Brief aan de Tweede Kamer over voortgang van het staatkundig proces
Staatssecretaris Bijleveld bracht van 19 tot en met 23 mei 2008 een bezoek aan Curaçao, onder meer om deel te nemen aan de Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen. In deze stuurgroep werd de voortgang in het staatkundig proces besproken. In deze brief bericht de staatssecretaris de Tweede Kamer over haar bezoek.
Ik heb van 19 tot en met 23 mei jl. een bezoek gebracht aan Curaçao. Het doel van dit bezoek was onder andere deelname aan de Politieke Stuurgroep Staatkundige Veranderingen, waarin het land Nederlandse Antillen, Nederland, Curaçao en Sint Maarten zijn vertegenwoordigd. Tevens ben ik met het eilandgebied Curaçao het implementatieprotocol voor het Sociaal Economisch Initiatief (SEI) overeengekomen. Hierbij bericht ik u daarover.
Onderwerp van bespreking in de Politieke Stuurgroep was de voortgang in het staatkundig proces. Aan de orde waren met name de streefdatum van transitie, de consensusrijkswet Openbaar Ministerie en de Algemene Maatregel van Rijksbestuur Financieel Toezicht. Na een langdurige vergadering is uiteindelijk overeenstemming bereikt over deze onderwerpen en kon de vergadering succesvol worden afgesloten. Ik heb in de richting van mijn gesprekspartners aangegeven tempo te willen houden in het proces en gesteld dat de noodzakelijke snelheid echter nooit ten koste mag gaan van de kwaliteit van de wet- en regelgeving. Deze vormen immers de waarborg dat Curaçao en Sint Maarten op een deugdelijke wijze zelfstandige landen in het Koninkrijk kunnen worden.
In de politieke stuurgroep van 22 mei is in de eerste plaats gesproken over verdere planning en een nieuwe streefdatum nu 15 december 2008 niet haalbaar is gebleken. De werkprocessen van de verschillende projectgroepen die uitvoering moeten geven aan de afspraken in de Slotverklaring zijn door een onafhankelijk onderzoeksbureau geanalyseerd en beoordeeld op hun doorlooptijd. De Nederlandse regering is van mening dat de hieruit voortvloeiende planning een realistische is en stuurt aan op overgang december 2010. De regering van de Nederlandse Antillen acht nieuwe verkiezingen in dit proces onwenselijk. Volgens de reguliere zittingstermijnen zouden in het voorjaar van 2010 verkiezingen moeten plaatsvinden. Mede met het oog hierop is besloten tot een gemeenschappelijke aanvraag tot Voorlichting van de Raad van State (bijlage).
Als blijk van het feit dat de Nederlandse regering hecht aan voortgang in het proces is met de regering van de Nederlandse Antillen, en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten, de gezamenlijke ambitie overeengekomen om in december 2008 een toetsingsconferentie te organiseren indien alle daarvoor benodigde wet- en regelgeving gereed is om in procedure te gaan.
Op het gebied van de rechtshandhaving is overeenstemming bereikt over de organisatie van het openbaar ministerie in de nieuwe staatkundige verhoudingen. Volgens de overeengekomen consensusrijkswet zal er sprake zijn van drie openbaar ministeries, één voor Curaçao, één voor Sint Maarten, en één voor de eilanden die een directe band met Nederland krijgen: Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De openbaar ministeries vallen onder één Procureur-generaal.
Er is tevens een akkoord over het de Algemene Maatregel van Rijksbestuur financieel toezicht voor het Land Nederlandse Antillen, Sint Maarten en Curaçao bereikt. Deze afspraken zijn vastgelegd in een Algemene Maatregel van Rijksbestuur. Deze zal zo spoedig mogelijk worden geagendeerd in de Rijksministerraad, opdat het financieel toezicht nog voor het eind van dit jaar operationeel zal zijn. Dan ook pas zal gestart worden met de schuldsanering conform afspraken. Het toezicht zal worden uitgeoefend door hetzelfde College financieel toezicht, dat nu al in werking is voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Laatste hangpunt in de onderhandelingen over het toezicht betrof het artikel over de corporate governance. Tijdens deze stuurgroep is het gelukt daarover overeenstemming te bereiken. In de bijlage van deze brief treft u ter kennisname het voorontwerp aan van bedoelde AMvRB. Hierbij teken ik aan dat dit voorstel nog de gebruikelijke wetgevingstoetsen moet ondergaan.
Op vrijdag 23 mei heb ik met de verantwoordelijke bestuurders van het eilandgebied Curaçao het implementatieprotocol ondertekend van het SEI. Bij mijn brief 2008-227923 van 28 mei jl. heb ik reeds de goedgekeurde documenten van het SEI Curaçao aan u toegezonden.
In de beantwoording van de vragen van de leden Halsema, Van Bochove, Van Raak, Rutte en Leerdam (29 april 2008) zal ik uitgebreid ingaan op de aandacht die in het SEI Curaçao wordt besteed aan de Isla-raffinaderij. Zoals ik in de beantwoording heb onderstreept, deel ik uw zorg over de vervuiling die de raffinaderij veroorzaakt.
Tijdens deze reis heb ik opnieuw gesproken met de voorzitter van de Stichting Schoon Milieu Op Curaçao, de heer Van Leeuwen. In dat gesprek is de rol aan de orde gekomen die het SEI met betrekking tot de Isla zal gaan spelen. Ook tijdens mijn volgende bezoeken aan Curaçao zal ik, mede aan de hand van de afspraken die in het SEI zijn gemaakt, aandacht blijven besteden aan deze problematiek in mijn gesprekken met bestuurders en maatschappelijke organisaties.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten