vernieuwing van hun eigen buurt. Én u benut het potentieel aan werknemers dat nu onvoldoende gebruikt wordt. Ook door contact te onderhouden met scholen, buurtwerk en ouders. Ik heb zojuist uw plan voor de wijkaanpak ontvangen en ik zal de ontwikkelingen met interesse volgen.

Uw wijkaanpak past bij het beeld van een moderne ondernemer. Dat is een ondernemer die begrijpt dat hij deel uitmaakt van de samenleving. Dat zijn bijdrage aan een bloeiende samenleving ook een bijdrage aan zijn eigen succes is. Dat is ook een van de boodschappen uit de Industriebrief die ik morgen presenteer. De industrie moet zich steeds meer manifesteren als de oplosser van maatschappelijke problemen. Bijvoorbeeld op het gebied van energie en klimaat, water, zorg veiligheid.

Dat dóet de industrie ook al en het kabinet wil haar daarbij ondersteunen. De Industriebrief bevat daarvoor een serie maatregelen. Ik kan daar nu niet meer over zeggen; dat doe ik morgen.

Dames en heren,
Het is goed om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in uw branches. Wij blijven daarom met elkaar in gesprek: ik heb net met uw bestuur afgesproken om één keer per jaar bij elkaar te komen om van gedachten te wisselen.
Ik wens u nog een prettige voortzetting van deze feestelijke dag!