Fiscale nieuwsflits 5 januari 2007
Deze fiscale nieuwsflits bevat twee berichten.
LH: Eerstedagsmelding
In de uitvoeringspraktijk is in een aantal gevallen onduidelijk of een werkgever een eerstedagsmelding moet doen. In dit besluit geeft de minister voor bepaalde situaties aan dat een eerstdagsmelding achterwege kan blijven.
Sinds 4 juli 2006 moeten werkgevers nieuw personeel uiterlijk de dag vóór het begin van de werkzaamheden bij de Belastingdienst aanmelden. Als de dienstbetrekking is overeengekomen op de datum waarop de werkzaamheden aanvangen, moet de werkgever de melding doen voor aanvang van de werkzaamheden. Dit is een zogenoemde eerstedagsmelding (EDM). Met de EDM wil de overheid zwartwerken en illegale arbeid tegengaan. Daarnaast draagt de EDM eraan bij dat de overheid beschikt over actuele informatie die nodig is voor diverse andere wettelijke taken.
In de praktijk bestaat in enkele situaties onduidelijkheid of een EDM wel of niet nodig is. In de onderdelen 2 en 3 van het besluit wordt in het kort beschreven wanneer een EDM in het algemeen wel of niet verplicht is. In onderdeel 4 gaat de minister in op een aantal bijzondere situaties.
Het besluit werkt terug tot en met 4 juli 2006. Het wordt geplaatst in Staatscourant nr. 3.
Besluit van 22 december 2006, CPP2006/2363M, LB 1964 28 en Uitv reg LB 2001 66a
AWR: Beperking administratieve lasten voor curatoren. Aangifteplicht Vpb.
In dit besluit wordt beschreven op welke laagdrempelige wijze curatoren aan de aangifteplicht VpB voor failliete lichamen kunnen voldoen.
De Vereniging Insolventierecht Advocaten ('Insolad') heeft de vraag gesteld of een curator in alle gevallen moet voldoen aan de uitnodiging tot het doen van aangifte vennootschapsbelasting, voor administratieplichtigen die in staat van faillissement zijn verklaard. Het is vooral het ontbreken van de mogelijkheid om op eenvoudige wijze aan te geven dat er geen belastbare winst is die in de praktijk tot veel kritiek van de curatoren leidt.
Vermeden moet worden dat curatoren aangifte VpB moeten doen in gevallen waarin het voldoen aan de aangifteplicht weinig of geen belang dient. De kosten voor het doen van de aangifte VpB komen ten laste van de boedel of als er geen boedel is ten laste van de curator zelf.
Indien een curator van de in dit besluit genoemde praktische werkwijze gebruik maakt, is hij verplicht om onverwijld zelf om een uitnodiging tot het doen van aangifte VpB te verzoeken als er sprake is van gewijzigde omstandigheden die voor de belastingheffing relevant zijn. Om misbruik met lege vennootschappen te voorkomen is hij daarbij tevens verplicht na beëindiging van het faillissement er voor te zorgen dat het lichaam zo spoedig mogelijk wordt ontbonden.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 3 en werkt terug tot en met de dagtekening van het besluit.
Besluit van 27 december 2006, CPP2006/2883M, AWR 6 en 43