Embryoselectie mag bij erfelijke kanker
Staatssecretaris Bussemaker wil in de toekomst bij bepaalde vormen van erfelijke kanker preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) toestaan.
Bij PGD kunnen embryo’s die na ivf zijn verkregen, getest worden op de genetische aandoening waarvan een van de ouders (of beide) drager is. Alleen embryo’s die de betreffende aandoening niet hebben, worden teruggeplaatst in de baarmoeder.
Zeldzaam
Het gaat onder andere om erfelijke borst- of darmkanker en enkele andere, zeldzamere, vormen van kanker. Bij deze aandoeningen dragen mensen het gemuteerde gen, maar varieert de kans dat ze de ziekte krijgen - afhankelijk van het type van de mutatie en de familie waar deze vorm van kanker voorkomt. Ook kan de ernst van de aandoening per persoon verschillen.
Of iemand voor PGD in aanmerking komt, zal in een individueel overleg met de behandelaar(s) besloten worden.
100 behandelingen
In Nederland heeft alleen het universitair medisch ziekenhuis in Maastricht toestemming om PGD uit te voeren. Jaarlijks worden er daar ruim 100 behandelingen uitgevoerd.
Door de uitbreiding die Bussemaker nu voorstaat, zal de vraag met hooguit een paar gevallen per jaar stijgen.