Antwoorden op kamervragen over de uitspraak dat gemeenten geen gewetensbezwaarde ambtenaren mogen aannemen

Kamerstuk | 29-05-2008

Antwoord van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister-president, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Justitie.

1. Vraag
Deelt u de mening van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) dat een ambtenaar van de burgerlijke stand álle huwelijken sluit of geen enkele en dat het niet denkbaar is dat iemand in dienst van de overheid op dit soort punten discrimineert?

1. Antwoord
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) oordeelde in een concreet geval dat de gemeente een gewetensbezwaarde trouwambtenaar niet hoefde aan te stellen en werkte dit vervolgens uit in een advies.
Gemeenten houden bij het aanstellen van trouwambtenaren een eigen verantwoordelijkheid binnen de bestaande (grond)wettelijke kaders. Voorop staat dat elke gemeente moet waarborgen dat het voltrekken van alle huwelijken in de betreffende gemeente mogelijk is en dat alle betrokkenen zich aan de wettelijke kaders dienen te houden. Het kabinet benadrukt tevens dat deze wettelijke taak van gemeenten ruimte laat voor het aannemen van trouwambtenaren met gewetensbezwaren, zolang er praktische oplossingen mogelijk zijn.

2. Vraag
Bent u bereid uw standpunt inzake nieuw aan te nemen trouwambtenaren naar aanleiding van de uitspraak van het CGB te heroverwegen? Zo neen, waarom niet?

2. Antwoord
Het oordeel van de CGB noodzaakt niet tot wijziging van het bestaande wettelijke kader, dat waarborgt dat alle huwelijken in alle gemeenten kunnen plaatsvinden en tegelijkertijd ruimte laat om aan een zorgvuldige omgang met gewetensbezwaarden tegemoet te komen. Gemeenten hebben binnen hun autonomie voldoende mogelijkheden om praktische oplossingen te vinden.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Anker (ChristenUnie), ingezonden 16 april 2008 (vraagnummer 2070818050)