Fiscale nieuwsflits 20 oktober 2006
Loonbelasting: Pensioenopbouw; premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
• Het besluit met nr. CPP2003/1821M is aangepast met het oog op de Wet VPL.
Dit besluit is een aanpassing van het besluit van 9 januari 2004, nr.CPP2003/1821M, aan de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (verder VPL). Het betreft de pensioenopbouw bij premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid. Het besluit bevat afgezien van de uitbreiding van de werking tot de Wet VPL geen inhoudelijke wijzigingen. De uitbreiding voor VPL-situaties geeft invulling aan een toezegging van de staatssecretaris van Financiën aan de Eerste Kamer.
Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 203. Het werkt voor de in het besluit in onderdeel 3, onder b bedoelde gevallen terug tot en met 1 januari 2006.
Besluit van 11 oktober 2006, CPP2006/1977M, LB 1964 19d
Vpb: Terugwerkende kracht Wet aankoopkosten deelneming in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM
• Hof Den Haag oordeelt de terugwerkende kracht in in de Wet aankoopkosten deelneming in strijd met art. 1, Eerste Protocol EVRM. In toelichting deelt de minister mee dat hij niet in cassatie gaat.
X BV koopt in 1998 twee deelnemingen. De aankoopkosten ad € 35 000 worden in 1998 geactiveerd. De aanslag 1998 staat in januari 2002 onherroepelijk vast. De aangifte 1999 wordt in maart 2001 ingediend. In oktober 2002 dient X BV een aanvulling op de aangifte 1999 in, waarin hij verzoekt om aftrek van de aankoopkosten. De inspecteur weigert, ook na bezwaar, de aftrek van aankoopkosten. Verder belast de inspecteur een door belanghebbende op de kostprijs van de deelneming afgeboekte bate ad € 320 000. Het bezwaar wordt in oktober 2004 afgedaan. X BV gaat in beroep tegen beide correcties.
Het hof acht de bate ad € 320.000 belast. Op grond van het (op 1 februari 2005 in werking getreden) overgangsrecht aankoopkosten deelneming zijn de aankoopkosten (in 1999) niet aftrekbaar. Het hof acht dit echter in strijd met art. 1, Eerste Protocol EVRM en beslist dat X BV de aankoopkosten in 1999 toch ten laste van de winst kan brengen.
De minister van Financiën gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik.
Toelichting Minister van Financiën van 10 oktober 2006, nr. DGB2006-4821, n.a.v. uitspraak Hof Den Haag M I van 21 juli 2006, 2004/03463, 1999, VpB 1969 13 en EVRM