Fiscale nieuwsflits 13 juli 2007
IB: Waardering woning bij overbrenging van ondernemingsvermogen
• Dit besluit betreft een actualisering van het besluit van 12 april 2006, nr. CPP2005/3339M, over het aanbod voor de waardering van woning en ondergrond bij de verplichte overgang naar het privé-vermogen, alsmede de goedkeuring voor de waardering bij de vrijwillige overgang naar het privé-vermogen.
Mede naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 10 november 2006, nr. 42.745, is in dit besluit opgenomen tot welk tijdstip de belastingplichtige kan kiezen voor het daarin omschreven beleid. Voor het overige is met dit besluit geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 131.
Besluit van 4 juli 2007, CPP2007/521M, IB 2001 3.8 en 3.25
Vrijstelling overdrachtsbelasting; interne reorganisatie met een stichting of vereniging als top van het concern
• Dit besluit is een actualisering van het besluit over de vrijstelling bij de verkrijging van onroerende zaken bij een interne reorganisatie binnen een (fictief) concern. Onder voorwaarden wordt het beleid gemandateerd aan de inspecteur. Overigens wordt geen beleidswijziging beoogd.
Voor de overdrachtsbelasting geldt een vrijstelling voor de verkrijging van een onroerende zaak bij interne reorganisatie (artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de WBR). De voorwaarden waaraan de verkrijging of verkrijger moet voldoen zijn opgenomen in artikel 5b van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer. Eén van deze voorwaarden is dat het moet gaan om overdrachten tussen vennootschappen die tot hetzelfde concern behoren. Een stichting of vereniging is geen vennootschap; zij kunnen dus geen onderdeel van een concern zijn en ook niet als top van een concern fungeren.
In een aantal gevallen leidt strikte toepassing van de wettelijke bepaling tot een onbillijk resultaat. Dit besluit bevat enkele goedkeuringen op grond van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Deze betreffen de situatie waarin een stichting of vereniging (waaronder ook begrepen de coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij) als top van een (fictief) concern fungeert. De bevoegde inspecteur van de Belastingdienst kan de goedkeuringen toepassen. De goedkeuringen lopen vooruit op de aanpassing van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer. Na de aanpassing zal de staatssecretaris de besluiten over de vrijstelling voor de verkrijging van een onroerende zaak bij interne reorganisatie actualiseren en samenvoegen. Het besluit van 7 maart 1989 (nr. IB87/608) wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 131 en werkt terug tot en met de dagtekening van dit besluit.
Besluit van 26 juni 2007, CPP2007/265M, WBR 15,1,h en Uitv besl WBR 5b