Eindrapport Monitor meetwijken veiligheid

Doelstelling
Door het Veiligheidsprogramma wil het kabinet in Nederland in de periode 2008-2010 landelijk een daling van 20-25 procent van de criminaliteit en overlast en een substantiële daling van de onveiligheidsgevoelens bereiken. Begin 2007 wordt bepaald in hoeverre deze reductie van onveiligheid in zicht is gekomen. Dat wordt bepaald aan de hand van de ontwikkeling van de veiligheid in vijftig probleemwijken in de G30. In deze vijftig wijken met een bijzondere veiligheidsproblematiek moet al in 2006 de beoogde reductie van 20-25 procent en de substantiële verbetering van overlast, verloedering en onveiligheidsgevoelens zichtbaar zijn.

Hoofdconclusies
Geconcludeerd kan worden dat de doelstelling van het Veiligheidsprogramma om in de 50 meetwijken van de G31 reeds in 2006 een vermindering van criminaliteit met 20-25 procent en een substantiële daling van overlast en gevoelens van onveiligheid te realiseren, ruimschoots gehaald is. Daarnaast blijkt dat de criminaliteit in de 50 meetwijken relatief nog veel meer is gedaald dan de onveiligheidsgevoelens en de overlast en verloedering. Dit is ook een van de redenen waarom het kabinet onlangs het "Actieplan overlast en verloedering" heeft uitgebracht, dat zich specifiek op deze zaken richt. De geconstateerde verbetering is relatief het grootst bij het slachtofferschap vermogensdelicten, gevolgd door slachtofferschap geweldsdelicten, onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt, verloedering en (ernstige) overlast. Bovendien is vastgesteld dat er geen sprake is van een waterbedeffect, zijnde een verschuiving van de problematiek van de meetwijken naar de andere wijken.