Wijziging Vrijstellingsregeling Wft

Ministeriële Regeling

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

5 oktober 2007

FM 2007-02426 M

Onderwerp

Regeling van de Minister van Financiën tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft
Stcrt. nr. 201

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 5:81, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Besluit:

Artikel I

De Vrijstellingsregeling Wft wordt als volgt gewijzigd:

Na paragraaf 5.2. wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5.2a. Openbaar bod op effecten

Vrijstelling als bedoeld in artikel 5:81, tweede lid, van de wet

Artikel 56a
Van artikel 5:74, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld bieders voor zover zij een openbaar bod uitbrengen op effecten:
a. waar geen rechtstreeks of potentieel stemrecht aan verbonden is, met uitzondering van niet-royeerbare certificaten; of
b. die door henzelf zijn uitgegeven.

Artikel 56b
Van artikel 5:79 van de wet zijn vrijgesteld bieders voor zover zij effecten verwerven:
a. in regelmatig verkeer op markten in financiële instrumenten;
b. met toepassing van de artikelen 92a, 201a of 336 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; of
c. ingevolge een openbaar bod waarvan de aanmeldingstermijn geheel of ten dele samenvalt met een openbaar bod dat door een derde wordt uitgebracht op effecten van de doelvennootschap.

Artikel 56c
Van artikel 8, eerste lid van het Besluit openbare biedingen Wft, voor zover het de verplichting betreft tot vermelding in het biedingsbericht van de gegevens bedoeld in bijlage B, paragraaf 1, onderdeel 1, Bijlage C, onderdeel 1 en Bijlage D, onderdeel 1 van dat besluit, zijn vrijgesteld bieders voor zover zij een openbaar bod aankondigen of uitbrengen op rechten van deelneming in een beleggingsinstelling waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.

Artikel II
Op een openbaar bod waarop artikel 32 van het Besluit openbare biedingen Wft van toepassing is, blijft artikel 4 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen van kracht tot en met het in het eerstgenoemde artikel bedoelde tijdstip.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel III
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 24 mei 2007 tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (Stb. 202) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Financiën,
Wouter Bos

Toelichting

Algemeen
Deze regeling voegt vrijstellingen van de regels met betrekking tot openbare overnamebiedingen toe aan de Vrijstellingsregeling Wft. Deze toevoeging houdt verband met de inwerkingtreding van de Wet ter implementatie van de overnamerichtlijn1 en de daarmee gepaard gaande wijziging van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft). Als gevolg van deze inwerkingtreding zijn de regels voor het openbaar overnamebod, zoals deze waren opgenomen in de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (hierna: Wte 1995) en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, vervallen. Daarom moesten de vrijstellingsregels, die tot dusver vrijstelling van verplichtingen van de Wte 1995 regelden, worden overgezet naar de Vrijstellingsregeling Wft. Het betreft overigens een technische omzetting.

Artikelsgewijs

Artikel I
In dit artikel worden de vrijstellingen uit artikel 3 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen overgezet naar de Vrijstellingsregeling Wft. Hierbij zijn slechts aanpassingen van redactionele aard gedaan.

Artikel II
In dit artikel wordt geregeld dat de op grond van artikel 4 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen bestaande vrijstelling van kracht blijft tot het moment dat de bieder (de vrijgestelde) zijn bod overeenkomstig de daarvoor geldende regels gestand heeft gedaan. Artikel 4 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen regelde dat bieders hun biedingsbericht konden laten goedkeuren door de Autoriteit Financiële Markten, waarna zij gebruik konden maken van het Europees paspoort voor biedingsberichten. Met de inwerkingtreding van de Wet ter implementatie van de overnamerichtlijn, (waardoor altijd gebruik kan worden gemaakt van de paspoortfunctie van het biedingsbericht), bestaat geen behoefte meer aan deze vrijstelling. Deze komt in de Vrijstellingsregeling Wft dan ook niet meer terug. Artikel II geeft echter een overgangsbepaling. Het is namelijk mogelijk dat voor de inwerkingtreding van de Wet ter implementatie van de overnamerichtlijn een openbaar bod is aangekondigd of uitgebracht waarop artikel 4 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen van toepassing was en dit bod nog niet gestand is gedaan. Volgens de overgangsbepaling van artikel 32 van het Besluit openbare biedingen Wft blijft voor een voor de inwerkingtreding van de Wet ter implementatie van de overnamerichtlijn aangekondigd of uitgebracht openbaar bod het oude recht gelden. Dan moet tot het einde van dit openbaar bod ook de volgens het oude recht geldende vrijstelling in stand blijven.
Overigens is het niet nodig overgangsbepalingen op te nemen voor op grond van artikel 3 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling Wft bestaande vrijstellingen. Inhoudelijk gelijke vrijstellingen zijn volgens artikel I opgenomen in de Vrijstellingsregeling Wft. De vrijstellingen gelden van rechtswege wanneer aan de voorwaarden is voldaan. Degene die is vrijgesteld op grond van artikel 3 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling overnamebiedingen is vanaf de inwerkingtreding van de artikelen 56a, 56b en 56c van de Vrijstellingsregeling Wft vrijgesteld op grond van één van deze artikelen.

De minister van Financiën,
Wouter Bos

1: Wet van 24 mei 2007 tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (Stb 202).