Antwoorden op kamervragen over veiligheidsmaatregelen politiehonden en -paarden
Antwoorden op kamervragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over veiligheidsmaatregelen voor politiehonden en -paarden. (Ingezonden 23 april 2008)
1. Vraag
Kent u de berichten 'Mannen vast na rel Hoptille' 1) en 'Weer arrestaties voor voetbalrellen oktober'? 2)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Kunt u aangeven hoeveel politiehonden en -paarden er jaarlijks worden ingezet voor handhaving van de openbare orde? Zo neen, waarom niet?
2. Antwoord
Nee. Er vindt namelijk geen (centrale) registratie plaats van het aantal inzetten van honden en paarden. Het aantal inzetten van honden zou handmatig in kaart gebracht kunnen worden. Dit is arbeidsintensief en niet in een kort tijdsbestek te realiseren.
3. Vraag
Kunt u aangeven welke regelgeving er bestaat ter bescherming van werkdieren en wat het beleid is ten aanzien van de opleiding van deze dieren, de minimale en maximale leeftijd waarop zij ingezet worden, de
duur van de periode dat zij ingezet worden en de opvang van de dieren op het moment dat zij ongeschikt blijken te zijn om nog langer te worden ingezet?
3. Antwoord
Honden en paarden vallen onder diverse regelingen zoals het Honden- en kattenbesluit en de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren waarin eisen worden gesteld met betrekking tot het welzijn van deze dieren.
De opleidingseisen van honden en paarden zijn vastgelegd in het Reglement Surveillancehonden en het Reglement Certificering Politieruiters.
Er geldt geen algemene regel voor minimum leeftijd. Wel wordt uitgegaan van de eis dat het dier uitgegroeid moet zijn. Voor honden is dat na ongeveer 2 jaar en voor paarden na 3,5 à 4 jaar. Na ‘pensionering’ worden paarden bij een particulier ondergebracht. Bij honden geldt in het algemeen dat deze bij ongeschiktheid wegens ziekte of ouderdom bij de geleider thuis worden opgevangen. In een enkel geval wordt de hond bij particulieren of in een asiel ondergebracht.
4. Vraag
Deelt u de mening dat werkdieren, die ingezet worden bij demonstraties en oproeren, een verhoogd risico lopen om blootgesteld te worden aan geweld? Zo ja, bent u bereid hier aanvullend beleid op te ontwikkelen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
4. Antwoord
Het is juist dat honden en paarden bij demonstraties en oproeren een verhoogd risico lopen om blootgesteld te worden aan geweld. Sinds kort maakt de surveillancehond deel uit van de mobiele eenheid. Beschermende maatregelen worden hiervoor ontwikkeld. Bij de inzet van honden geldt de regel dat de hond niet wordt ingezet indien deze daardoor het risico van letsel of pijn loopt. Er wordt geëxperimenteerd met speciaal schoeisel voor honden in verband met glaswerk en dergelijke op straat. Bij honden van het arrestatieteam wordt geëxperimenteerd met schoeisel en kogel- en steekwerende hesjes.
Paarden maken al veel langer deel uit van de mobiele eenheid. Beschermende maatregelen hier zijn gezichtsbescherming door middel van een plexiglas kap, neusplaat, onderbeenbeschermers en reflecterende beenkappen.
Er wordt voortdurend gekeken hoe men de veiligheid van de dieren kan verhogen. Hierbij kijkt men niet alleen naar ontwikkelingen in Nederland maar ook naar het buitenland. Zo komen bijvoorbeeld de hoofdbeschermers voor de paarden uit Engeland. Verder is het zo dat de band tussen het dier en de begeleider dusdanig is dat men het dier niet onnodig in gevaar zal brengen.
Het ontwikkelen van nieuw aanvullend beleid acht ik niet noodzakelijk; met de lopende ontwikkelingen wordt rekening gehouden met het verhoogde risico.
5. Vraag
Kunt u aangeven hoeveel politiehonden en -paarden jaarlijks gewond raken tijdens patrouilles?
5. Antwoord
Er zijn geen cijfers beschikbaar omdat er geen registratie plaats vindt. Naar schatting is het aantal ongevallen met honden en paarden zeer klein.
6. Vraag
Acht u het huidige beleid voldoende om de werkdieren de noodzakelijke bescherming te bieden? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot de berichten over paarden en honden die verwondingen oplopen door stenengooien glasscherven en stokslagen? Zo neen, op welke wijze en op welke termijn gaat u aanvullend beleid ontwikkelen om politiehonden en -paarden bete te beschermen?
6. Antwoord
Uiteraard is het risico dat de honden of paarden letsel oplopen bij een ME-actie groter dan bij een reguliere surveillance. De dieren lopen naar schatting een enkele keer verwondingen op maar deze zijn verwaarloosbaar. Kijkend naar de grote impact voor wat betreft de beheersing van de openbare orde bij het inzetten van paarden en honden is het letsel minimaal. Het beleid is erop gericht en zal ook in de toekomst vooral gericht zijn op om het onbeschermde dier zo min mogelijk risico te laten lopen. Zoals ik bij de beantwoording van vraag 4 al aangaf zal richt het beleid zich nu vooral op het optreden van honden in ME-verband. Ook worden aanvullende technieken voor de geleider ontwikkeld om zichzelf en het dier te beschermen.
7. Vraag
Bent u op de hoogte van de veiligheidsmaatregelen die door een Duits politiekorps worden getroffen ter bescherming van politiehonden? 3)
8. Vraag
Bent u bereid de initiatieven van het Duitse politiekorps op het gebied van beschermende materialen te onderzoeken en het Nederlandse beleid hierop aan te passen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 7 en 8
De ontwikkelingen op het gebied van onder andere de veiligheid van de dieren en maatregelen hiertoe worden nauwlettend in de gaten gehouden. Ontwikkelingen in het buitenland (en toekomstige andere) veiligheidsmaatregelen worden gevolgd en daar waar nodig wordt onderzocht of deze kunnen worden overgenomen. In landelijke overleggen van de politie die betrekking hebben op de levende have zijn de veiligheidsaspecten frequent punt van aandacht en worden eventueel voorstellen gedaan om verbeteringen aan te brengen. Mochten de maatregelen in Duitsland positief uitvallen dan zal hier zeker rekening mee gehouden worden in het Nederlandse beleid.
1) Het Parool, 29 augustus 2007
2) De Pers, 30 januari 2008
3) Nu.nl, 25 februari 2008