Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat door onzekerheden in de thuiszorg er geen vervangers zijn als iemand door ziekte of vakantie uitvalt of vertrekt
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO-K-U-2851401
9 juni 2008
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat door onzekerheden in de thuiszorg er geen vervangers zijn als iemand door ziekte of vakantie uitvalt of vertrekt. 2070820280Vraag 1.
Bent u bekend met het bericht ‘Help ik vervuil!’? 1)
Antwoord 1.
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2.
Zijn er meer zorgaanbieders die in verband met de onzekerheid over de toekomst door de aanbestedingen geen vervangers hebben als iemand door ziekte of vakantie uitvalt of vertrekt? Zo neen, hoe kunt u dat met zekerheid stellen? Zo ja, wat is de omvang van dit probleem en welke acties gaat u ondernemen om te voorkomen dat mensen zoals mevrouw K. vervuilt?
Antwoord 2.
Ik heb hierin geen inzicht. Het is uit hoofde van de Wmo aan de gemeente om aan de compensatieplicht te voldoen en aan de gemeenteraad om daarop toe te zien. Mij bereiken geen signalen dat zich dit op grote schaal voordoet. Acties zijn thans ook niet opportuun.
Vraag 3.
Deelt u de mening dat het onverantwoord is dat door de aanbestedingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning bij mensen die hulp nodig hebben soms wel twee weken lang geen hulp komt, en dat dit niets te maken heeft met de werving van arbeidskrachten, zoals u aangaf in uw beantwoording van mijn schriftelijke van 28 juni 2007? 2) Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens geen aanbestedingen meer in de thuiszorg te laten plaatsvinden?
Antwoord 3.
Nee, die mening deel ik niet. De gemeente heeft een compensatieplicht krachtens de Wmo. Zij zal dan ook de ondersteuning moeten leveren aan degenen die daarvoor in aanmerking komen. Voor zover er wachtlijsten zijn voor huishoudelijke hulp, worden de clienten naar andere gecontracteerde zorgaanbieders verwezen die nog wel voldoende capaciteit hebben. Ik zie geen verband met onzekerheid door aanbestedingen. Aanbesteding van huishoudelijke hulp kan binnen de Wmo goed op een sociaal verantwoorde wijze worden vormgegeven. Ik ben niet van plan mijn beleid op dit punt te wijzigen.
1) De Posthoorn, 7 mei 2008
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006-2007, nr. 2279