Fiscale nieuwsflits 28 december 2006
Deze fiscale nieuwsflits bevat 3 berichten.
IB: Intrekkingsbesluit
• In dit besluit wordt een aantal besluiten inzake de inkomstenbelasting ingetrokken. De ingetrokken besluiten hebben voornamelijk betrekking op het onderdeel winst uit onderneming.
Om de inzichtelijkheid in het geldende beleid te vergroten, is het wenselijk het aantal besluiten te beperken. Uit een inventarisatie is gebleken dat het mogelijk is een aanzienlijk aantal besluiten op het terrein van de inkomstenbelasting-winst in te trekken. Het gaat hierbij om intussen achterhaald beleid ofwel beleid op intussen achterhaalde wet- of regelgeving; in een enkel geval is wellicht sprake van een intrekking ten overvloede omdat in het verleden niet duidelijk is geweest dat het besluit geen gelding meer had. Ook is intrekking mogelijk van besluiten die voornamelijk een informatief karakter hebben.
Besluiten die in het verleden zijn vervallen of zijn vervangen door een nieuw besluit, worden al geacht te zijn ingetrokken.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 250.
Besluit van 14 december 2006, CPP2006/2742M, IB 2001
OB: Wijziging van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968
• Deze regeling strekt ertoe om de Uitv beschikking OB 1968 op enkele punten te wijzigen. In dit beeldkrantbericht zijn niet alle wijzigingen weergegeven.
Allereerst gaat het daarbij om wijzigingen die voortvloeien uit en samenhangen met de in het Belastingplan 2007 opgenomen wijzigingen van de Wet OB 1968 naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van 14 juli 2005 in zaak C-434/03 (arrest Charles en Charles-Tijmens). Het betreft dan met name de invulling van het begrip “gemaakte uitgaven” in de nieuwe maatstaf van heffing voor - globaal gesteld - de dienst bestaande in het gebruik van bedrijfsgoederen voor privé-doeleinden, alsmede een aanpassing van de regels die gelden voor de herziening van de aftrek van voorbelasting. Deze aanpassing is nodig geworden door de meer richtlijnconforme formulering van met name artikel 15, eerste en tweede lid, van de wet. Voornoemde meer inhoudelijke wijzigingen van de Uitv. beschikking worden nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting. Ten gevolge van voornoemde herformulering van artikel 15, eerste en tweede lid, OB 1968 zijn tevens in een aantal bepalingen van de Uitv. beschikking de begrippen “prestaties” en “bezigen” vervangen door “handelingen” en “gebruiken”. Op basis van het gewijzigde zesde lid van art. 15 OB 1968 zijn eveneens enkele redactionele wijzigingen aangebracht in de regeling voor het privé-gebruik van een auto door de ondernemer.
Op verzoek van het bedrijfsleven wordt tevens voorzien in een beperkte uitbreiding van de in bijlage I van de Uitvoeringsbeschikking opgenomen lijst met goederen die vallen onder de regeling voor zogenoemde niet-plaatsgebonden BTW-entrepots.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 250 en treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.
Besluit van 20 december 2006, DV2006/790M, Uitv besch OB 1968
EIA: Wijziging van de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001
• Deze regeling strekt ertoe om de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 te wijzigen.
De Energie-investeringsaftrek (EIA) biedt ondernemers die investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan een fiscaal voordeel. Jaarlijks vindt aanpassing van de regeling aan de stand van de techniek plaats.
In art. 2 van de Uitv. regeling wordt een aanpassing aangebracht in de voorwaarden die worden gesteld aan aangewezen investeringen in duurzame energie.
Om de administratieve lasten van het gebruik van de EIA voor het bedrijfsleven te beperken is er voor gekozen de benodigde milieuvergunning niet verplicht via het meldingsformulier te laten meesturen. In plaats daarvan is in art. 5 bepaald dat de Minister van Economische Zaken kan vragen om deze gegevens over te leggen. De uitvoering van art. 5 is neergelegd bij SenterNovem dat namens de Minister van Economische Zaken een verzoek om een verklaring in behandeling neemt en afgeeft.
In bijlage I behorende bij deze regeling zijn de investeringen opgenomen die na inwerkingtreding van deze regeling in aanmerking komen voor energie-investeringsaftrek.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 250 en treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Op grond van artikel 3.51 IB 2001 is zij van toepassing op verplichtingen die zijn aangegaan of voortbrengingskosten die zijn gemaakt op of na 1 januari 2007.
Besluit 15 december 2006, DB2006/608M, Uitv reg EIA 2001 en IB 2001 3.42