Convenant Rijksoverheid en universiteiten minder bureaucratie onderzoeksubsidies
Woensdag 5 september heeft de Rijksoverheid samen met de Vereniging van Nederlandse Universiteiten een convenant ondertekend met als doel het verminderen van de bureaucratische rompslomp rond onderzoeksubsidies.
Op 5 september heeft de Rijksoverheid (FIN, OCW, EZ, VROM, WWI en LNV) een convenant afgesloten met de Vereniging van Universiteiten (VSNU) om de bureaucratie rond subsidiestromen fors terug te dringen. Bij de ondertekening van het convenant waren minister Bos van Financiën, minister Plasterk van OCW, staatssecretaris Heemskerk van EZ en de voorzitter van de VSNU Noorda aanwezig. Het convenant vormt een opstap voor het ontwikkelen van een rijksbrede uniforme subsidiesystematiek.
Geld voor onderzoek gaat nu vaak samen met een hoop tijdverlies en ergernis vanwege de benodigde administratie en verantwoording. Veelal zijn de subsidievoorwaarden en de eisen aan de verantwoording uitgebreid en verschillend per subsidie. In het convenant spreken de ministers en de VSNU af om eenduidige begrippen en voorwaarden te gebruiken, zodat één verantwoordingsdocument met éé n accountantscontrole voor alle doelsubsidies volstaat. Naar schatting besparen universiteiten met deze maatregelen jaarlijks 60 procent aan administratielasten en 80 procent aan controlelasten voor doelsubsidies. Universiteiten hoeven dan geen aparte administratie meer bij te houden en niet meer per subsidie een verantwoordingsdocument op te stellen.
Deze afspraak betekent een flinke vermindering van administratieve lasten en accountantskosten, omdat universiteiten vele tientallen tot meer dan honderd subsidies per jaar ontvangen. Naar verwachting is de implementatie van het convenant in 2008 voltooid. De maatregelen zijn ook toepasbaar op bijvoorbeeld bedrijven en onderzoeksinstellingen. Op dit moment wordt onderzocht of het ook zinvol is voor MBO-en het HBO- instellingen om aan te sluiten bij het convenant.
Het convenant vloeit voort uit een pilotproject. In dit project hebben ministeries en uitvoeringsorganisatie gekeken door de bril van de universiteiten en is duidelijk geworden dat de verschillen tussen de ministeries in subsidieregelgeving leidt tot hoge administratieve lasten. De kennis en ervaring die hierbij is opgedaan wordt ingezet bij het ontwikkelen van een rijksbrede uniforme subsidiesystematiek die de uitvoering en de verantwoording vergemakkelijkt. Het kabinet vermindert hiermee de bureaucratie en beoogt met deze bredere systematiek substantiële efficiencyvoordelen te behalen.