Antwoorden op kamervragen over nieuwe tijdrovende werkwijze van huisverboden bij huiselijk geweld

Antwoorden op kamervragen van de leden Griffith en Teeven (beiden VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over de nieuwe tijdrovende werkwijze van huisverboden bij huiselijk geweld. (Ingezonden 10 april 2008)

1. Vraag
Bent u bekend met het artikel “Huisverbod na geweld in gezin vreet uren politie”? 1)

1. Antwoord
Ja.

2. Vraag
Wat vindt u van de berekening van de korpsleiding van de Groninger politie dat bij een gemiddelde van vijfhonderd huisverboden per jaar, het opleggen van deze huisverboden op jaarbasis 2500 manuren kost? Deelt u de mening dat dit een te hoge werkdruk voor het politieapparaat oplevert?

2. Antwoord
De politie Groningen is tot de schatting van 500 huisverboden gekomen op basis van de eerste ervaringen uit de pilot, die in de regio Groningen van april tot en met oktober 2007 heeft gelopen. In deze periode zijn er in deze pilot 25 huisverboden opgelegd. Dit was aanzienlijk minder dan het aantal waarmee vooraf was gerekend, namelijk 60 huisverboden. Hat kabinet verwacht dus dat het aantal huisverboden aanzienlijk lager zal uitkomen dan de voorspellingen van de Groninger politie. Dat neemt niet weg dat het uitermate lastig is om een goede voorspelling te doen over het aantal huisverboden dat op termijn in Nederland zal worden opgelegd. Omdat in Nederland geen ervaring bestaat met het huisverbod, heeft het Kabinet op basis van de ervaringen in Oostenrijk, waar het huisverbod al langer bestaat, een zo goed mogelijke schatting gemaakt van het te verwachten aantal huisverboden. Het Kabinet realiseert zich dat ook die schatting met de nodige onzekerheid is omgeven. Dat is ook de reden dat de ontwikkeling van het aantal zaken van meet af aan nauwlettend zal worden gemonitord, op basis waarvan tijdig kan worden bijgestuurd. Los van het aantal huisverboden dat mogelijk op termijn zal worden opgelegd, is duidelijk dat elk huisverbod gepaard gaat met een extra belasting van de politiecapaciteit. Om de politiecapaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten wordt in elke politieregio een aantal politiefunctionarissen (Hulpofficieren van Justitie, hOvJ’s) speciaal opgeleid voor de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod.
Dit is ook kenbaar gemaakt door het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen. Zij hebben aangegeven de aanpak van huiselijk geweld tot de ‘core business’ van de politie te rekenen en dat sneller ingrijpen in een situatie van huiselijk geweld uiteindelijk zal leiden tot minder herhaalde meldingen op hetzelfde adres. Wij delen deze mening.

3. Vraag
Kunt u aangeven hoe het gemiddelde van vijf uur werktijd per huisverbod per politieagent is opgebouwd?

3. Antwoord
De schatting van 5 uur berust op de gemiddelde tijd die in de pilot Groningen per huisverbod is besteed. Het ging daarbij om gemiddeld drie uur voor gesprekken met slachtoffers (inclusief de eventuele kinderen) en de daders. In die tijd is rekening gehouden met de noodzakelijke reistijd. De resterende twee uur was nodig voor het invullen van het risicotaxatie-instrument, overleg met de burgemeester, het in gang zetten van het noodzakelijke hulpaanbod en registratie.
Het huisverbod is een nieuw instrument dat wordt toegepast in een voor de politie niet- alledaagse context. Ik verwacht dat naarmate meer ervaring met het instrument is opgedaan de tijdsbesteding zal afnemen.

4. Vraag
Welke maatregelen denkt u, met in achtneming van de zorgelijke toename van het aantal meldingen van huiselijk geweld, het probleem van de extra werkdruk op te kunnen lossen?

5. Vraag
Hoe denkt u de onderbezetting van politiefunctionarissen, voornamelijk op het platteland, door de invoering van deze nieuwe werkwijze te gaan oplossen? Bent u van plan hiervoor extra agenten aan te trekken?

Antwoord op de vragen 4 en 5
De Raad van Hoofdcommissarissen heeft aangegeven in eerste instantie per politieregio een pool van hOvJ’s te vormen die huisverboden kunnen uitreiken. Deze hOvJ’s worden hiervoor speciaal opgeleid. Zoals gezegd zal de ontwikkeling van het aantal huisverboden van meet af aan nauwlettend gevolgd worden. Op basis van die ontwikkeling zal na verloop van tijd worden bezien of uitbreiding van deze pools nodig is. Tevens wordt de belasting van de capaciteit van de politie meegenomen in de evaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod.

6. Vraag
Kunt u concreet aangeven tot wanneer de ‘wenperiode’ uiterlijk zal duren? Wat bent u voornemens te doen als het aantal uren per huisverbod dan niet is afgenomen?

6. Antwoord
De komende jaren zullen de ervaringen met het huisverbod goed worden gemonitord. Na 2,5 jaar zal er een tussenevaluatie van de wet plaatsvinden. Binnen die periode zullen ervaren problemen door een landelijk implementatieteam, waarin ook de politie is vertegenwoordigd, worden geïnventariseerd en waar mogelijk van een oplossing worden voorzien. Zie ook het antwoord op de vragen 4 en 5.

7. Vraag
Waaruit worden de extra kosten door de huisverboden door de gemeentes gefinancierd? Bent u bereid de kosten van het huisverbod te verhalen op de uithuisgeplaatste?

7. Antwoord
Conform artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet is gekeken naar de financiële gevolgen van het Wetsvoorstel tijdelijk huisverbod voor de gemeenten zélf (i.c. extra inzet gemeenteambtenaren). Dit heeft ertoe geleid dat extra middelen aan het gemeentefonds zijn toegevoegd. Het betreft 1,2 miljoen euro per jaar.

Verder heeft het ministerie van VWS extra middelen uitgetrokken om via de (centrum)gemeenten de opvang van en hulpverlening aan slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties te intensiveren, (zie ook de brief “Beschermd en Weerbaar” van de Staatssecretaris van VWS aan uw Kamer van 10 december 2007; Kamerstukken II 2007/2008, 28345 en 22894, nr. 51, waarin ook de inzet in verband met de voorgenomen Wet tijdelijk huisverbod is opgenomen).

De kosten van het huisverbod zullen niet op de uithuisgeplaatste worden verhaald, omdat daarmee ook het gezinsinkomen wordt belast. Dit standpunt heeft de minister van Justitie ook tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer uitgedragen.

1) Dagblad van het Noorden, 2 april 2008