Speech ter gelegenheid van het Belastingbos op 7 december 2007
Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager ter gelegenheid van het Belastingbos op 7 december 2007.
Dames en heren,
Er is een tijd geweest dat we geloofden dat we van al die stapels papier in ons kantoor verlost zouden worden. Dat was zo’n dertig jaar geleden toen de computer aan zijn opmars begon. Toen verwachtten we daarvan nog een snel wonder. Inmiddels weten we wel beter. Bij de Belastingdienst neemt het papierverbruik de laatste jaren weliswaar af. Maar als we het papier dat we jaarlijks verbruiken opstapelen, halen we ruim 80 keer de hoogte van de Eiffeltoren. En dan hebben we het alleen nog maar over de consumptie door de Belastingdienst. Het is zonneklaar dat een dergelijke consumptie een aanslag is op de schaarse grondstoffen op deze aarde. Elk jaar moeten er bossen voor verdwijnen.
Willen we een leefbare wereld ook voor toekomstige generaties veilig stellen dan zijn maatregelen geboden. Het kabinet heeft van milieu en duurzaamheid een van de pijlers van zijn beleid gemaakt. Bij duurzaamheid gaat het erom een goede balans te vinden tussen sociale, economische en ecologische motieven. De overheid kan dat proces aanjagen. De overheid is immers in dit land de grootste afnemer van producten en diensten. Daarom hebben we besloten dat de overheid in 2010 100% duurzaam moet inkopen. Per productgroep zijn we bezig eisen vast te leggen. Zo dwingen we producenten en hun onderaanleveranciers om anders te gaan werken. Om te innoveren. Dat is niet alleen goed voor het milieu maar ook voor de economie.
Ook de fiscaliteit zetten we in om de vergroening te versterken. Ik heb net mijn Belastingplan door de Kamer geloodst. Het gebruik van vliegtuigen en vervuilende auto’s maken we duurder en er komt een verpakkingenbelasting. Schone en zuinige auto’s worden goedkoper. De komende jaren wil ik nog meer van dergelijke maatregelen introduceren. Op die manier gaat de schadelijke uitstoot van CO2 naar beneden. Daar waar de productie nog niet duurzaam is willen we de schadelijke belasting compenseren. Door CO2 credits te kopen. Die compensatie voeren we steeds verder op. In 2012 zijn we dan zover dat de overheid klimaatneutraal werkt.
De Belastingdienst loopt binnen de overheid voorop als het gaat om het vormgeven van een duurzame bedrijfsvoering. In 2006 is het actieprogramma Duurzame Belastingdienst gelanceerd. In dit actieplan draait het om preventie, het voorkomen van schadelijke CO2-belasting. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van groene stroom, door steeds meer milieuvriendelijke producten in kantines aan te bieden, door met duurzame materialen te bouwen en door biobrandstoffen te tanken. Elk jaar zal ons wagenpark minder CO2 uitstoten door de aanschaf van auto’s met een CO2-uitstoot van minder dan 110g per kilometer. De belasting die we veroorzaken door het gebruik van energie, water, vervoer en afval wordt zo steeds minder. En elk jaar gaan we daarvan dan ook nog een groter stuk compenseren. De Belastingdienst gaat er vanuit op die manier al in 2010 klimaatneutraal te zijn.
Die ambitie heeft alleen kans van slagen als alle medewerkers gemobiliseerd worden duurzaam te werken. Duurzaamheid klinkt chique, maar gaat eigenlijk om heel gewone dingen. Grote winst valt nog te behalen als we gewoon zouden doen wat we thuis ook al doen. Je computer uitzetten als je niet aan het werk bent. Het licht uitdoen als je de kamer uitgaat. Dubbelzijdig printen. Afval scheiden als je het weggooit. Op dit punt heeft de Belastingdienst al uitgebreid geë xperimenteerd. Dit jaar is er een succesvolle pilot duurzaam werken uitgevoerd. Wat bleek? We waren in staat 60 procent minder restafval te produceren. Er ontstonden homogenere en dus recyclebare afvalstromen door kunststoffen en groente- en fruitafval gescheiden te houden. Dat lukte doordat we samen met de markt een duurzame centrale afvalunit hebben ontwikkeld. Zo slaan we een dubbele slag. We besparen op de inzet van primaire grondstoffen. In plaats van geld te betalen voor het aanbieden van miljoenen afvalzakken, kunnen we in de toekomst met ons afval geld gaan verdienen
Wat eerst een experiment was moeten we nu breder zien te trekken. Duurzaam werken moet voor elke medewerker vanzelfsprekend worden. De Belastingdienst zegt nee tegen CO2. En dat zeggen we niet alleen. We doen het ook echt. Daarom gaan hier ook de bomen de grond in. 5000 bomen hadden we al beloofd aan de mensen die eerder toezegden duurzaam te willen werken. En nu komen er nog eens 30.000 bij. Een boom voor elke medewerker van de Belastingdienst.
En door al die bomen doemt dan vanzelf een bos op: een heus belastingbos. De meeste mensen gaan altijd wat zuinig kijken als ze belasting horen. Maar nu kunnen ze alle terughoudendheid laten varen. Door het planten van bomen zorgen we er voor dat de CO2-credits beschikbaar komen. Door te investeren in nieuw bos zijn we ook een inspirerend voorbeeld voor anderen. En dan kijk ik niet alleen naar wat we doen maar ook naar hoe we het doen. Dit bos is een heuse joint venture tussen Groenfonds, Belastingdienst en Orion projectontwikking. Wie weet welke producten er nog kunnen ontstaan als we op creatieve wijze elkaars expertise benutten.
Maar het belangrijkst vind ik dat we met dit bos duurzaamheid voor medewerkers tastbaar maken. Ze krijgen een prachtig bos. Groot, toegankelijk en rustgevend. Wie straks hier doorheenloopt laat onherroepelijk de stress van het werk achter zich. In mijn geval komt daar nog een extra voordeel bij. Ik hoef maar even te wijzen op mijn naam. Dan begrijpt u hoe sterk ik uitkijk naar uitbreiding van het bosarsenaal. Niet vaak doet zich in mijn werk zo’n cumulerende win-win situatie voor. Met het grootste plezier wil ik dan ook de eerste boom in het Belastingbos planten.