Kwaliteitsimpuls gesloten jeugdzorg
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
JZ/GJ-2852724
17 juni 2008
Tijdens het Algemeen Overleg van 1 november 2007 over de veiligheid en kwaliteit van Justitiële Jeugdinrichtingen hebben de Staatssecretaris van Justitie en ik met uw Kamer gesproken over een verbeterimpuls voor de veiligheid van zorg in een gesloten setting. Aanleiding voor dit debat waren de rapporten van de Inspectie Jeugdzorg over de veiligheid in de JJI’s. In het debat is door de Staatsecretaris van Justitie aangegeven dat geld beschikbaar zou worden gesteld om de veiligheid in de JJI’s te vergroten. Daarbij is door uw Kamer terecht opgemerkt dat een dergelijke impuls ook van belang is voor de JJI’s die per
1 januari 2008 zijn overgekomen naar het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin ten behoeve van de gesloten jeugdzorg.
Ik erken de noodzaak daarvan. Ik heb u tevens aangegeven dat ik een integrale visie wil op het begrip ‘verantwoorde zorg’ in de gesloten jeugdzorg. Deze visie zal het uitgangspunt zijn voor de gehele gesloten jeugdzorg, dat wil zeggen zowel voor de instellingen die zijn overgekomen van Justitie als voor de nieuwe aanbieders. Deze aanbieders hebben daarom samen het Streefbeeld Jeugdzorg Plus opgesteld, waarin is weergegeven welke ambities er zijn om het begrip verantwoorde zorg in te vullen. Dit Streefbeeld wordt momenteel verder uitgewerkt. Bovendien is de Inspectie Jeugdzorg bezig met het opstellen van een toetsingskader, om al op korte termijn te beschikken over de meest essentiële normen voor de gesloten jeugdzorg. In het najaar zal ik u informeren over dit toetsingkader en over de uitwerking van het Streefbeeld Jeugdzorg Plus. Daarmee zal ik ook voldoen aan de motie van het Kamerlid Dibi (Tweede Kamer, 2006-2007, 30644, nr. 17) waarin mij wordt verzocht om te melden welke kwaliteitscriteria er gelden voor de gesloten jeugdzorg.
Recent heeft de Staatssecretaris van Justitie aangegeven welke plannen zij heeft voor de verbetering van de kwaliteit in de JJI’s (5540211/08/DJJ, d.d. 8 mei 2008). In die brief heeft zij tevens gemeld dat u in het najaar verder geïnformeerd zal worden over mijn plannen én de beschikbare middelen voor de verbetering in de gesloten jeugdzorginstellingen. Er wordt nu door de aanbieders vastgesteld welke consequenties de ambities uit het Streefbeeld hebben en welke aanpassingen dit precies vergt in de instellingen. Hiervoor is een verdere uitwerking van het Streefbeeld noodzakelijk. Op basis van die uitwerking en op basis van het toetsingskader kan ik bepalen welke maatregelen nodig zijn vanaf 2009 om de veiligheid en kwaliteit te verbeteren. Ik kan al wel melden dat ik hiervoor tot en met 2012 een substantieel bedrag beschikbaar zal stellen. Voor 2008 gaat het om een bedrag van euro 10,7 miljoen. Ik wil dit besteden aan de volgende onderwerpen:
a. Groepsgrootte
Vooruitlopend op de uitwerking van de ambities in het streefbeeld is het duidelijk dat de overgekomen JJI’s vaak met grotere groepen werken dan de nieuwe zorgaanbieders en dat ook hier de ambitie is om met kleinere groepen te gaan werken. Ik wil deze instellingen hiervoor graag zo snel mogelijk de kans geven om meer personeel aan te trekken.
b. Gedragswetenschappers
Met de komst van de gesloten jeugdzorg is er voor de gedragswetenschappers in de jeugdzorg een mogelijke intensivering van taken in verband met de rechtswaarborgen die er in de gesloten jeugdzorg gelden. De gedragswetenschappers hebben zelf aangegeven hiervoor inhoudelijk een inhaalslag te willen maken. Ik zal, in overleg met de MO-groep, dit ook ondersteunen.
c. Nascholing/bijscholing
Bij de uitwerking van het streefbeeld zullen normen worden opgesteld voor het opleidingsniveau van medewerkers. Nu is reeds duidelijk dat er ruimte moet zijn voor bij- en nascholingscursussen voor specifiek de gesloten jeugdzorg. Ook hiervoor worden middelen beschikbaar gesteld.
d. Bezoekregelingen
Gesloten jeugdzorginstellingen hebben aangegeven knelpunten te ervaren rond bezoekregelingen. Enerzijds zijn er meer beperkende maatregelen nodig in vergelijking met open jeugdzorginstellingen, zoals extra bewaking. Aan de andere kant willen met name de overgekomen oud-JJI’s juist meer vrijheid bieden door bijvoorbeeld het verwijderen van fysieke barrières zoals tralies in bezoekruimtes. De aanpassingen aan de gebouwen of personele situatie, die nodig zijn om bezoekregelingen in de gesloten jeugdzorg veilig en publieksvriendelijk vorm te geven, vind ik passen binnen het kader ‘verbeterimpuls gesloten jeugdzorg’. Alle instellingen zullen in 2008 daarom een extra vergoeding ontvangen om hun bezoekregelingen zo vorm te geven dat het aan zowel de veiligheid als de behoefte aan vrijheid voldoet. Voor de ene instelling kan dat betekenen dat er extra personeel wordt ingezet om een oogje in het zeil te houden, terwijl een andere instelling het geld gebruikt om bezoekruimtes vriendelijker in te richten. Ik zal over de concrete invulling in overleg treden met de aanbieders.
e. Transitie tweede tranche
In 2009 zullen nog twee JJI’s overkomen naar Jeugd en Gezin. Het gaat om de JJI Den Engh en JJI De Heuvelrug (locatie De Lindenhorst). Deze instellingen zijn zich nu samen met mij en de Dienst Justitiële Inrichtingen van Justitie aan het voorbereiden op deze transitie. Om dit te begeleiden stel ik aan deze instellingen, in navolging van het traject voor de reeds overgehevelde JJI’s, geld beschikbaar voor de transitiekosten. Ik ben op dit moment in overleg met de beide instellingen en DJI samen om een soepele overkomst voor te bereiden. Ik zal u zo spoedig mogelijk nader informeren over de stand van zaken, zoals eerder is toegezegd.
f. Programma uitwerking Streefbeeld Jeugdzorg Plus
Zoals eerder vermeld zijn de aanbieders gezamenlijk bezig met de uitwerking van het Streefbeeld Jeugdzorg Plus. Het mag duidelijk zijn dat ik hier veel belang aan hecht. Ik wil hen daarom ondersteunen bij het uitwerken van hun plannen. Ik ben momenteel in overleg met de aanbieders over het opzetten van een programma, waarin niet alleen de normen voor verantwoorde zorg worden uitgewerkt, maar waarbij de instellingen ook worden geholpen met het implementeren van deze normen. Het programma en de financiële ondersteuning door het programmaministerie, zullen naar verwachting lopen van 2008 tot en met 2010. Ik zal u in het najaar informeren over de aanpak voor de jaren 2009 en 2010.
Zoals aangegeven beschouw ik deze intensivering als de start van de nadere uitwerking van het Streefbeeld Jeugdzorg Plus. Ik ben van mening dat ik de instellingen hiermee in de positie breng om de normen voor verantwoorde zorg op te stellen en te implementeren.
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet