Toespraak bij de oprichtingsbijeenkomst van het Platform Boerderijeducatie
Toespraak door de heer H. Wierenga namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), mevrouw G. Verburg, bij de oprichtingsbijeenkomst van het Platform Boerderijeducatie op 21 mei in Baarn.
Dames en heren,
U had graag gezien dat minister Verburg hier stond. Minister Verburg had het zelf ook graag gezien, maar zij wordt op dit moment elders verwacht. Zij heeft mij gevraagd haar bijdrage uit te spreken.
De minister heeft levendige jeugdherinneringen waar zij veel en enthousiast over kan verhalen. Die verhalen gaan over kikkervisjes en salamanders vangen, eieren rapen, hazen achterna rennen en ander kattenkwaad. Dat was op de boerderij, waar zij is opgegroeid. De kinderen Verburg waren de hele dag buiten in de weer. Rond (en soms ook in) de sloot, tussen het groen op het land, en tussen de dieren: de paarden en de koeien.
Later groeide het besef welk een voorrecht het was te leven met en voor dieren. Hoe het leven met en voor de natuur je vormt. Hoe het contact dat je hebt met groen en de natuur bepalen hoe je werkt, leeft, consumeert, en recreëert. Wie je bent en waar je vandaan komt.
Dat gun ik - zegt de minister - de nieuwe generatie ook. Leven met de natuur moet vanzelfsprekend zijn. We moeten kinderen achter de computer vandaan halen en respect bijbrengen voor de natuur. Het is belangrijk dat kinderen weten waar voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Zo raken kinderen betrokken en alleen door betrokkenheid kunnen zij later verantwoordelijkheid nemen.
Het staat inmiddels vast dat dat niet zo vreemd is gedacht. Onderzoek laat zien dat spelen in de natuur een gunstig effect heeft op het speelgedrag, de concentratie, de stemming en dus het welzijn van kinderen. Op de lange termijn zijn er minder welvaartsziekten, betere leerprestaties. En - dit zien we ook terug - kinderen die op jonge leeftijd veel in de natuur zijn nemen later, als volwassene, duurzamere beslissingen. We weten bovendien dat met name zij ontvankelijk zijn en respect hebben voor het boerenleven en alles wat daarmee samenhangt. Jongen of meisje, gekleurd of wit.
Als platform brengt u dat allemaal samen in het onderwijs. Als het lukt is dat een prestatie van formaat. Waarbij u goud smeedt. Het goud van 'leven van het land, geven om natuur'. Het goud van de samenleving.
Goud moet je niet alleen delven. Je moet het ook vormen, laten blinken. Zeker als je, zoals u doet, twee sectoren samen brengt die nogal verschillend zijn. Ik zie u hier al gebroederlijk en gezusterlijk staan en ik waardeer dat. Maar eerst haal ik de sectoren uit elkaar.
Ik begin bij het onderwijs, de leraren en pabo's.
In uw aanwezigheid vandaag herken ik een moderne houding. In de ogen van minister Verburg is de leraar van de toekomst iemand die midden in het groen staat en begaan is met de maatschappij. Het is degene die kinderen naar de hei brengt als het lammertijd is. Die kinderen de buik vol laat eten in de kersentijd. Die hen laat ontdekken dat plantjes ontkiemen als je ze zaait. En die hen ook na de vakantie weer laat zien hoe het de kiemsels is vergaan. Het is iemand die regelt dat de klas op een boerderij onder melkenstijd langs komt. Zodat kinderen zelf het verband tussen kalf, koe en kaas kunnen leggen.
Om een modern onderwijzer te zijn hoef je niet jong te zijn. Meester Bert Ydema is daar een mooi voorbeeld van. Veertig jaar lang liet hij Amsterdamse kinderen met de handen in de aarde wroeten. Al vermoed ik dat hij straks niet meer op televisie te zien is. Gewoon, omdat een groene onderwijzer dan geen zeldzaamheid meer is. Ik reken op de generatie leraren en leraressen die boerderijeducatie vanzelfsprekend in het onderwijs betrekken. Bijvoorbeeld omdat ze weten dat het aansluit bij 36 van de 58 kerndoelen van het basisonderwijs, zoals Educatief Platteland aantoont. Of omdat ze op de pabo hebben geleerd dat de kwaliteit van het onderwijs er mede van afhankelijk is.
Die kwaliteit, dames en heren, is iets dat ons de laatste tijd zeer bezig houdt. De eisen en de druk in het onderwijs zijn enorm. Er dreigt een tekort aan gekwalificeerde leraren en met name taal- en rekenachterstanden vragen op dit moment aandacht. Daarom is het ook zo te prijzen dat u zich inzet voor boerderijeducatie.
Ik hoef u niet meer van de win-winsituaties te overtuigen. Boerderijen hebben bijzondere en unieke leeromgevingen. Door de seizoenen heen ontstaan allerlei mogelijkheden om kinderen belevend te laten leren. Met u hoop ik dat schoolleiders, leraren, leerlingen en ouders de groene aanpak gaan herkennen en erkennen.
Dan de agrarisch ondernemers onder u.
De boerderij is in. We merken het bij LNV aan verschillende educatieve initiatieven rondom het boerenerf. Of neem de 1 aprilgrap van het jeugdjournaal. Yvonne Jaspers zocht kinderen voor 'boer zoekt kind'. De NOS had in één klap 8500 aanmeldingen. Dat betekent dat het nu de tijd is om uw bedrijf een centrale plek te geven in de lerarenkamer van de gemiddelde school.
De gereedschappen om goud te delven liggen bij wijze van spreken al klaar. U kunt ze gebruiken bij de educatieboerderij, bij de zorgboerderij of de streekwinkel. De zogenaamde 'verbredingsactiviteiten' in en van de landbouw zijn geen modieuze speeltjes, maar reële toekomst, die dichtbij is. Hier en in Europa.
Educatie is natuurlijk een goede manier om te investeren. De kleine consumentjes van nu zijn tenslotte de grote consumenten van straks. Dan helpt het als zij de band met voedsel houden. Maar u moet het zelf doen. Mijnheer van de Ven wees daar ook al op. Wilt u er serieus werk van maken, dan is de menselijke factor bepalend. Dan moet u op het onderwijs afstappen.
Als u voor educatie kiest, dan levert het u ook op de korte termijn iets op. U krijgt een heleboel nieuwsgierige kinderen op uw erf. Kleine mensjes die open staan voor de echte wereld. Die al rondstruinend genieten van de ruimte die ze krijgen om bedoelingen en betekenissen te ontdekken. Met een beetje training kunt u ze uitstekend bijstaan in die zoektocht.
Zo creëert u vanzelf nog breder draagvlak voor uw manier van werken. Kinderen brengen immers de maatschappij binnen. Ze maken hun ouders enthousiast. Of bijvoorbeeld de stagiair van de pabo. Aan de hand van de vragen die ze stellen ontdekt u misschien verrassende invalshoeken.
Er is overigens een agrarisch ondernemer onder u die dat al heeft ontdekt. Die de kip met gouden eieren al hééft. Ik heb het over een familie die laat zien dat het verhaal over de natuur, het leven op de boerderij en het voedsel heel goed kan uitpakken; voor de boer en voor de kinderen. Ze hebben een varkenshouderij en boomteeltactiviteiten in Udenhout. Ze doen ook aan ouderenzorg. Mijnheer/mevrouw van Gorp, mag ik u vragen naar voren te komen? U bent wat mij betreft kwaliteitsondernemers, want u heeft de pilot tot certificering met goed gevolg afgelegd. Hartelijk gefeliciteerd met het behalen dit certificaat. Een dubbel speciaal certificaat, want het is het eerste officiële document in deze categorie.
Ik hoop, dames en heren, dat u allemaal zo'n certificaat wilt. Ik hoop ook dat scholen u gaan vinden omdat ze dit structureel in het lesprogramma willen opnemen.
Dames en heren,
De maatschappij op de boerderij is ook dikke winst voor het Platform zelf. LNV wil u daarin blijven aanmoedigen. Brussel bekijkt op dit moment of het geld dat minister Verburg hiervoor vrij heeft gemaakt besteed kan worden. 153.000 € in totaal gedurende de komende drie jaar voor bijscholingsdagen en het certificeringssysteem, PR en communicatie.
Als Brussel groen licht geeft, dan staat er een instrumentarium dat blinkt. Maar laten we vooral het doel niet uit het oog verliezen. Het gaat ons om kansen voor kinderen. Kinderen moeten kunnen beleven waar het bij het zaaien, oogsten en melken om draait. Zodat ze begrijpen wat ze eten en waarom je respect moet hebben voor de natuur. Op die manier kunnen wij samen werken aan samenleving van de toekomst. En wat LNV betreft is dat nog altijd een samenleving waarin zestien miljoen mensen zich realiseren dat zij kunnen 'leven van het land, geven om natuur'.
Dank u wel.