Antwoorden op kamervragen van Omtzigt en Schermers over elektronische gegevensverwerking in en tussen apotheken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2849299
2 juni 2008Antwoorden van minister Klink op de vragen van de Kamerleden Omtzigt en Schermers (CDA) over elektronische gegevensverwerking in en tussen apotheken (2070819490).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brief van de Inspecteur Generaal voor de Gezondheidszorg aan alle apothekers, waarin wordt gesteld dat de elektronische gegevensverwerking in en tussen apotheken op dit moment onbetrouwbaar is?
Antwoord 1
Ja, ondanks de inzet van veel apothekers blijkt dit het geval te zijn.
Vraag 2
Indien een apothekersinformatiesysteem niet waarschuwt voor een interactie tussen twee medicijnen, terwijl het gebruik van het al voorgeschreven medicijn bekend is bij de apotheek en de apotheker op dat moment het tweede medicijn voorschrijft, en de patiënt lijdt hierdoor aantoonbare gezondheidsschade, wie is dan verantwoordelijk en aansprakelijk?
Antwoord 2
De arts blijft verantwoordelijk voor het voorschrijven en de apotheker voor het afleveren. Beiden kunnen zich niet verschuilen achter niet goed functionerende ondersteunende systemen. Zij hebben zelf de verantwoordelijkheid om de juiste werking van hun systemen te beoordelen alvorens deze te gebruiken.
Vraag 3
Als gegevens wel in de bronapotheek beschikbaar zijn, maar niet worden doorgegeven aan de dienstapotheek door de software, en de apotheker in de dienstapotheek schrijft hierdoor een medicijn voor waardoor schade ontstaat bij de patiënt (door bv. een bekende allergische reactie of een interactie), wie is dan verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gezondheidsschade?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 2. De afleverende apotheker blijft altijd verantwoordelijk voor hetgeen hij of zij aflevert. Deze verantwoordelijkheid omvat dus ook het beoordelen van de kwaliteit en het functioneren van het ondersteunende informatiesysteem dat hij of zij gebruikt.
Vraag 4
Welke actie dienen apothekers op dit moment te nemen in het belang van de veiligheid van patiënten?
Antwoord 4
Apothekers dienen extra controles uit te voeren om te verifiëren of de gegevens waarover zij beschikken compleet en juist zijn. Dergelijke extra controles kunnen zij bijvoorbeeld doen door navraag te doen bij de patiënt zelf.
Vraag 5
Binnen welke termijn verwacht u dat de informatiesystemen van apothekers op orde zullen zijn? Hoe gaat u bevorderen dat de systemen zo spoedig mogelijk veilig bevonden zullen worden door de apothekers?
Antwoord 5
Apothekers zijn op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) zelf verantwoordelijk voor het op orde hebben en houden van hun informatiesystemen. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) heeft een plan opgesteld, dat maatregelen bevat om verbeteringen door te voeren. Met de KNMP wordt gesproken over de relatie tussen dit verbeterplan en de invoering van de landelijke uitwisseling van medicatiegegevens in het kader van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Het landelijke EPD moet een aantal belangrijke verbeteringen aanbrengen ten opzichte van de door Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) geconstateerde onvolkomenheden in de huidige registratie uitwisseling van medicatiegegevens. Het moet zorgen voor meer volledigheid van gegevens onafhankelijk van plaats of tijd, het moet dubbelingen en naamsverwisselingen van patiënten voorkomen en het kent een hoger beveiligingsniveau en betere privacymaatregelen. Het elektronisch medicatiedossier (EMD) is één van de onderdelen van het EPD.
Vraag 6
Patiënten hoeven niet specifiek geïnformeerd te worden over de staat van de informatiesystemen. Apothekers moeten te allen tijde veilig werken. Daar moet de patiënt van op aan kunnen. Het is aan de apothekers of en hoe zij hun patiënten daarover informeren.
Antwoord 6
Patiënten hoeven niet specifiek geïnformeerd te worden over de staat van de informatiesystemen. Apothekers moeten te allen tijde veilig werken. Daar moet de patiënt van op aan kunnen. Het is aan de apothekers of en hoe zij hun patiënten daarover informeren.
Vraag 7
Welke gevolgen hebben de geconstateerde gebreken in de apothekers informatiesystemen voor het elektronisch medicatiedossier?
Antwoord 7
De ontwikkeling en invoering van het EPD wordt niet beïnvloed door de geconstateerde gebreken. De landelijke uitwisseling van medicatiegegevens, als onderdeel van het EPD, lost een belangrijke tekortkoming van de huidige elektronische gegevensverwerking op, namelijk het beschikbaar krijgen van een volledig medicatieoverzicht dat niet alleen regionaal maar zelfs landelijk beschikbaar zal zijn.