Zwangerschapsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen
Vrouwelijke zelfstandigen hebben met ingang van 4 juni 2008 een wettelijk recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal zestien weken. De uitkering in de zogeheten Zelfstandig en Zwanger-regeling (ZEZ-regeling) bedraagt maximaal het wettelijk minimumloon. Zelfstandigen die in het voorafgaande jaar minstens 1.225 uur werken, krijgen een uitkering op dit niveau. Voor zelfstandigen die minder dan 1.225 uur werken, hangt de uitkering af van de winst/inkomsten in het jaar voordat de uitkering wordt uitgekeerd.
De belangrijkste reden voor de wetgever om tot deze regeling te komen is de bescherming van moeder en kind. Veel vrouwelijke zelfstandigen verzekerden zich niet tegen inkomensverlies door zwangerschap en bevalling. De nieuwe regeling vermindert de financiële noodzaak voor zelfstandigen om tijdens de zwangerschap lange tijd door te werken en na de bevalling weer snel te beginnen. Eerder heeft de rechter vastgesteld dat de regering op grond van internationale verplichtingen geen plicht heeft om met een regeling te komen voor zwangere zelfstandigen. De regeling geldt ook voor de meewerkende echtgenoot van een zelfstandige.
Het recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen is geregeld in de Wet arbeid en zorg. De regeling wordt uitgevoerd door de UWV en betaald uit de algemene middelen. De kosten bedragen dit jaar naar verwachting 14,5 miljoen euro en vanaf 2009 jaarlijks 27 miljoen euro.