Fiscale nieuwsflits 9 maart 2007

Overdrachtsbelasting. Verkrijging door verdeling

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 22 maart 1979, nr. 279-2925 en bevat een goedkeuring voor een situatie waarin een onroerend zaak wordt verdeeld. Met dit besluit wordt geen beleidswijziging beoogd. Genoemd besluit wordt ingetrokken.

De goedkeuring waarvan hier sprake is, heeft betrekking op de verdeling na inbreng in een vennootschap. Als na toepassing van de omzettingsvrijstelling (art. 15, lid 1, onderdeel e, onder 2 WBR) bij een verdeling de onroerende zaak voor het geheel wordt toebedeeld aan de NV of BV, kan de waarde van de verkrijging worden verminderd met die van het aandeel in de onroerende zaak waartoe de vennootschap na de omzetting van de onderneming was gerechtigd.

Voorwaarde daarbij is dat degene die bij de omzetting zijn aandeel in de onroerende zaak in de NV of BV heeft ingebracht, dit aandeel destijds niet heeft verkregen op grond van een inbreng als omschreven in art. 15, lid 1, onderdeel e, onder 1 WBR. De goedkeuring vervalt, voor zover bij een toekomstige overdracht van de onroerende zaak, over het bedrag van de tegemoetkoming aanspraak wordt gemaakt op vermindering van overdrachtsbelasting, zoals ingevolge art. 9, lid 4, en art. 13 WBR.

Het besluit werkt terug tot en met 1 maart 2007 en is gepubliceerd in Staatscourant nr. 48.

Besluit van 1 maart 2007, CPP2006/372M, WBR 7 en 12 en AWR 63