Omzetbelasting. Overgangsregeling heffing van omzetbelasting over arbritagediensten

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven en beleidsbesluiten

Besluit van 8 maart 2007, nr. CPP2007/285M, Stcrt. nr. 55

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

In dit besluit wordt een overgangsregeling getroffen voor de heffing van omzetbelasting over arbitragediensten. De regeling heeft betrekking op de arbitragezaken die vóór 29 augustus 2006 aanhangig zijn gemaakt. Ook worden inspecteurs gemachtigd nadere afspraken te maken over de facturering.

1. Inleiding

In het Besluit van 7 juli 1983, nr. 283 – 9084, is goedgekeurd dat een advocaat die als arbiter optreedt, onder bepaalde omstandigheden zijn werkzaamheden als arbiter niet als ondernemer verricht. Op grond van deze goedkeuring is heffing veelal achterwege gebleven. Deze goedkeuring is bij het besluit van 29 augustus 2006, nr. CPP2006/1796M, ingetrokken. De reden hiervoor is dat het besluit is verouderd in verband met jurisprudentie (zie onder meer het arrest van het Hof van Justitie van 16 september 1997, zaak C-145/96 (Von Hoffmann) en het arrest van dit Hof van 20 november 2003, nr. C-307/01 (D'Ambrumenil)). Nader overleg met vertegenwoordigers van de branche heeft opgeleverd dat partijen met heffing van omzetbelasting worden geconfronteerd die niet is voorzien bij vóór de datum van intrekking afgesloten overeenkomsten. Deze omzetbelasting kunnen zij niet altijd aan hun contractpartijen doorberekenen.

2. Overgangsregeling

Goedkeuring
Om tegemoet te komen aan de hiervóór genoemde problemen keur ik goed dat heffing van omzetbelasting achterwege blijft bij arbitragezaken die vó ór 29 augustus 2006 aanhangig zijn gemaakt. Een arbiter die van deze goedkeuring gebruik maakt, heeft voor zover geen recht op aftrek van voorbelasting. Op het verleden wordt niet teruggekomen. De goedkeuring vervalt met ingang van 1 januari 2008.

3. Facturering

Er bestaan diverse manieren om tot arbitrage te komen. Dat heeft invloed op de wijze van factureren door de arbiter. In het algemeen kan voor de facturering worden aangesloten bij de kostenveroordeling. Verloopt de arbitrage door tussenkomst van een arbitrage-instituut, dan heb ik er geen bezwaar tegen dat met de voor het instituut bevoegde inspecteur nadere afspraken worden gemaakt over de wijze van factureren.

4. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de dagtekening van dit besluit.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 maart 2007.

De staatssecretaris van Financiën,
namens deze:
de directeur-generaal Belastingdienst,
mr. J. Thunnissen.