ISD-maatregel wordt opengesteld voor illegale veelplegers

ISD-maatregel wordt opengesteld voor illegale veelplegers

Persbericht | 04-06-2008

Staatssecretaris Albayrak (Justitie) wil illegale veelplegers, die moeilijk uitzetbaar zijn, via een ISD-maatregel voor langere tijd uit de samenleving weren. In de Inrichtingen voor Stelselmatige Daders (ISD) worden zeer actieve veelplegers, die voor veel overlast zorgen in de samenleving, voor de duur van maximaal twee jaar ingesloten en behandeld. Omdat de ISD voor de illegale veelpleger niet gericht is op terugkeer in de samenleving, komt deze alleen voor de intramurale fase in aanmerking. Gedurende het verblijf in de ISD krijgt de illegale veelpleger de noodzakelijke zorg en gedragsinterventies en wordt tegelijk gewerkt aan de uitzetting. Het voorstel staat in een brief met verbetermaatregelen voor de ISD, die de staatssecretaris vandaag samen met een rapport van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) over de uitvoering van de ISD aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De wet Inrichting Stelselmatige Daders is in oktober 2004 in werking getreden. De maatregel heeft een dubbele doelstelling: vergroting van de maatschappelijke veiligheid door de langdurige opsluiting van notoire criminelen en het terugdringen van de recidive door een aanbod van zorg en gedragsinterventies. Al snel naar de invoering bleek de populatie in de ISD problematischer dan vooraf was voorzien. Bij veel ISD’ers is er sprake van een comorbide problematiek: een verslavingsprobleem én een psychische stoornis, niet zelden in combinatie met een verstandelijke handicap. Deze groep staat bekend als ‘zorgwekkende zorgmijders’; een groep die voor de introductie van de ISD door de reguliere hulpverlening niet meer werd bereikt. Ook bleek na de introductie van de ISD de instroom lager dan verwacht. Volgens de staatssecretaris komt dit door aanloopproblemen bij de inrichtingen en een (op zichzelf zeer wenselijke) toename van het aantal drangtrajecten onder de ‘dreiging’ van een ISD-maatregel.

De verschuiving van de doelgroep en de lagere instroom waren aanleiding voor een onderzoek naar mogelijke verbeteringen van de ISD-aanpak. Daarnaast is de ISt gevraagd onderzoek te doen naar de uitvoering van de ISD-maatregel. De concrete verbetermaatregelen moeten leiden tot een verhoogde effectiviteit van de ISD en lopen vooruit op de wetsevaluatie van de ISD die voor eind 2008 is voorzien. Het gaat om de volgende concrete aanpassingen:

  • De diagnose wordt verbeterd door vóór de vordering van het Openbaar Ministerie standaard een trajectconsult uit te voeren, waarbij de aanwezigheid van onder meer psychiatrische stoornissen bij de veelplegers kan worden vastgesteld. Voor de diagnose en het opstellen van een verblijfsplan komt meer tijd, dan nu wettelijk is vastgelegd.
  • De opleiding van personeel wordt verbeterd, zodat zij beter toegerust zijn om de complexe doelgroep van de ISD te begeleiden, te motiveren en – zonodig - op een juiste manier door te geleiden naar een zorgtraject. De medewerkers moeten minimaal op MBO-niveau functioneren. Ook wordt onderzocht of het dagprogramma voor ISD’ers die aan een traject deelnemen kan worden verlengd.
  • Het aanbod van klinische en ambulante forenische zorg moet beter worden afgestemd op de zorgbehoefte van ISD’ers.
  • Er is aanvullend onderzoek nodig naar effectieve geïntegreerde programma’s (zorg en gedragsverandering) voor die ISD’ers voor wie het huidige aanbod aan interventies te hoog gegrepen is vanwege hun verstandelijke beperkingen of psychiatrische stoornissen.
  • Gemeenten worden eerder betrokken bij de reïntegratieplannen voor ISD’ers. Daarbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande ketenbrede overlegvormen, zoals bijvoorbeeld in de Veiligheidshuizen.
  • Om de overgang van detentie naar de extramurale fase meer geleidelijk vorm te geven zullen de bestaande mogelijkheden voor een half-openfase in de ISD verder worden benut.

De bevindingen en de verbetermaatregelen van de staatssecretaris sluiten aan bij de conclusies en aanbevelingen van het ISt-onderzoek naar de uitvoeringspraktijk van de ISD. De aanbevelingen uit de zes deelrapporten voor de verschillende ISD-locaties, zullen in overleg met de locaties, de lokale reclasseringsinstellingen en de coördinatiebureaus ‘Terugdringen Recidive’ worden uitgewerkt.

Meer informatie