Betere dienstverlening door verplicht gebruik e-overheid
Het kabinet heeft een deel van de voorzieningen van de e-overheid aangewezen als kern-infrastructuur. Met overheidsorganisaties spreekt het kabinet af het gebruik hiervan verplicht te maken. Onderdeel van de kernstructuur zijn onder meer: mijnoverheid.nl, DigiD, GBA en de basisregistratie Adressen en Gebouwen. Om het gebruik van de basisvoorzieningen te stimuleren, worden de kosten voor het gebruik niet doorberekend aan de gebruikers. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bijleveld ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de Visie op Dienstverlening en het bijbehorende Actieprogramma Betere Dienstverlening.
Het kabinet heeft zich ten doel gesteld de publieke dienstverlening te verbeteren. Uitgangspunt daarbij is dat de burger centraal staat en dat de overheid zich servicegericht opstelt. Deze verbeterslag kan alleen worden gerealiseerd door een gerichte inzet van elektronische infrastructuur. De commissie Postma-Wallage heeft advies uitgebracht over de richting van die inzet. De commissie constateerde een gebrek aan regie en samenhang waardoor de gezamenlijke overheidsbrede elektronische infrastructuur nog te weinig wordt gebruikt. Er zijn volgens de commissie zoveel projecten en initiatieven dat gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties door de bomen het bos niet meer zien. Ook is er onduidelijkheid over wanneer bepaalde onderdelen beschikbaar komen en over wat de kosten zijn. De commissie adviseerde een overheidsbreed programma met de focus op een beperkt aantal projecten. In het nu vastgestelde actieprogramma zijn de aanbevelingen die de commissie Postma-Wallage heeft gedaan grotendeels overgenomen.
Om focus aan te brengen worden in het actieprogramma zes voorbeeldprojecten benoemd. Dit zijn projecten waarin de infrastructuur zichtbaar de dienstverlening verbetert. Dit zijn:
1. De omgevingsvergunning. Eén vergunning vervangt circa 41 bestaande vergunningen. Informatie over de vergunning is te verkrijgen bij een digitaal omgevingsloket.
2. Digitaal klantdossier. Aanvraagformulieren die vallen onder de wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen worden deels vooringevuld. Aanvragers hoeven slecht één keer hun gegevens te verstrekken. Sanering van bewijslast en daardoor kortere aanvraagformulieren.
3. Landelijk digitaal loket Schoolverlaten. Een landelijke voorziening voor het leveren van gegevens over verzuim en voortijdig schoolverlaten door onderwijsinstellingen aan gemeenten en regionale meld- en coördinatiepunten op dit terrein.
4. WMO/Regelhulp. Een digitaal loket waar gehandicapten, zieken en ouderen informatie kunnen krijgen over alle relevante overheidsvoorzieningen. Een aantal voorzieningen kan direct worden aangevraagd.
5. Verwijsindex risicojongeren. Deze index moet een bijdrage leveren aan het samenbrengen van hulpverleners van diverse instellingen, die een risico vaststellen bij een bepaalde jongere.
6. Dienstenrichtlijn 1-loket. De Europese Dienstenrichtlijn wil de belemmeringen door nationale wet- en regelgeving wegnemen die dienstverlenende bedrijven tegenkomen bij uitbreiding van hun activiteiten naar andere Europese richtlijnen. Bij Dienstenrichtlijn 1-loket kunnen bedrijven terecht voor alle vragen op dit gebied.
Om de regie te versterken is onder meer de Regiegroep Dienstverlening en e-overheid onder leiding van staatssecretaris Bijleveld versterkt met portefeuillehouders van alle departementen die verantwoordelijkheid dragen voor de voorbeeldprojecten.