Toetsen: van afrekenen naar verbeteren
Basisscholen krijgen te maken met een andere toetscultuur. Toetsen worden een middel om het niveau van de leerlingen te verbeteren, in plaats van een middel om de school op haar prestaties af te rekenen.
Scholen kunnen meer opbrengstgericht gaan werken. Als er meer met de toetsresultaten wordt gedaan, kunnen scholen hun leerlingen beter leren lezen, schrijven en rekenen. Zo kunnen scholen zien hoe elke leerling op verschillende momenten presteert en kunnen ouders duidelijk zien hoe de school ervoor zorgt dat het niveau van de leerlingen op het gewenste peil komt en blijft. Scholen gaan dat voor alle leerlingen doen.
Staatssecretaris Dijksma wil het taal- en rekenniveau van kinderen op basisscholen verbeteren. Een aantal regionale bijeenkomsten dat in april en mei van dit jaar is gehouden, heeft laten zien dat het afnemen van toetsen al zeer gebruikelijk is in het basisonderwijs. Extra toetsen is dus niet nodig, verplichte begin- en eindtoetsen komen er niet. Dijksma: “Scholen zijn geen toetsfabrieken”.
Voor de scholen komen er referentieniveaus voor taal en rekenen, zodat scholen kunnen zien welk niveau een leerling zou moeten hebben op een bepaald moment. De Inspectie van het Onderwijs gaat scholen ook beter beoordelen op de voortgang van hun leerlingen. Op deze manier is niet alleen het niveau van een leerling in groep acht gezichtsbepalend voor een school, maar veel meer de toegevoegde waarde: hoe heeft een leerling zich binnen de school ontwikkeld.