Economische betekenis van Nederlandse zeehavengebieden 2006: Hoofdrapport: Havenmonitor 2006
Onderzoekt de economische betekenis van de Nederlandse haveneconomie. Vier zeehavengebieden komen aan de orde: de Noordelijke zeehavens, het Noordzeekanaalgebied, het Rijn- en Maasmondgebied (met daarin Rotterdam-Rijnmond afzonderlijk) en het Scheldebekken.
Door gebruikmaking van andere methodieken ten opzichte van eerde Havenmonotoren zijn de werkgelegenheid- en bedrijfsvestigingenindicatoren volledig transparant geworden. Daarnaast zijn de vervoersprestaties, die de basis vormen voor de bepaling van de werkgelegenheid en toegevoegde waarde van de niet-locatiegebonden activiteiten, dit jaar door NEA Transportonderzoek bepaald met behulp van het NEAC model.
Uit de cijfers blijkt dat de zeehavens van economisch grote waarde zijn voor Nederland (4,4 % van het BBP in 2006). Hoewel het aantal werkzame personen en het aantal vestigingen over de periode 2002-2006 redelijk stabiel blijft, is er sprake van een stijging van de toegevoegde waarde in de zeehavens.