Fiscale nieuwsflits 20 maart 2007
Verdrag: Franse uitvoeringsvoorschriften 2007 belastingovereenkomst Nederland-Frankrijk
• In dit besluit zijn opgenomen de nieuwe Franse uitvoeringsvoorschriften die van toepassing zijn onder het belastingverdrag Nederland-Frankrijk.
In het Verdrag met Frankrijk uit 1973 is geregeld dat inwoners van Nederland op basis van de artikelen 10, 11 en 12 recht hebben op een vermindering, teruggaaf of vrijstelling van Franse bronbelasting op dividenden, interest en royalty’s.
In dit besluit wordt aangegeven hoe inwoners van Nederland in aanmerking kunnen komen voor deze verdragsvoordelen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van Staatscourant nr. 53 en vindt, met inachtneming van het bepaalde in onderdeel 4, toepassing op dividenden, interest en royalty´s die na 28 december 1990 zijn betaald of betaalbaar zijn gesteld.
Besluit van 6 maart 2007, CPP2007/212M, Verdr Frankrijk 10,11 en 12
WBR: Verkrijging binnen zes maanden na vorige verkrijging
• Dit besluit is een actualisering van het besluit van 12 januari 1973, nr. B72/16418 en het besluit van 15 januari 1979, nr. 278-21 654. Met dit besluit wordt geen beleidswijziging beoogd. De genoemde besluiten worden ingetrokken.
Bij een verkrijging binnen zes maanden na de vorige verkrijging van dezelfde goederen door een ander wordt de maatstaf van heffing voor de overdrachtsbelasting verminderd (art. 13 WBR). In mindering komt het bedrag waarover bij de vorige verkrijging was verschuldigd hetzij overdrachtsbelasting naar het gewone tarief die niet in mindering heeft gestrekt van recht successie, van schenking of van overgang, hetzij omzetbelasting die in het geheel niet op grond van art. 15 Wet OB 1968 in aftrek kon worden gebracht.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 53.
Besluit van 7 maart 2007, CPP2006/933M, WBR 13
WBR: Vrijstelling bij verdeling gemeenschap samenwoners
• Dit besluit bevat een actualisering en samenvoeging van het geldende beleid op het terrein van art. 15, lid 1, onder g WBR. In onderdeel 3.2 is een nieuwe goedkeuring opgenomen.
Vrijgesteld van overdrachtsbelasting is de verkrijging krachtens verdeling van een gemeenschap tussen samenwoners. Hierbij gelden meerdere eisen, zoals de eis dat de gerechtigdheid van een samenwoner in de te verdelen gemeenschap ligt tussen 40% en 60%. Daarnaast moet de gerechtigdheid zijn ontstaan door een gezamenlijke verkrijging door samenwoners. Bij de verdeling moet toedeling plaatsvinden aan één van de verkrijgers van die gezamenlijke aankoop of aan een rechtsopvolger onder algemene titel van een verkrijger (art. 15, lid 1, onderdeel g WBR). Onder verdeling wordt verstaan de goederenrechtelijke verdeling. Knelpunten en onduidelijkheden over de verschillende aspecten worden in het besluit toegelicht. In een aantal situaties wordt goedgekeurd dat een tegemoetkoming in de verschuldigde overdrachtsbelasting wordt verleend
In onderdeel 3.2 is een nieuwe goedkeuring opgenomen. Deze heeft betrekking op de verbouwing van een bestaande woning waardoor samenwoning nog niet mogelijk is waarna de relatie wordt verbroken voordat de verbouwing gereed is en de woning aan één van hen beiden wordt opgeleverd. Onder voorwaarden kan de vrijstelling toch worden toegepast. De overige goedkeuringen waren eerder opgenomen in het besluit van 27 november 2001. nr. CPP2001/2183M.
Dit besluit is geplaatst in Staatscourant nr. 53.
Besluit van 7 maart 2007, CPP2006/349M, WBR 40